BLOK 3.1 Gezinnen van Nu
Probleem 13
Leerdoelen:
- Wat is een allochtoon/migrant?
- Waarom zijn ze gemigreerd naar Nederland? *per volk, migratereden + geschiedenis
- Hoe is het met taal, werk/inkomen en opleiding gesteld bij de immigranten?
- Wie zijn Harkness & Super?
Leerdoel 1: Wat is een allochtoon/migrant?
Horst van der, F. et al. (2016). Hoofdstuk 6: Cultuur. In Opgroeien in het hedendaagse gezin: Inleiding in de
gezinspedagogiek.
Dé allochtoon?
De diversiteit binnen de Nederlandse bevolking is groot. De term migrant vindt zijn oorsprong in het
proces van migratee geografsche mobiliteit van mensen waarbij zij een grens overschrijden met de
bedoeling langere tjd in een andere woonplaats te blijven. De term migrant is volgens deze defnite een
neutrale term en zegt feitelijk niets over wat in de toekomst gebeurt of over het land van herkomst, maar
tegenwoordig wordt grensafscheiding meestal geassocieerd met landafscheiding. Een emigrant is iemand
die zich in het buitenland vestgt en een immigrant is iemand die zich in een ander land dan het
herkomstland vestgt.
In het publieke debat wordt vaak zwart-wit het onderscheid gesteld tussen autochtoon en allochtoon. Het
begrip werd in 1971 geïntroduceerd ter vervanging van het tot dan toe gangbare woord ‘immigrant’. De
defnite van ‘allochtoon’e iemand die in Nederland woont en staat ingeschreven en van wie ten minste
één ouder in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in
het buitenland zijn geboren (eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (tweede
generatie).
- In 2015 was van 25% van 0-25 jarigen in NL één of twee ouders afomstg uit buitenland of jongere
was zelf in een land buiten NL geboren 8% had westerse afomst, 17% niet-westerse afomst.
- Van alle niet-westerse migrantenkinderen behoort bijna 85% hoort tot tweede generatee zijn zelf in
Nederland geboren.
Voordelen term allochtoone
- Onderscheid allochtoon en autochtoon kan nutg zijn bij beschrijven van de maatschappelijke
posite en kan dienen als basis voor de ontwikkeling van overheidsbeleid op landelijke en lokaal
niveau.
- Deze kennis kan worden gebruikt om mogelijke maatschappelijke achterstanden van nieuwe
migranten te verkleinen.
- Sociaalwetenschappelijk onderzoek kan de vraag beantwoorden of verschillen in
maatschappelijke posite toe te schrijven zijn aan etnische herkomst of aan andere factoren,
zoals de SES van gezinnen.
Nadelen term allochtoone
- Term kan stgmatserend werken.
- Alle inwoners van verschillende etnische herkomst worden over één kam geschoren.
Hierdoor kan er niet over “de allochtoon” of “de migrant” worden gesproken, er zijn tussen
de verschillende etnische groepen te grote verschillen.
Leerkes, A. (2012). Vanaf nu eerste generatie autochtonen?
Er woedt in Nederland al geruime tjd een discussie over de vraag of overheid en wetenschap gebruik moeten
blijven maken van het begrippenpaar ‘autochtoon’/’allochtoon’. De termen worden veelvuldig bekritseerd,
maar er is ook de nodige waardering voor. Aan de concurrerende manieren om herkomst te meten kleven
eveneens de nodige bezwaren. Ondanks de ambivalente over de huidige praktjk van etnische categorisering is
er daarom eigenlijk geen goed alternatef voorhanden. Door de huidige Nederlandse praktjk van etnische
1
,categorisering iets te hervormen zou een groot deel van de geopperde bezwaren kunnen worden
weggenomen.
Allochtoon
De overheid heef de term allochtoon ofcieel ingevoerd. De hedendaagse defnite van allochtoon volgens het
CBS luidte een persoon die in NL woonachtg is en van wie ten minste 1 ouder in het buitenland is geboren.
Eerste generatee voldoet aan deze defnite en is zelf in het buitenland geboren. Tweede generatee voldoet aan
deze defnite en is in NL geboren. Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren,
ongeacht hun eigen geboorteland. Het begrip ‘eerste generate allochtoon’ is niet volledig synoniem aan het
begrip ‘migrant’. Geïmmigreerden die in het buitenland zijn geboren uit twee in Nederland geboren ouders,
worden niet aangemerkt als allochtonen.
