Perfect Self(ie)
Hoorcollegesamenvatting
Radboud Universiteit
,Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Het Zelf en de Selfie................................................................................................................ 3
Hoorcollege 2: Gewoon hetzelfde? Mannen, mannelijkheid en lichamelijke perfectie.....................................8
Hoorcollege 3: Selfie is as selfie does............................................................................................................ 13
Hoorcollege 4: Perfect selfie. Jezelf zijn doe je zo!........................................................................................15
Hoorcollege 5: Maak je niet dik. Het lichaam en het ideale zelf.....................................................................20
Hoorcollege 6: Het perfecte innerlijk............................................................................................................ 23
Hoorcollege 7: Performing and contesting ‘perfect’ motherhood on- and offline...........................................26
Hoorcollege 8: Hijabi Selfies - Gender, Religion, Digital Activism...................................................................29
Hoorcollege 9: Zelfpresentatie in online daten............................................................................................. 36
Hoorcollege 10: Het gekwantificeerde zelf. Self-tracking in tijden van post-feminisme..................................42
Hoorcollege 11: The selfie and the slut......................................................................................................... 46
Hoorcollege 12: Gender+, organisaties en het succesvolle professionele zelf................................................49
Hoorcollege 13: Volg je me nog?.................................................................................................................. 54
Voorbeeld tentamenvragen......................................................................................................................... 56
,Hoorcollege 1: Het Zelf en de Selfie
Het Zelf
Identiteit is de parapluterm van het zelf en de ik. Het gaat over welke eigenschappen een
persoon kenmerken.
Trefwoorden over jezelf kunnen worden onderverdeeld in identiteitscategorieën, denk aan
gender, religie, etc. Drie aspecten vallen op:
1. Individu VS groep
De trefwoorden over onszelf zijn aan de ene kant eigenschappen die bij onszelf
horen, die een kern vormen van onze individuele identiteit, maar het zijn ook
eigenschappen die ons deel laten maken van een grotere groep. We verhouden ons
als individuen steeds tot een groter maatschappelijk geheel, waarbij categorieën als
gender of etniciteit relevant geacht worden. De manier om mensen te kenmerken/in
te delen is context-gebonden. Ze kunnen per tijd en plek verschillen. Kortom; het
gaat over of een eigenschap iets specifieks over de persoon zegt of dat de persoon
het kenmerk deelt met anderen.
2. Identificatie en desidentificatie
Identificatie en desidentificatie zijn termen om te beschrijven wie wij zijn en daarmee
ook wie wij niet zijn. Een proces van identificeren is daarom ook altijd een proces van
desidentificeren. Het gaat om gelijkheid en verschil. Als iemand zich identificeert als
een deel van een bepaalde groep, dan is er vaak ook besloten dat die persoon geen
deel maakt van een andere groep. Voorbeeld: ik ben een vrouw, dus ik ben geen
man. Het zelf staat altijd tegenover het ander. De feministische filosoof Simone de
Beauvoir zou zeggen dat het zelf niet kan bestaan zonder die ander, aangezien het
zelf afgebakend wordt tegenover de ander.
3. Meervoudige, complexe identiteiten
Identiteiten zijn niet eenvoudig, maar juist meervoudig en complex.
Intersectionaliteit (kruispuntdenken) is het idee dat verschillende aspecten van
identiteit met elkaar verweven zijn, waardoor je ze niet los van elkaar kan trekken.
Alledaagse opvatting over identiteit/het zelf
Sommige kenmerken van identiteit (leeftijd, beroep) zijn veranderlijk/fluïde, maar andere
kenmerken zijn vaststaand/solide (gender, etniciteit). Op een complexe manier kunnen we
zeggen dat bepaalde aspecten van identiteit genationaliseerd of geessentialiseerd worden.
Naturalisering en essentialisering gaan vaak hand in hand met elkaar.
