Chapter 11 Kindertemperament
Mary k. Rothbart E. Sheese en Elisabethe D. Conradt
Inleiding
De huidige fase van menselijke kennis wordt gekenmerkt door een ongekende vooruitgang in
ons begrip van individuele verschillen en de complexiteit van persoonlijke ontwikkeling.
Verschillende disciplines, waaronder temperamentonderzoek, neurowetenschappen, genetica,
ontwikkelingspsychopathologie en gedragsonderzoek, hebben gezamenlijk bijgedragen aan het
ontrafelen van de paden van individuele groei. Dit tijdperk van samenwerking belooft een uniek
inzicht te bieden in de onderliggende processen die het individu vormgeven en kenmerken.
Definitie van Temperament
Temperament, zoals gedefinieerd door Rothbart en Derryberry (1981), vertegenwoordigt
constitutioneel bepaarde individuele verschillen in emotionele, motorische en
aandachtsreactiviteit, evenals zelfregulering. Het constitutionele aspect verwijst naar de
biologische verbindingen tussen temperament en genetische factoren, terwijl reactiviteit de
latentie, stijgtijd, intensiteit en duur van de respons op stimuli omvat. Zelfregulering duidt op
processen die de reactiviteit moduleren, waaronder gedragsmatige benadering, terugtrekking,
remming en uitvoerende aandacht.
Historische Achtergrond van Temperament
De geschiedenis van temperamentonderzoek dateert uit de Grieks-Romeinse periode, waar
fysiologen individuele verschillen koppelden aan het humoristische model van Hippocrates.
Moderne temperamenttradities zijn ontstaan in zowel Oost-Europa als het Westen, met
invloeden van Pavlov's observaties in het voormalige en psychometrische technieken in het
laatste. De VS heeft bijgedragen aan het definiëren van dimensies van temperament in de
kindertijd, vooral door het werk van onderzoekers zoals Thomas en Chess (1977), die Surgency
of Extraversion, Negative Affectivity en Effortful Control als belangrijke dimensies
identificeerden.
Methoden voor het Beoordelen van Temperament
Het hedendaagse temperamentonderzoek maakt gebruik van diverse methoden, waaronder
ouderrapportvragenlijsten, laboratoriumbeoordelingen, observaties thuis of op school,
psychofysiologische metingen en zelfrapportages bij oudere kinderen en volwassenen. Een
groeiend besef van de waarde van het combineren van meerdere methoden leidt tot een meer
holistisch begrip van temperament.
Temperamentstructuur
De factorstructuur van temperament in de kindertijd omvat vaak drie tot vier brede factoren.
Surgency of Extraversion omvat activiteitsniveau, gezelligheid, impulsiviteit en genot van hoge
intensiteit plezier. Negative Affectivity omvat angst, woede/frustratie, ongemak en verdriet.
Effortful Control omvat aandachtsfocus en -verschuiving, remmende controle, perceptuele
gevoeligheid en lage intensiteit plezier. Bij oudere kinderen en volwassenen worden deze
affectgerelateerde factoren vaak aangevuld met zelfregulerende en aandachtgerelateerde
factoren.