Samenvatting Looking at Movies, 7 artikelen en films in EYE
Bladzijdes uit Looking at Movies:
2-15 32-34 36-66 122-136-162 212-261 269-270 309-314 318-321 321-340-361
364-389-403
Artikelen:
1. Jeremy Butler, “Narrative Structure: Television Stories”
2. Michael Newman, “From Beats to Arcs”
3. Gripsrud “Semiotics: signs, codes and cultures”
4. Bonner “Recording Reality: Documentary Film and Television”
5. Jason Toynbee “The Politics of Representation” !!! Belangrijk !!!
6. Pramagoirre and Wallis: “Pages from film an Introduction”
7. Bordwell Thompson, Mise-en-scène film art
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Cinematic language, (bioscoop)films en video’s hebben een eigen taal om ons als kijker
hun wereld in te trekken. Die taal laat ons hetzelfde voelen als de hoofdpersoon. Deze taal
onderzoek je met Looking at Movies.
Invisible editing is dat er wordt geswitched naar een ander shot maar dat heb je niet door
want er is actie en geluid dat goed overloopt. Als kijker is de verandering ‘niet te zien’ want
je bent te gefocust op iets anders.
Cinematic invisibility is het feit dat je vergeet dat het een film is, je gaat er in op
Cultural invisibility, film maken met een bepaalde cultuur, de kijkers die de cultuur uit de
film als normaal beschouwen hebben dezelfde cultuur. Het gaat om een eenheidsgevoel
creëren, het versterken van de culturele opvattingen.
Cutting on action is het hebben van een cut op het moment van een handeling. Je ziet de
handeling (die nog niet af was) vanuit een ander perspectief.
Bechdel test is een test waarmee kan aangetoond worden of een film vrouwvriendelijk is of
niet. 2 vrouwen moeten dan minimaal alleen een gesprek hebben, zonder dat er een man
aan te pas komt.
Formal analysis is een analytische kijk naar de manier waarop een onderwerp is
uitgebeeld.
Verschil film, movies, cinema,
Cinema komt uit het Grieks (kinesis = beweging) en de eerste filmmakers lieten
hun film zien in een hal die cinema heette
Film is afgeleid van het materiaal waarop bewegende beelden werden gezet, een
film is serieuzer en meer educatief
Movies is kort voor motion pictures, bewegende beelden, movies zijn er voor de
massa, vaak voor vermaak, een movie is minder educatief of belangrijk dan een
film
Movie is a motion picture, 24 beelden per seconde, allemaal individuele afbeeldingen, door
de snelheid worden het vloeiende bewegingen
Het aan elkaar monteren van verschillende shots heet editing, doordat dit kan heeft een film
veel meer mogelijkheden dan een theater. Want films kunnen verschillende hoeken laten
zien, close-ups, flashforwards en flashbacks en vele andere mogelijkheden die theater niet
heeft
,De movie director laat niet altijd zijn eigen mening zien in films, vaak is hij de coördinator van
de film en stuurt hij creatieve mensen aan. Hij doet meer dan alleen cut en action roepen
Impliciet <----> expliciet betekenis
Als je een claim schrijft gaat dat altijd over de impliciete betekenis. Dat is de laag onder de
beelden, de boodschap. Expliciet slaat op wat je letterlijk ziet op beeld.
De verwachtingen voorafgaande aan een film beïnvloeden hoe goed we de film vinden en
welke interpretatie of impliciete betekenis we eraan geven.
Checklist:
- Onthoud dat er veel verschillende manieren zijn om naar films te kijken
- Zoek als eerste bij een form analyse naar de bedoeling van de schrijver en daarna
hoe hij dat wil overbrengen
- Probeer door de cinematic invisibility heen te kijken, onthoud dat dit een film is en kijk
niet naar het verhaal maar naar dat eromheen
- Soms kan je de andere ideologie niet vinden omdat hij heel normaal voor je is
- Uit de titel kan ook al een boodschap worden verteld!
