Literatuur ILS
WEEK 1
Hol – Hoeveel gerechtgheid verdraagt het burgerlijk recht
o Betoogd wordt dat binnen het vermogensrecht de rechtvaardigheid als dragend
beginsel steeds verder wordt opgerekt.
o Ontwikkeling van vereffende naar verdelende rechtvaardigheid gaat gepaard met
een verschuiving van autonomie als Verlichtngswaarde naar gelijkheid, solidariteit en
genoegdoening als ‘romantsche’ waarden.
o Laat het systeem de verruiming van de rechtvaardigheid toe? Risico: hele
ontwikkeling kan omslaan in minder gerechtgheid, beginselen van recht en
rechtvaardigheid plaatsmaken voor economie en beleid.
Stelling: de gerechtgheid als baken voor de rechtsontwikkeling doet zich steeds sterker
gelden in het vermogensrecht, maar lijkt tegelijkertjd aan betekenis in te boeten.
Kernpunt: het vermogensrecht wordt overvraagd en om die reden van de ‘last’ van
de gerechtgheid wil ontdoen. Overwegingen van ‘verstandigheid’ winnen terrein,
rechtvaardigheid raakt op de achtergrond.
NB: het vermogensrecht lijkt meer een domein van ‘beleid’ te worden, dan van ‘recht’.
Verdelende rechtvaardigheid: ziet op maatstaven voor de verdeling van maatschappelijke
goederen. Rechtvaardige verdeling status quo bereikt.
Gerechtgheid impliceert dat de status quo wordt gerespecteerd. Inbreuk daarop is
onrechtvaardig.
Vereffende rechtvaardigheid: biedt maatstaven met behulp waarvan kan worden bepaald
wanneer sprake is van inbreuk op de status quo en op welke wijze die dient te worden
hersteld (dus: herstel van de status quo).
Vermogensrecht begrijpen in termen van gerechtgheid verdelende rechtvaardigheid
vormt niet te inspiratebron.
o Geen standaarden voor verdeling (verdienste of behoefe)
o Vermogensrecht biedt normen die dienen ter bestendiging van de uitkomst van
een (veronderstelde) rechtvaardige verdeling
o Eigendomsrecht bezitsverhoudingen beschermen
o Vermogensrecht: normen die aangeven onder welke voorwaarden, uitgaande van
status quo, op gerechtvaardigde wijze verschuivingen in vermogens kunnen
ontstaan en in welke gevallen dergelijke verschuivingen niet zijn gerechtvaardigd
en herstel/verefening geboden is.
o Verschuivingen mogelijk o.b.v. overeenkomsten die vrijwilligheid
impliceren.
, o Niet o.b.v. dwang (wilsgebrek) dergelijke verschuiving is onefenheid
die kan worden verefend
o Standaarden O.D. in welke gevallen verschuiving van vermogens
gerechtvaardigd en wanneer niet.
Welke maatstaf hanteren om te bepalen wanneer herstel geboden is? Autonomie.
Eenmaal een verdeling gemaakt, dan van belang dat men naar eigen inzicht over het
toebedeelde kan beschikken.
Toebedeling impliceert autonomie.
NB: De maatstaf van autonomie
- Eigendomsrecht: eigenaar zonder inmenging over goed beschikken
- Contractenrecht: draait rond vrijwilligheid (partjautonomiee)
- O.D.: ieder een zekere ruimte binnen het maatschappelijk verkeer op vrij te
handelen, O.D./fout als iemand teveel ruimte voor zichzelf neemt en daarmee
evenwicht verstoort.
Noodzakelijk dat een bepaalde zorg wordt aangewend om anderen niet te vergaand
te beperken in hun bewegingsvrijheid. Verplichtng tot zorg niet zover strekken dat
men geen ruimte heef eigen weg te kiezen.
Streven naar een evenwicht: vrijheden moeten samen kunnen gaan.
