164 Studievragen over hoofdstukken 1 t/m 11 van 'Een kennismaking met de Oude Wereld' van L. de Blois en R. J. van der Spek. Vragen mét antwoorden.
Niveau: WO.
Studievragen:
Het Nabije Oosten & Griekenland
Het begin van de beschaving in Egypte en
Griekenland (ca. 10.000 v.Chr.- ca. 300 v.
Chr.)
, 1
Inhoud
Vragen bij de studievragen...................................................................................1
Thema 1. Het begin van de beschaving in Mesopotamië en Egypte.....................1
Thema 2. De ontwikkeling van de beschavingen in Egypte, Mesopotamië,
Perzië, Mycene en Kreta........................................................................................4
Thema 3. Macht en economie in het Nabije Oosten en de wereld van Homerus..6
Thema 4. Het ontstaan van de Atheense democratie.............................................7
Thema 5. Oorlogen in het klassieke Griekenland................................................10
Thema 6. Cultuur en samenleving in het klassieke Griekenland.........................11
Thema 7. Alexander de Grote en het hellenisme.................................................13
15
Antwoorden bij de studievragen..........................................................................15
Antwoorden thema 1............................................................................................15
Antwoorden Thema 2..........................................................................................17
Antwoorden thema 3............................................................................................20
21
Antwoorden thema 4............................................................................................21
Antwoorden thema 5............................................................................................25
Antwoorden thema 6............................................................................................27
Antwoorden thema 7............................................................................................30
Vragen bij de studievragen
Thema 1. Het begin van de beschaving in Mesopotamië en
Egypte.
Bestuderen
H. blz. 11-37
Studievragen
Inleiding (blz. 11-14)
1. Waarom beschouwen de auteurs van het handboek de oude geschiedenis als
, 2
‘de bakermat van de Europese beschaving’? Ben je het hiermee eens?
2. Wat voor soort informatie (bronnen) heeft men ter beschikking om de oude
geschiedenis te bestuderen?
3. Tot welke taalfamilie behoren resp. het Italiaans, het Fries en het Arabisch?
4. Wat is het verschil tussen prehistorie en historie/geschiedenis?
5. Hoe komt het dat de indeling van archeologen (in Steentijd, Bronstijd,
IJzertijd) verschilt van de indeling door historici?
Hoofdstuk 1 (blz. 17-21)
6. Noem 4 kenmerken van de Neolithische Revolutie (ca. 10.000 v. Chr.).
7. Wat is het verschil tussen irrigatielandbouw en regenlandbouw. Noem
hiervan enkele kenmerkende gebieden.
8. Hoe is het spijkerschrift in Mesopotamië ontstaan? (verg. afb.2)
9. Voor welke fundamentele maatschappelijke tegenstelling staat de
verhouding tussen Kaïn en Abel (Genesis 4) symbool? (Verg. de
tegenstelling GilgamesjEnkidoe, H. blz.55)
10. Noem enkele belangrijke geografische verschillen tussen Mesopotamië en
Egypte. Welke consequenties had dit voor de politieke ontwikkelingen
aldaar?
Hoofdstuk 2 (blz. 22-26)
11. Waarop is de indeling van de Egyptische geschiedenis in ‘rijken’ gebaseerd?
12. Welke 4 hoofdperioden onderscheiden we in de Egyptische geschiedenis?
13. Wat zeggen de piramiden over de politieke en geestelijke toestand in
Egypte?
14. Welke koningen liggen begraven in de 3 bekende piramiden van de 4e
dynastie?
, 3
15. Welke 2 rijken/volken speelden in Mesopotamië een hoofdrol in het derde
millennium?
16. Waaruit blijkt dat er in Sumerië sprake was van een gedifferentieerde
samenleving (of: sociale stratificatie)?
17. Hoe is in Sumerië het koningschap ontstaan? Waarin verschilde de
Sumerische koning van de Egyptische vorst?
18. Welke taal werd er vanaf het tweede millennium in Mesopotamië gesproken
en geschreven?
19. Ga na of je de betekenis kent van de volgende termen en begrippen:
epigrafie; numismatiek; papyrologie; archeologie;
olympiade; dendrochronologie; pictografisch schrift; ideografisch schrift;
cataract; ziqqurat; sedentair/nomadisch; stèle.
20. Zet achter de volgende personen (globaal) de eeuw waarin zij leefden:
Manetho; Kaïn en Abel; Sargon de Grote van Akkad; koning Cheops van
Egypte; koning Hammurábi; koning Gilgamesj van Oeroek.
Hoofdstuk 3 (blz. 27-37)
21. Noem enkele kenmerken van de geschiedenis van het Egyptische Middenrijk
(2000-1800).
22. Op welke manier kwam er een einde aan het Middenrijk?
23. Welke 2 rijken speelden in Mesopotamië een hoofdrol in het tweede
millennium?
24. Waarom is de Amoritische koning Hammurábi bekend gebleven? (Zie ook
brontekst 2)
Thema 2. De ontwikkeling van de beschavingen in Egypte,
Mesopotamië, Perzië, Mycene en Kreta.
Bestuderen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rutgervandijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.