Naturalisering is het idee dat (een aspect van) identiteit een natuurlijke oorsprong heeft,
bijvoorbeeld verankerd in het lichaam/de biologie. Essentialisering is daarentegen het idee
dat (een aspect van) identiteit een essentie heeft, bepaalde vastliggende eigenschappen, die
buiten het sociale domein vallen. Essentialisering gaat ervan uit dat er in de kern bepaalde
verschillen zijn die niet afhankelijk zijn van sociale context en invloeden. Voorbeeld van
essentialisering betreft gender: vrouwen zijn (door de evolutie) zorgzaam. In andere
woorden: alle vrouwen zijn zorgzaam, want het is een vrouw.
In deze manieren van denken wordt het zelf gezien als een soort ‘innerlijke kern’ dat
grotendeels vaststaat en gegeven is, en waar we in ons handelen expressie aan geven.
, Daartegenover staat het idee dat onze omgeving van invloed is op hoe ons zelf vorm krijgt.
Deze benadering denkt dat invloeden van buitenaf het zelf vormgeeft.
Het zelf als sociaal construct
Een alternatieve benadering beschouwt het zelf als een sociaal construct, waarbij identiteit
voornamelijk wordt bepaald door maatschappelijke en culturele normen, verwachtingen en
rollen. Deze verschuiving van buiten naar binnen roept eveneens andere vraagstukken op.
Het draait niet om de vraag 'Wat is de essentie van gender?', maar eerder om 'Hoe ontstaan
deze identiteitscategorieën en hoe krijgen ze betekenis?' Ze werpen ook de vraag op 'Welke
rol spelen maatschappelijke machtsstructuren in hoe identiteiten geleefd/beleefd wordt?'
Hierdoor bekijken we het zelf als een proces, in plaats van een vaststaand begrip.
Stuart Hall
Stuart Hall betoogt dat het concept van identiteit niet op een essentialistische manier moet
worden begrepen, maar eerder als iets strategisch en positioneel. Met andere woorden,
identiteit verwijst niet naar een onveranderlijke kern van het zelf die consistent en
onveranderlijk blijft door de loop van de geschiedenis, zoals vaak wordt aangenomen. Het is
niet het deel van het zelf dat altijd "hetzelfde" blijft en door de tijd heen identiek aan zichzelf
is. In plaats daarvan stelt Hall dat identiteiten nooit eenduidig en onverdeeld zijn, maar juist
meervoudig en gefragmenteerd. Identiteiten worden op meerdere manieren geconstrueerd,
vaak binnen verschillende, soms overlappende en soms tegenstrijdige discoursen, praktijken
en posities. Ze zijn sterk historisch bepaald en onderhevig aan constante verandering en
transformatie.
Met andere woorden, Hall benadrukt dat identiteiten veel meer fluïde en contextafhankelijk
zijn dan traditionele essentialistische opvattingen suggereren, en dat ze voortdurend
evolueren in reactie op sociale, historische en culturele invloeden.
Performativiteit: identiteit ‘doen’
Performativiteit omschrijft identiteit/het zelf als iets dat we ‘doen’ in plaats van iets dat we
‘zijn’. Het is dus geen gegeven, maar een handeling. Dit is een actief proces. Twee denkers
die dit concept van performativiteit hebben ontwikkeld en getheoriseerd zijn Erving Goffman
en Judith Butler. Zij gebruiken de metafoor van het theater: de rollen die we spelen.
Erving Goffman
Erving Goffman schreef 'The Presentation of Self in Everyday Life', waarin hij menselijke
interactie uitlegt door middel van de dramaturgische metafoor. Hij beschrijft dit als het
spelen van sociale rollen, vergelijkbaar met het dragen van verschillende maskers. Deze
rollen variëren van situatie tot situatie, dus hoe we onszelf presenteren bij vrienden is
anders dan bij familie. Klik hier voor een filmpje.
Goffman benadrukt dat we voortdurend verschillende 'maskers' aan anderen tonen en altijd
bezig zijn met onze presentatie, afhankelijk van de situatie en hoe we willen overkomen. Hij
stelt dat er geen 'echt zelf' is achter deze rollen; de rollen zelf zijn de uitvoering. Bovendien
bestreed Goffman het idee dat iedereen een morele, minder vaststaande
karakterpsychologische identiteit heeft, althans in de context van het presenteren van het
zelf in het dagelijks leven.