Veel onderzoekers menen dat de term zeer nutg is gebleken bij het beschrijven van de maatschappelijke
posite van de herkomstgroepen die NL telt. Er zijn nog steeds goede argumenten om vanuit de overheid
betrouwbare cijfers ter beschikking te stellen over herkomst. Er ontstaan weliswaar steeds grotere interne
verschillen onder mensen uit families met een bepaald herkomstland juist het meten van die gedeelde
herkomst maakt het mogelijk om interne verschillen zichtbaar te maken. Dit kan de vorming van vooroordelen
en maatschappelijke mythen tegengaan. Tot slot dragen de gegevens over herkomst bij aan het vergroten van
sociaalwetenschappelijke kennis.
Stgmatsering
Belangrijkste bezwaar tegen de term ‘allochtoon’ is dat die onvoldoende neutraal is. Daarmee heef de term
mogelijk ongewenste nadelige voor met name de sociaal-culturele integrate van mensen uit families met een
migrateachtergrond. Juist door de ruime en statsche defnite van het begrip allochtoon ontstaat een risico op
performatief taalgebruike een begrip dat niet alleen iets in de wereld benoemt, maar ook iets in de wereld
teweegbrengt. De nakomelingen van migranten met een niet-Nederlandse afomst worden niet alleen
benoemd, ze worden ook op afstand geplaatst en dus gestgmatseerd.
Eerste generate autochtonen
Voorstele noem ‘tweede generate allochtonen’ voortaan ‘eerste generate autochtonen’. Door verschillende
generates autochtonen te onderscheiden, in plaats van generates allochtonen, wordt het stgmatserende
effect van te term ‘allochtoon’ weggenomen of in elk geval sterk verminderd. De nieuwe defnite van
allochtoon wordt dane een in NL woonachtge persoon die buiten NL geboren is en ten minste 1 ouder heef die
in het buitenland is geboren. Autochtoon wordt dane een persoon die in NL is geboren en/of die twee ouders
heef die in NL zijn geboren (of evt.e die ten minste 1 ouder heef die in NL is geboren).
De autochtonen, net zoals nu gebeurt bij allochtonen, zouden kunnen worden uitgesplitst naar herkomst.
‘Tweede generate Turkse allochtonen’ wordt dan ‘eerste generate autochtonen van Turkse herkomst’. Een
voordeel hiervan is dat dit categorieën oplevert die vrij goed aansluiten bij etnische zelfcategorisering. Als we
alle allochtonen in de nieuwe defnite willen aanduiden, zonder de herkomst te specifceren, spreken we van
‘personen van niet-Nederlandse herkomst’. De huidige ‘autochtonen’ noemen we voortaan ‘meerdere
generate autochtonen’ (hun herkomst wordt niet verder gespecifceerd).
Een overheid kan beter worden beschuldigd van maatschappelijke insluitng, dan dat ze categorieën hanteert
waarmee een aanzienlijk deel van de eigen burgers zich voelt uitgesloten.
Meijer & Sommer (2016). De Volkskrant. Overheid schrapt ‘allochtoon’ per direct uit vocabulaire.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het CBS zien met onmiddellijke ingang af van
het woordgebruik allochtoon en autochtoon (1 november 2016). Daarmee zeten zij een nieuwe norm voor de
overheid. Het gebruik van het begrippenpaar is niet langer precies genoeg en te stgmatseren voor specifeke
bevolkingsgroepen. De formulering is overlegd met het CBS om contnuïteit in de statsteken te waarborgen.
Ook het CBS gebruikt de woorden allochtoon en autochtoon niet meer.
In de publieke sector worden allochtoon en autochtoon steeds minder gebruikt. De diversiteit en
beweeglijkheid onder migranten is zo groot, dat het geen zin heef over hen in generieke termen te spreken.
De immigranten hebben onderling weinig gemeenschappelijks, dus in de praktjk heb je er niets aan om die
allemaal allochtoon te noemen. Verder speelt de negateve klank van het woord allochtoon een rol. Het was
2
, ooit bedacht als een neutraal begrip, maar die beoogd objecteve werking is verloren gegaan – allochtoon werd
zelf een beladen kwalifcate.
Doe het heel nauwkeurige spreek over Turkse-Nederlanders, of kennismigranten, asielmigranten of
economische migranten. De WRR wil ook af van de begrippen westers en niet-westers.
Ozdil (2015). De Correspondent. Hoe progressief Nederland echte integratie in de weg staat (en wat daaraan
te doen).