Voorbeeld: te hard rijden beperkt vrijheid/autonomie van iemand anders, omdat
dezelfde weg gebruiken gevaarlijk wordt.
Ontstaat als gevolg van een onrechtmatgheid een verschuiving in vermogens
(schade) mogelijkheid van een verefening (schadevergoeding).
Verhouding tussen de rechtvaardigheid en het vermogensrecht is wezenlijk veranderd
veranderende posite van autonomie.
Vermogensrecht heef in uitgangspunten de autonomie deels vervangen door
beginselen van gelijkheid, solidariteit en genoegdoening.
Gelijkheid: het ideaal van autonomie wordt niet gerealiseerd, omdat vaak sprake is van
afhankelijkheden (verschillen in macht en kennis). Er moet corrigerend worden opgetreden
in geval van ongelijke verhoudingen.
Recht biedt compensate voor ongelijkheid tussen partjen, dan niet meer in gelijke
mate op eigen verantwoordelijkheid aangesproken.
Zie hier stukje van Van Boom einde HC 1 commentaar op de stelling dat het recht
paternalistsch wordt als de zwakkere partj in bescherming wordt genomen tegen de relatef
sterkere partj.
Hartlief: uitgangspunt van wetgever en rechter dient te zijn dat ‘partjen zelf in staat zijn
verantwoordelijk te handelen’. Het algemene contractenrecht biedt voldoende bescherming
aan hen die daartoe niet in staat zijn.
Solidariteit: komt meer op de voorgrond binnen het vermogensrecht, afhankelijkheden
scheppen over en weer verplichtngen.
Verschuiving van schuldaansprakelijkheid naar risicoaansprakelijkheid
,Schuldaansprakelijkheid: aan de schadelijdende partj om aan te tonen dat er schade is
geleden. Vanuit perspectef van verefenende rechtvaardigheid en de waarde van de
autonomie valt deze benadering goed te begrijpen.
Verefening slechts aan de orde als de veroorzaker iets valt te verwijten:
onvoldoende verantwoordelijkheid genomen > inbreuk op status quo.
Schade voor eigen rekening, want eigen verantwoordelijkheid.
Mensen niet meer volledig begrepen als autonome wezens, afhankelijk van doen en laten
van anderen zonder daar zelf direct vat op te hebben. Het zijn niet de individuen die de
maatschappij maken, maar de maatschappij die bepaalt wat het individu ten deel valt. Je kan
pech niet aan jezelf of anderen verwijten, maar ‘eigen’ verdiensten ook niet aan jezelf of
anderen toeschrijven.
o Positeve zin
o Negateve zin: afhankelijkheden komen aan de orde als we pech hebben, pech niet
geheel in eigen hand. Ook al ben je zelf voorzichtg, dan geen grip op wat anderen
doen. Risico’s blijven bestaan en kunnen maar ten dele worden beperkt.
Solidariteit kan men nog wel harde aanspraken doen gelden op wat men heef verkregen
of verworden als dat mede dankzij de inzet van anderen is?
Vermaatschappelijking van het recht: leidt tot andere grondslag voor civiele
aansprakelijkheid. Als ongevallen en andere oorzaken van schade worden gezien als
onvermijdelijke efecten van maatschappelijke afhankelijkheden, onvermijdelijke
risico’s, dan voldoet het beginsel van autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet
meer. Hier komt solidariteit voor in de plaats.
Voorbeeld productenaansprakelijkheid: consumenten belang bij kwalitatef goede producten
tegen een lage prijs. Kwaliteit waarborgen door controle op gebreken. Kosten gemoeid met
controle, dus zal begrensd zijn, want anders te duur en niet meer aantrekkelijk. Zullen
hierdoor producten op de markt komen die niet aan de kwaliteit voldoen. Dient consument
zelf de schade te dragen? Als controle volgens geldende standaard is uitgevoerd, dan valt de
producent niks te verwijten.