Mise-en-scène
Er is iets dat verteld moet worden en te toeschouwer moet bestuurd worden naar het
verhaal. Bij m-e-s stuurt de het beeld de blik van de kijker naar een bepaald punt. De
verteller/vertelling moet zorgen dat het verhaal overkomt. Mise-en-scène stuurt onze blikken
naar bepaalde plekken op het scherm.
- Zo kijken we eerder naar mensen dan objecten
- Zo kijken we eerder naar nieuwe dingen/afwijkingen, wat we al weten zien we niet
meer, we kijken naar de afwijking, de uitzondering valt op
- Zo kijken we eerder naar het midden van het beeld en veel minder naar de randen
- Zo denken we in termen van boven-onder, links-rechts
- Zo wijzen handen vaak in een richting en daar moeten we naar kijken, kijk in de
richting van de handen, die wijzen wat belangrijks aan
Verschil prop ←→ setting
prop = een voorwerp dat een betekenis heeft, van belang, heeft een functie, rol in verhaal
setting = alles wat je ziet is setting, zelfs een muur of huis, niet alles heeft een functie
Loose framing ←→ Tight framing
Loose framing is een open frame, vrije objecten en beelden
Tight framing heeft lijnen en zo zit het beeld op een beperkte plek, het zit vast tussen lijnen
Als een onderwerp aan het begin van een film wordt geïntroduceerd verwachten we dat het
voorwerp later terug komt. Vaak komt het inderdaad terug maar wel op een manier die we
niet verwacht hadden. Hitchcock vindt het leuk om hiermee te spelen, hij voegt een
voorwerp toe dat belangrijk lijkt en dat is het dan niet (dit heet een MacGuffin).
,Parallel editing is het schakelen tussen twee scènes die tegelijk tijdig plaatsvinden. Er wordt
bijvoorbeeld geschakeld tussen binnen en buiten het huis
Hierbij is de editing ABABABABAB
Dramatisch effect wordt gecreëerd bij bijvoorbeeld AAAAB waarbij B hele andere kleuren
heeft en misschien wel nare muziek
Film heeft drie fundamentele principes:
- Films zijn afhankelijk van licht
Zonder licht zie je natuurlijk niets maar met licht wordt veel meer gespeeld, het
creëert een setting, onthuld karaktereigenschappen en geeft betekenis.
- Films laten een beweging zien
Om motion pictures te maken moet er iets bewegen. Het bewegen is een illusie, je
ziet 24 losse foto’s per seconde, de beweging wordt gemaakt in ons brein. Dit kan
door twee dingen:
- Persistence of vision, dit is het feit dat het brein een beeld langer
vasthoudt dan het zichtbaar is. Het beeld komt zeg maar met vertraging
binnen. Er is vertraging tussen het zien en het ‘begrijpen’
van wat je ziet. Door die vertraging komt het volgende beeld alweer en gaat
alles goed als 1 beweging. Je ziet het de tijd tussen twee frames niet
(Illusion of succession), het zien van beweging is illusion of movement
- Phi phenomenon, vroeger was de tijd tussen twee frames te groot en
daarom ging het beeld stotteren. Tegenwoordig gaan er bijna 48 frames per
seconde in een film. Door deze vele beelden zien we het als een soepele
beweging.
- Films manipuleren tijd en ruimte, ze spelen ermee
n temporal a
Films zijn spatial e rt, ze beïnvloeden ruimte en tijd. Films kunnen van
ruimte zomaar verwisselen (ander shot) en kan tijd beïnvloeden (slow motion, etc)
Tijd kan niet zonder ruimte (spatialization of time), en ruimte kan niet zonder tijd
(dynamisation of space). B ij theater is dit anders dan bij films, in een theater zie je
duidelijk dat het acteerwerk is want je ziet de rest van het theater ook. Bij films zie je
dat niet en wat je ziet kan bij films bepaald worden door de regisseur, theater heeft
maar 1 kan waarvan je het kan bekijken.
