Samenvatting literatuur daders
Week 1: art 1, 2, 3, 4 Week 4: art 12, 13, 14, 15
Week 2: art 5, 6, 7 Week 5: art 16, 17
Week 3: art 8, 9, 10, 11
Week 1
art 1: ‘Boeven vangen’ via internet - beelden over criminaliteit in opsporingsberichtgeving
opsporingsberichtgeving = het tonen van beelden van verdachten / verspreiden van andere
informatie over delicten met als primair doel hulp te vragen aan het publiek bij het oplossen van deze
zaken, dus een vorm van burgerparticipatie die in de afgelopen jaren sterk is toegenomen.
Verwachting: het maakt het werk van de politie effectiever, door:
- burgers kunnen tips en informatie geven → sneller oplossen delict
- zichtbare en open politieorganisatie kweekt vertrouwen bij burgers/maatsch. partners
Naar de effectiviteit van opsporingsberichtgeving voor het opsporen van verdachten is enkel
verkennend onderzoek gedaan, in VS een onderzoek die zegt dat de pakkans 7x zo groot is na een
feature op ‘America’s most wanted’.
Opsporingsberichtgeving vanuit de politie is net als andere media een verhaal over criminaliteit,
daders, slachtoffers en politie en kan van betekenis veranderen als het in een andere context wordt
geplaatst, bv een private site.
Het onderzoek: kijkt niet naar effectiviteit, maar de inhoud van deze berichtgeving als vorm van
mediarepresentatie van criminaliteit → welk beeld schetst opsporingsberichtgeving (politie / private
sites) van criminaliteit, verdachten en de samenleving en welk gevolg heeft dit voor de samenleving?
a) Theoretische achtergrond; 2 klassieke modellen over de relatie tussen media en criminaliteit
(grondleggers: Cohen en Young, The Manufacture of News)
1. mass manipulation model = media is de manipulator van het passieve publiek en kan het
beeld kiezen: angst oproepen of juist geweld verheerlijken → schadelijk
2. commercial laissez faire model = mediaberichtgeving wordt geïnterpreteerd vinnen
bestaande percepties en attitudes, geen directe manipulatie door de media → de media kan
dus enkel deze percepties en attitudes versterken.
Recente theorievorming richt zich hierbij op de vraag hoe criminaliteit in de media wordt
gerepresenteerd, geconstrueerd en geconsumeerd en de gevolgen op de samenleving.
Tegenwoordig is de relatie tussen mediaproducent en -consument sterk gewijzigd → zijn de klassieke
modellen nog wel toe te passen?
Toepassen van opsporingsberichtgeving op de modellen:
- mass manipulation model: niet toe te passen → er wordt immers gevraagd om actieve rol vd
burger om mee te helpen en positiever effect: opsporen verdachten
- commercial laissez faire-model: welk verhaal wordt verteld en welk frame wordt gebruikt? →
er worden echte beelden en info getoond, maar helemaal neutraal is de berichtgeving nooit;
ze selecteren, definiëren en interpreteren, dus geven als betekenis aan de gebeurtenis.
Schijnbare objectieve beelden kunnen dus impliciet een bepaald frame omvatten.
b) Onderzoeksopzet
Een brede inventarisatie van gepubliceerde opsporingsberichten, vanuit politie en particuliere
websites:
- Opsporing Verzocht
- regionale tv programma’s
- Boevenvangen.nl ⇒ bundelt alle opsporingsberichten van landelijke en regionale
politiewebsites, een commerciële website die verdient aan reclame.
- GeenStijl ⇒ top 10 actualiteitensites in NL
- Youtube ⇒ beeldmateriaal v politie/particulieren (vaak overgenomen door GeenStijl)
c) Selectie van opsporingsberichten
,Door politie:
● verschil in landelijke en regionale opsporingsberichtgeving = Bij ‘Opsporing Verzocht’ is er
sprake van een samenwerking tussen AVRO en politie/justitie → de selectie wordt gemaakt
door team ‘Opsporingsberichtgeving’ van KLPD; keuzes die worden gemaakt komen tot stand
onder verantwoordelijkheid van de politie. Het wordt voornamelijk ingezet voor zwaardere
misdrijven (zoals geweldsmisdrijven of levensdelicten), vanwege de selectie die moet worden
gemaakt. Bij regionale programma’s is minder budget voor bv reconstructies, dus veel
gebruik gemaakt van camerabeelden en ook juist voor minder ernstige delicten.