Rechtvaardiger om ook alle andere consumenten ervoor op te laten draaien, zij
profteren allen van het feit dat de controle niet intensiever is geweest, hierdoor
product betaalbaar. Beperken van controle en daarmee instandhouding van een
zeker risico werkt in het voordeel van de consumenten, dus daarom allen in kosten
van schade delen.
Risicoaansprakelijkheid maakt dat mogelijk, doordat de producent zich verzekert
tegen schade en de kosten van de verzekering verdisconteert in de kostprijs van het
product.
NB: alle consumenten meebetalen aan vergoeding van schade aan de schadelijdende partj.
Denken vanuit beginsel van solidariteit autonomie op de achtergrond.
Beginsel van verefende rechtvaardigheid raakt uit beeld en verdelende rechtvaardigheid
wordt inspiratebron vermogensrecht hoe baten en lasten verdelen?
, Recht wordt een instrument om te verdelen en te herverdelen. Dit is te rechtvaardigen
als niet langer wordt uitgegaan van scherp afgebakende individuele afspraken en
verantwoordelijkheden.
Genoegdoening als zelfstandig belang binnen vermogensrecht zelfstandige waarde en
niet als bijkomend efect van bijv. toekenning van schadevergoeding aan een schadelijdende
partj. Ligt niet meer op voorhand vast wat eenieder toekomt.
Kan en moet genoegdoening, erkenning van emotonele kanten van de zaak, niet
uitdrukkelijk een functe worden van het vermogensrecht?
o Erkenning van immateriële schade en mogelijkheid smartengeld toe te kennen
o Kring van personen die in aanmerking komen voor vorm van ‘smartengeld’ uitgebreid
o Overlijden of ernstg letsel nauwe verwanten een beroep doen in de vorm van
affecteschade zolang de schade afgeleide is van andere vormen van
schadevergoeding die binnen het stelsel van aansprakelijkheidsrecht zijn erkend.
Problematsch als genoegdoening wordt gevraagd los van enige vorm van schadevergoeding
Jeffrey arrest.
o Jefrey verdronken in zwembad, moeder eist verklaring voor recht waarbij de rechter
zich moest uitspreken over tekortkoming van het ziekenhuis.
o Helderheid omtrent schuldvraag
o Aan de vordering lag geen vordering tot schadevergoeding ten grondslag niet
ontvankelijk in haar vordering zonder belang geen acte.
Discussie: het vermogensrecht heef hier ook een functe. Het bieden van genoegdoening
zou een zelfstandig beginsel kunnen en moeten zijn binnen het vermogensrecht.
o Genoegdoening: past niet binnen het privaatrecht, al dan niet uitgewerkt in de vorm
van punitve damages.
o Privaatrecht zou daarmee handhavende rol krijgen die het niet past
o Verefende rechtvaardigheid: ziet erop toe dat correcte wordt toegepast ingeval de
status quo op onterechte wijze is geschonden. In geval van emotonele schade is een
dergelijke schending moeilijk te construeren.
NB: Vermogensrecht berust op min of meer helder afgebakende dragende beginselen
(verefenende rechtvaardigheid en autonomie) dit is veranderd/ verruimd. Er is sprake
van een dynamisch vermogensrecht dat in staat lijkt zich op feeibele wijze te buigen naar
maatschappelijke ontwikkelingen vermaatschappelijking van het vermogensrecht. Niet
het recht ordent de maatschappij, maar de maatschappij ordent het recht.
Deze ontwikkeling:
- Positef: privaatrecht bezit feeibiliteit om met de samenleving mee te kunnen
groeien en voldoende receptef om deze binnen zijn domein een plaats te bieden
geen gesloten systeem: past zich aan en neemt nieuwe elementen in zich op.
- Negatef: karakterloos voegen naar wat er op je pad komt. Keerzijde van
feeibiliteit zou kunnen zijn dat vermogensrecht niet langer als baken voor
samenleving fungeert, maar onderdeel wordt van haar wetmatgheden. Niet het