Leerdoelen Vondsten in context
1. De student ken de eigenschappen van de verschillende archeologische
materiaalcategorieën en kan vondsten indelen op (ABR) vondstcategorie en periode.
De eigenschappen van vondsten:
1. Grondstof (=vondstcategorie)
2. Ontwerp, vorm of eigenschappen (=voorwerp)
3. Gebruikssporen (=toepassing)
Keramiek (Anorganisch)
Keramiek is gemaakt van klei.
Eigenschappen:
- Keramiek neemt gemakkelijk vorm aan
- Keramiek is vormvast als er magering aan toe word gevoegd
- De vorm word goed vast gezet als de keramiek verhit word
- Keramiek is breekbaar en slecht herbruikbaar, dus: veel vondsten
Soms word keramiek hergebruikt als bestrating, ophoging of magering.
Er zijn verschillende soorten keramiek door variatie in:
- Grondstoffen
- Maakwijze (gedraaid of zelf gevormd?)
- Bakwijze (hard of zacht)
- Versiering (glazuur of vormpjes)
- Etc.
Keramiek word gemaakt met de hand, gedraaid, gegoten en/of versiert. Als glazuur bij keramiek word
toegevoegd is de pot water en smaakdicht.
Ontwikkeling:
Periode: Bakwijze: Eigenschappen:
Prehistorie Zacht gebakken Breekbaar, poreus = koelt goed
Romeinse Tijd Harder gebakken Steviger, waterdicht, niet hitte bestendig
Nieuwe Tijd Zeer hard gebakken Nog steviger, waterdicht en hitte bestendig
Functie:
- Keramiek is voor het alledaagse gebruik, voor het koken, eten, serveren, opslag, urn voor in
het graf.
- Keramiek is ook een decoratiestuk, bijv. een pronkstuk of een symbolisch voorwerp
1
,Leerdoelen Vondsten in context
Glas (Anorganisch)
Glas is gebakken zand dat resulteert in een doorzichtige harde stof.
Eigenschappen:
- Glas is makkelijk te (mal)blazen of (mal)gieten
- Glas is doorzichtig en makkelijk te kleuren (Glas in lood)
- Glas is breekbaar
- Niet hitte bestendig
- Glas is makkelijk her te gebruiken
- Glas vergaat in de grond (glasziekte)>> Daarom minder vondsten
- Goed opslag medium: Groen glas houd het zonlicht tegen = inhoud beter bewaard
- Glas is sierlijk, heeft veel ontwerpmogelijkheden (fijn tot grof)
- Glas is een duurder product, pas in de late middeleeuwen voor meer mensen beschikbaar.
Stabiel glas bestaat uit 3 onderdelen:
1. Vooral gesmolten zand
2. Een deel smeltpuntverlagers (soda)
3. Een deel stabilisatoren (voor stabiliteit in de glasopbouw)
Er zijn 3 categorieën glas:
1. Holglas >> gebold(3D) als gebruiksvoorwerp
2. Vlakglas >> plat (2D) Bouwmateriaal: ruit of spiegel
3. Slakken >> productieafval: gesmolten fragmenten, ruw glas.
Vanaf de Nieuwe Tijd:
➢ Glas word ingeburgerd als doornsnee huisraad (voor opslagen, drinken en schenken)
➢ Wijnflessen
➢ Duurdere containers, bijv. pronkstukken op tafel >> gesprekstarter
2
,Leerdoelen Vondsten in context
Metaal (Anorganische)
- Wapens
- Sierraden
- Gespen
- Munten
Ruwe metalen worden gewonnen uit erts, daarna bewerkt tot een voorwerp
Eigenschappen:
Metaal vormt vaak een probleemgroep bij archeologisch onderzoek:
- Corrosiegevoelig: Metaal vergaat met verloop van tijd door de inwerking van zuren en
zouten. Vaak resteren alleen gecorrodeerde/onherkenbare fragmenten van voorwerpen.
- Voor corrosie zijn weinig metalen ongevoelig: metaalslakken, lood, edele metalen(goud en
zilver).
- Metaal is recyclebaar, vergankelijk = minder vondsten.
- Metaal is sterk
- Hitte bestendig
- Stijlvast
- Onbreekbaar
- Moeilijker productieproces >> o.a. door specifieke ovens die nodig zijn.
Verschillende soorten metaal:
- IJzer (gebruiksvriendelijk, divers)
- Koper (niet zo sterk)
- Lood (goed toepasbaar, lage smelttemperatuur, makkelijk (in vaste toestand) bewerkwaar)
- Tin (buigzaam, laag smeltpunt, onbreekbaar, hard schuren om vuil te verwijderen, giftig)
- Zilver (edelmetaal, eenvoudig te bewerken)
- Goud (edelmetaal, vrij zacht)
- Brons (koper+tin) (goed te bewerken, taai, redelijk hittebestendig)
- Messing (koper + zink) (koud te smeden, hard en sterk)
Er zijn 2 categorieën metaal vondsten:
1. Gebruiksvoorwerpen >> vingerhoedjes, wapens, etc.
2. Metaalslakken >> Afvalproducten uit het metaalproces
3
, Leerdoelen Vondsten in context
Leer (Organische)
De bewerkte huid van een dier.
Eigenschappen:
- Leer is multifunctioneel: soepel, stevig, elastisch, waterdicht, duurzaam
- Geschikt voor: Kleding, schoenen, tassen/zakken, tenten, geschriften, etc.
- Maar: organisch materiaal vergaat snel! Vooral in een zure bodem.
Leer is te herkennen aan:
1. Leer is donker, gekleurd, soms beschildering is vaak verdwenen
2. Stiksel is verdwenen
3. Droog leer: vervormd, gekrompen, details niet zichtbaar
Leer is interessant omdat:
- Leer was ooit een persoonlijk object van een individu
- Leer word vaak kort gebruikt >> snelle ontwikkeling van mode >> scherpe datering
- Type/functie wijst op status en type arbeid
- (Her)gebruikt/slijtage >> info over rijkdom/armoede of lichamelijke gebreken.
Textiel (Organische vondst)
Textiel is gemaakt van dierlijke/plantaardige vezels:
- Planten: Vlas/hennep
- Dieren: Wol
- Rupsen: Zijde
Eigenschappen:
- Sterk en stuk
- Flexibel en elastisch
- Grof tot fijne weefsels
- Allerlei kleuren
- Makkelijk te vervoeren
Diverse toepassing
- Kleding
- Meubels
- Verpakken
Textiel herkennen >> moeilijk want veel textiel vergaat snel.
- Textiel is donker met verdwenen kleur
- Meestal kleine fragmenten, soms is daarop alleen de afdruk bewaard bijv. in metaal
- De vorm is moeilijk te herkennen
4