Dus: duidelijke verschillen, omdat er voor opsporingsberichtgeving veel keuzevrijheid is, geen
juridische kaders vastgelegd in Wetboek van Sv → OM heeft richtlijnen opgesteld: oa.
berichtgeving voor misdrijven waar VH mogelijk is en er moet een afweging worden gemaakt
tussen privacy van gezochte personen en de veiligheid vd samenleving als geheel.
● Gevolgen voor beeldvorming = meerdere verschillende gevolgen:
1. vanwege voorkeur voor tonen v bewakingsbeelden wordt criminaliteit geconstrueerd
als beperkt tot activiteiten die schadelijk zijn voor ondernemingen (bv diefstal,
overvallen) en weinig aandacht voor andere schadelijke gedragingen.
2. politie-gezichtspunt: we kijken naar criminaliteit ‘door de ogen vd politie’ die de
zaken selecteert, autoriteit vd politie wordt bevestigd en niet ter discussie gesteld →
de berichtgeving toont dat criminaliteit overal is en legitimeert noodzaak van
politieoptreden, zelfs ten koste van de privacy van verdachten en er worden geen
alternatieven gegeven behalve het oppakken vd dader.
Door private websites:
Versterkt voor een deel de beeldvorming, maar biedt ook ruimte voor alternatieve interpretaties, kritiek
op politie en voorkeuren van kijkers. Bv: Boevenvangen.nl heeft ook een app als hij zich op de locatie
van een delict bevindt → op deze manier lokale delicten landelijk bereik. Het versterkt echter het idee
dat burgers op elk moment en overal kunnen worden overvallen door criminaliteit. Probleem:
veelvuldige berichtgeving kan de lezer ongevoelig maken → makkelijker om criminaliteit ‘weg te
klikken’.
Vaak wordt er gezocht naar de meest ‘sensationele’ berichten, niet de meest ‘opsporingswaardige’
(zoals bij opsporing verzocht), bv door ‘meest bekeken’ of titels met een vernederend element
tegenover de dader. Daarnaast is het mogelijk kritiek te uiten op de politie, zowel door de lezers als
door de media zelf.
Conclusie: de selectie van berichten op particuliere sites doorbreken de gezagsframe van de
berichtgeving van de politie → dus meer sprake van laissez faire- model
d) Presentatie van opsporingsberichten
➢ het slachtofferframe in Opsporing Verzocht = gebruiken vaak reconstructies, want:
- boeiend voor het publiek → hoe meer mensen kijken, hoe groter de kans op een
goede tip
- wekken sympathie op voor het slachtoffer en verontwaardiging over het gepleegde
delict
De media wakkeren, bewust en onbewust gevoelens van verontwaardiging, emotie en paniek
op en het idee dat ze iets moeten doen / iets moet gebeuren, maar dit komt ook door de
eigen interpretatie van mensen. Mensen zijn niet zomaar bereid info aan de politie te
verstrekken → er wordt door media moeite gedaan de kijker te mobiliseren. Hoe dramatischer
het middel → hoe beter dat effect wordt behaald (bv reconstructies, bloed laten zien etc). In
Opsporing verzocht zijn er 3 dramatische narratieven die streven naar die betrokkenheid:
1. in de reconstructies wordt een klassieke dramatische verhaalstructuur gebruikt →
meer identificatie met het slachtoffer en zo groot mogelijk contrast met de dader,
standaard goed en kwaad narratief. Ook wordt niet alle info verteld, versterkt het idee
dat de dader zonder aanleiding toeslaan
2. informatie geven over de wijze waarop (een vertegenwoordiger van) het slachtoffer
het delict of de nasleep heeft ervaren
, 3. afkeurende of neerbuigende uitlatingen over de plegers van criminaliteit, dit komt het
minst voor, want vaak wordt een slecht beeld vd dader al gecreëerd door het leed van
het slachtoffer te benadrukken.