Dankzij de ontzuiling viel een belangrijk rangschikkingsmechanisme uit elkaar en daarmee leek systematsche
uitsluitng in de Nederlandse samenleving verleden tjd. Maar in dezelfde periode kwamen ook de
‘gastarbeiders’ en mensen uit de voormalige koloniën naar Nederland. De progressieve babyboomers, de
generate die vlak daarvoor Nederland had ontzuild, zorgden voor een nieuwe verzuilinge segregatie.
Progressief Nederland begrijpt niet dat tolereren segregate in de hand werkt. Niet omdat progressief
Nederland slechte intentes heef, maar omdat nu eenmaal in onze cultuur zit ingebakken dat allochtonen in
een hokje moeten passen omdat ze ‘anders’ zouden zijn. Langs elkaar leven zit in onze samenleving
ingebakken.
Er zijn nauwelijks nog politci die de term multicultureel in de mond nemen. Maar er zijn binnen progressief
Nederland nog steeds veel, overwegend wite, mensen die zichzelf heel progressief vinden omdat ze hetzelfde
in stand willen houdene zolang allochtonen geen overlast veroorzaken, zijn ze aan het integreren, vinden zij. Of
de groep de Nederlandse taal spreekt, zichzelf primair identfceert met Nederland, zich mengt met anderen, is
volgens hen irrelevant. Het gaat om de vraag of ‘allochtonen’ werk hebben, een diploma behalen en niet
crimineel zijn. Echte integrate zou daarentegen moeten gaan over de vraag in hoeverre iemand zich
verbonden voelt met Nederland. Dat kan zich uiten op verschillende niveause taal, de maten van contacten
buiten de eigen etniciteit, en zelfdentfcate als Nederlander zijn enkele criteria waaraan je dat kunt meten.
Maar dat mag niet van veel progressieven in Nederland. Dat vinden zij ‘assimilate’ – hetgeen zij defniëren als
‘volledige overname van alle aspecten van de cultuur van het land waar de migrant zich vestgt’ – en dus fout.
Het gevolg van hun visie is geen echte integrate maar segregate.
In Nederland willen we sinds de 17e eeuw ‘de ander’ niet horen. Er is bij ons nooit echt een debatcultuur
gekweekt. Daarom verschilt contnentaal Europa, vooral Nederland, heel erg van Angelsaksische landen. In
tegenstelling tot die landen is een open en hard debat geen onderdeel van onze poldercultuur. Een levendig
debat, o.a. in talkshows zoals die van Oprah Winfrey, heef ervoor gezorgd dat zwarte mensen zelf hebben
kunnen bepalen hoe ze genoemd wordene African-Americans. In het buitenland zijn ze geschokt dat wij in de
21e eeuw in Nederland nog ‘neger’ zeggen en een blackface-tradite vieren. Wanneer gaan we afscheid nemen
van onze culturele koppigheid? Wanneer gaan we stoppen met het tolereren van zogenaamde allochtonen?
Tolerate is geen acceptate. Integendeel, tolerate leidt tot segregate. De verzuiling formaliseerde tolerante.
Het multculturalisme zete dit model later voort voor ‘allochtonen’. Het resultaat is dat in de 21 e eeuw de
Nederlandse vlag vooral het symbool is van ‘de echte Nederlanders’.
Het verzet van Nederland tegen het gebruik van inclusieve terminologie zoals ‘Turkse Nederlanders,
Marokkaanse Nederlanders etc.’ illustreert hoe diepgeworteld hokjesdenken is genesteld in onze cultuur.
Verandering vergt het nemen van verantwoordelijkheid. En progressief Nederland zou daar een voorhoederol
in moeten spelen.
Leerdoel 2: Waarom zijn deze allochtonen gemigreerd naar Nederland?
Horst van der, F. et al. (2016). Hoofdstuk 6: Cultuur. In Opgroeien in het hedendaagse gezin: Inleiding in de
gezinspedagogiek.
Migrategeschiedenis
Nederland was handelsnate in de 16e eeuw bloeiende economie trok immigranten. In de 19e eeuw
nam migrate af, kwam o.a. omdat Nederland zijn internatonale handelsposite verloor. In de eerste helf
van de 20e eeuw migrateproces in Nederland werd gekenmerkt door vluchtelingen uit de 1 e en 2e
wereldoorlog. De migrate na WOII is samen te vaten in 6 migrategolvene
- Eerste golf Repatriaten uit Nederlands-Indië, Nederlanders geboren in Indië en Indonesische
staatsburgers die tjdens en na de Japanse bezetng Nederlands-Indië verlieten.
- Tweede golf Arbeidsmigranten uit Spanje, Italië, Turkije, Marokko, Algerije ne Tunesië.
Tegenwoordig vormen Marokkaanse en Turkse migranten de grootste groep.
3