2.3 neurologie
Ataxie = wanorde van bewegingen; dosering van kracht; afmeting en richting zijn gestoord
- balansverstoring bij het lopen, slingerend ‘dronken lopen’
- Sensorische ataxie = gevoelloosheid, ze voelen de vloer niet, weten niet waar hun voeten zijn
Apraxie = de volgorde van bewegingen lukt niet meer , stoornis motorische planning , verlies van het
vermogen om aangeleerde, doelbewuste/complexe bewegingen uit te voeren, moeite met simpele
handelingen, automatisch handelen is weg, of volgorde verkeerd, moeite met goede woorden in de
goede context te plaatsen
Afasie = benoemingsstoornissen (dominante hemisfeer) – spraak en taal stoornis, niet op de juiste
woorden kunnen komen, begrijpen, lezen, schrijven en gebaren lastig
- Motorische afasie = begrijpen wat er gezegd wordt, maar kunnen geen verbanden
uitdrukken en spreken lastig (zonder lidwoorden en BN) – door beschadiging motorische
spraakcentrum (centrum van Brocca)
- Sensorische afasie = vloeiend spreken, maar zinnen hebben geen betekenis, praten aan 1
stuk door – beschadiging in het sensorische spraakcentrum (centrum van wernicke)
Dysfasie = problematische controle van de spraakspieren
Amnesie = opslaan van informatie, ophalen van informatie
- Anterograde amnesie = geheugenverlies waarbij geen nieuwe herinneringen meer aan
kunnen worden gemaakt vanaf het moment van het hersenletsel, nog wel herinneringen van
voor het letsel kunnen ophalen
- Retrograde amnesie = geheugenverlies waarbij geen oude herinneringen meer op kunnen
worden gehaald over een periode, maar vanaf het punt van het hersenletsel wel nieuwe
herinneringen kunnen worden aangemaakt
Agnosie = herkenningsstoornis, verlies om dingen te herkennen
Alexie en agrafie = lees- en schrijfstoornis
Neglect = mensen zien dingen aan de linker zijde niet of vergeten dit deel bijv. aan te kleden, =
aandachtsstoornis
Aprosodie = intonatiestoornis
Neuropsychologie: gedrag en emoties
Cognitieve psychologie: bewustzijn, emotie, taal, aandacht, geheugen, kennis, informatieverwerking
In de tertiaire schorsgebieden treedt o.a. perceptie op en integratie met cognitieve processen
- (associatieve cortex): herinneringen worden hierover opgeslagen. 1 herinnering over
verschillende plaatsen/kwabben
Motorische schorsgebieden:
, - Primaire motorische cortex = grove bewegingen
- Secundaire motorische cortex = aangeleerde vaardigheden, programmering van bewegingen
(geheel, niet 1 spier)
- Tertiaire motorische cortex = integratie met cognitieve processen
Sensorische schorsgebieden:
- Primaire sensorische cortex = warmte, pijn, kou en druk, deze informatie komt binnen,
voelen dat er een muntje in je broekzak zit
- Secundaire sensorische cortex = je voelt dat het een plat rondje is dus dat het waarschijnlijk
een muntje zal zijn – dit voel je
- Tertiaire sensorische cortex = perceptie, dit komt samen
4 hersenkwabben: temporaal, occipitale, frontale, partiele: weten waar ze zitten en wat er gebeurd
- In de occipitale lobe wordt visuele informatie verwerkt (alles met ogen en visie aan de
achterzijde), dyslexie, visuele agnosie, contralaterale homonieme hemianopsie (gezichtsveld
aangetast)
- In de frontale lobe spelen een rol bij het aansturen van willekeurige, doelgerichte
bewegingen, maar ze zijn ook bij veel psychische functies betrokken, zoals de zelfbeheersing,
het beoordelingsvermogen, de rede, sociaal gedrag, onze spraak, via het centrum van Broca,
en het geheugen. (aan de voorkant van de grote hersenhelft)
- In de temporale lobe: taal, geheugen en gehoor (aan de zijkanten)
- In de partiele kwab: aandacht en focus, aaneensluiten van signalen, ruimtelijke ordening,
bewustwording, denken, somatosensorische functies (bevinden zich boven de occipitale
kwabben en de temporale kwabben en achter de frontale kwabben)
Primaire hersenbeschadiging = door letsel, niets meer aan te doen, zo snel mogelijk prikkels geven
(maar niet overprikkelen, MDBB-model)
Secundaire hersenbeschadiging = door bloedverlies, zuurstoftekort of wegvallen bloeddruk, is nog te
beïnvloeden
- Geheugen en concentratiestoornissen