- deze constructie draagt bji aan de constante boodschap van ´gevaar’ in de samenleving door
het slachtofferperspectief uit te lichten → geeft het dus vertrouwen in de politie of maakt het
kijkers alleen maar bang (onveilig gevoel)?
➢ het handhavingsframe van GeenStijl = hier wordt de hoofdrol juist weggelegd voor de dader
en de politie die vaak belachelijk gemaakt worden. GeenStijl roept daarmee gebruikers eerder
op zelf op zoek te gaan naar verdachten ipv naar de politie te stappen. Ook wordt het
gecombineerd met entertainment, maar meer als een spelletje ipv een dramatisch verhaal.
Dus duidelijk verschil met Opsporing Verzocht: daar tips naar politie, dus geen autonome
positie, bij GeenStijl juist wel, zelf de dader zoeken → handhavingsframe. Daarnaast
gebruikt GS vooral veelvoorkomende gebeurtenissen en geven aan dat het ‘niet oke’ is → dit
vergroot dus niet de angst op slachtofferschap, het idee dat de sociale en morele orde nog
intact is. Misdaadnieuws biedt een gevoel van verbondenheid door morele verontwaardiging,
GS draagt hieraan bij en stelt de lezer gerust→ als de politie niets doet, is er altijd nog de
internetgemeenschap. Het biedt de optie om daders die niet gestraft worden door politie, toch
‘bestraft’ worden door het uitspreken van afkeuring. Negatieve gevolgen zijn echter bv foto’s
van daders nog zichtbaar, zelfs als deze al gestraft zijn, of verdachten die uiteindelijk niets
met het delict te maken hebben. De politie heeft hier weinig invloed op; de private sites doen
wat ze willen.
e) Conclusie
= wat betreft opsporingsberichtgeving vanuit de politie lijkt dit het meest op het manipulatiemodel, ook
al is het geen eenrichtingsverkeer media-kijker, maar wordt van de kijker een actieve houding
verwacht. Duidelijk blijft hierbij de hiërarchische verhouding tussen politie en burgers → idee dat
criminaliteit alleen door politie kan worden verholpen. Tegenwoordig kunnen private websites
makkelijk politieberichten overnemen → hierdoor wordt de eenduidige boodschap vd politie
doorbroken door andere interpretaties. Dit kan leiden tot het beeld dat criminaliteit ‘normaal’ is en
altijd overal voorkomt. Hierdoor kan het gezag van de politie juist worden ondermijnd. Op een website
als GeenStijl is de mediaconsument een uitvoerder van sociale controle en zijn politie en burger meer
gelijk → kan natuurlijk nadelige gevolgen hebben.
art 2: Trial by media - stereotypering van daders en slachtoffers
De meeste mensen hebben geen directe ervaring met criminaliteit, dus verkrijgen hun informatie,
ideeën en oordelen uit de media, die thema’s en problemen in kaart brengen.
Onderzoek: in kaart brengen van individuele reactie op berichten over incidenten, gebaseerd op
theorieën die criminaliteit subjectivistisch benaderen: sociale problemen zijn fenomenen als
resultaat van claims over problematische sociale omstandigheden. Het gaat voornamelijk hier over de
hoofdrolspelers: daders en slachtoffers. De objectieve ernst staat hierbij niet centraal, maar de
verhalen erover die bepalen hoe mensen reageren (maatschappelijke onrust).
Verhalen over incidenten hebben gevolgen voor de oordelen over de dader / slachtoffer, afhankelijk
van hoe deze is gepresenteerd → stigmatisering en stereotypering mogelijk.
Theoretische gronden:
- framingtheorie = hoe iets gepresenteerd wordt heeft invloed op de oordelen en keuzes over
een onderwerp. Framing kan handig zijn: het brengt de essentie van een onderwerp naar
voren en geeft een oplossing, daardoor is er structuur en organisatie in de
gebeurtenissen/fenomenen. De manier waarop een gebeurtenis echter geframed wordt heeft
effect op de totstandkoming v een oordeel daarover. (negatief of positief geframed? →
negatief of positief oordeel).