In The Gold Rush s taat het huis op een afgrond, bijna valt het erin. De scènes van
binnen in het huis zijn veilig gemaakt in een studio. Door het editen lijken zij echter in
het huis zelf te zitten. Zo staat film boven ruimte en kan het het manipuleren. Ook
kan het beelden laten zien van iets wat tegelijkertijd bezig is.
Freeze-frame = een beeld staat voor langere tijd stil, een foto zegmaar
1 van de beste manipulaties komt uit The Matrix en heet bullet time. Het is een
slowmotion beeld waarbij de camera verandert van plaats op normale tijd. Het is een
soort 360 graden video met slow motion.
Realisme en antirealisme
, De eerste filmmakers Lumières en Méliès lieten een wereld zien. Lumières liet de echte
wereld zien zoals hij is (realisme). Méliès ging aan de slag met antirealisme, het ging bij hem
om abstractheid, fantasie en speculatie. Films hoefden niet echt te zijn.
Realisme wordt bereikt door echtheid, eerlijke personages en gesprekken zoals je ze zelf
ook zou kunnen hebben. Het gaat vaak over gewone mensenlevens.
Verisimilitude is het feit of je gelooft wat je ziet. Hoe geloofwaardiger de film, hoe meer je
erin zit, als het je enorm trekt is de film erg verisimilar. Het gaat dus niet over of het echt kan
maar meer over of je voelt dat je er zelf bij bent.
Wat voor mij verisimilar is hoeft het voor jou niet te zijn!
Cinematic Language is de taal waardoor film betekenis aan ons geeft. De taal bestaat niet
uit woorden maar technieken om zo iets te vertellen of een bepaald gevoel te geven en te
creëeren. De regels voor deze taal zijn niet streng. Je kan zelf bepalen hoe erg je je er aan
houdt, je kan ook vernieuwen en nieuwe regels maken. Dit zorgt wel voor spanning want
iedereen is het oude gewend. Voorbeeld:
Een shot overgang betekent meestal dezelfde tijd op een andere locatie. Als het shot
overgang ineens een tijd inneemt van 10 jaar dan is dat voor kijkers moeilijk.
Checklist:
- Ga na wat je ziet, wat gebeurt er? Welk gevoel had je? Wat zorgde voor dat
gevoel
- Zijn er patronen te vinden in de film? (Narrative/visual) Wat is de bedoeling?
- Is er iets bijzonders aan het decor?
- Speelt de filmmaker met tijd?
- Gebruikt de filmmaker licht om iets duidelijk te maken?
- Hoe gebruikt de filmmaker de lens? Wat wil hij dat je ziet, en wat juist niet?
Narration 122
Narration is het vertellen van het verhaal, dat gebeurt door de narrator, hij vertelt het
verhaal. Narrative is het verhaal zelf.
De camera is altijd een narrator maar personen als Morgan Freeman kunnen daarnaast ook
nog narrator zijn:
- First person narrator, deze persoon praat als de voice-over, hij vertelt alleen zijn kant
van het verhaal terwijl de camera beelden geeft bij zijn stem
- Direct Address narration, zoals Amelie, een protagonist praat tegen de camera
- Third person narrator, een derde persoon vertelt het verhaal, hij komt niet voor in het
verhaal en de tekst die hij zegt hoort de protagonist niet
Omniscient narration betekent dat de verteller alles weet en jij dus ook, je weet meer dan
alleen de hoofdpersoon, je staat boven het verhaal
Restricted narration betekent dat je niet alle feiten weet, je hoort maar 1 deel van het
verhaal, je hebt niet alle feiten, je weet net zoveel als 1 personage en daarmee voel je je
heel verbonden.
Onthouden: de verteller doet de vertelling om het verhaal te vertellen
Narrator delivers the narration to conveys the narrative