CULTURELE WAARDEN EN COMMUNICATIE IN EEN INTERNATIONAAL
PERSPECTIEF.
HOOFDSTUK 1; interculturele communicatie
1.1 Inleiding
Edward T. Hall Cultuur is communicatie en communicatie is cultuur. Hiermee bedoelt Hall dat
zoals culturen verschillen van elkaar in normen en waarden, zo verschillen ze ook in de wijze van
communiceren.
De manier waarop de mens communiceert en communicatieve handelingen interpreteert, wordt
bepaald door zijn culture achtergrond.
Deze verschillen in culturen kunnen leiden tot;
- Een verrijking omdat ze je bewust maken van andere perspectieven
- Het ontstaan van misstanden
1.2 Cultuur met een kleine c
Wat is cultuur met een kleine c?
- Hofstede De collectieve mentale programmering die de leden van een groep of categorie
mensen onderscheidt van die van andere
- Geertz Cultuur als een systeem waarin de leden dezelfde betekenis hechten aan woorden,
symbolen
Cultuur bevat meer dan alleen de activiteiten die de geestelijke beschaving bevorderen, cultuur gaat
ook over de alledaagse zaken ( Wat je eet, de wijze waarop je je gevoelens uit)
Cultuur met een grote C? Beschaving, en de vruchten hiervan
Drie niveaus van mentale programmering; Hofstede
1) Menselijke natuur
Wat is de mens aangeboren? Nature
Men heeft een overlevingsdrang, daarom
eten, drinken
2) Cultuur
Regels en wetten die een groep mensen
nodig heeft om voort te bestaan. Zoals hoe
begroeten we iemand, wie neemt de
beslissingen, wie betaalt belasting aan wie.
Zodra in een groep leeft, aanpassen aan de
regels. Nurture. (regels vormen cultuur
met een kleine c)
Cultuur is aangeleerd; mensen worden
getraind zich op een bepaalde manier te
gedragen mentale programmering (hofstede). Komt voor in sociale omgeving.
Cultuur is niet erfelijk. Men neemt de manier van doen, bewegen, kijken, spreken en
communiceren over van de cultuur waarin ze zijn opgegroeid.
Ook genetische aspecten kunnen gedrag bepalen
, Communicatie Van sommige zaken weet men dat er een daadwerkelijk verschil is.
Miscommunicatie hierbij wordt dan ook meestal besproken. Maar ook zaken die men
niet duidelijk kan zien wat kan leiden tot vreemde gedachten terwijl deze anders
wereld bedoelt door de gene wat de andere cultuur heeft.
3) Persoonlijkheid van een individu
Bestaat uit een aangeboren en aangeleerd gedeelte
Aangeboren zijn persoonlijkheidskenmerken die genetisch bepaald zijn; wijze van
glimlachen, manier van praten en eten.
Aangeleerd zijn de persoonlijkheidskenmerken die je krijgt door persoonlijke
ervaringen
Communicatie Persoonlijkheidstypes verschillen van mens tot mens, daar hou je
rekening mee in contact met anderen.
Culturen verschillen in;
- Praktijken; wat we doen, hoe we iets doen. Uiterlijke
manifestaties van de cultuur. Symbolen, helden en rituelen
kun je waarnemen, en dus ook leren, leiden hierdoor vaak
minder snel tot problemen.
Symbolen
Vlag
Wapen van een cultuur
Kleding
Wil je tot een bepaalde cultuur behoren, dan
is dit eerste wat je overneemt.
Helden
Personen die voor mensen uit een bepaalde cultuur een lichtend voorbeeld
zijn
Nelson Mandela, Usain Bolt
Rituelen
Handelingen die rationeel gesproken niet strikt noodzakelijk zijn, maar voor
de leden van een cultuur essentieel.
- Waarden; waarom we iets doen. Niet waarneembaar. Kenmerkend voor een cultuur; wat is
goed, wat is niet goed. Manier van denken en de visie op de wereld. Waarden zijn onzichtbaar
en onbewust wat kan leiden tot misstanden in interculturele communicatie.
Voorbeeld Moet het of mag het niet; Families werken samen in een bedrijf.
In sommige culturen is het strikt verboden en zelfs immoreel om mensen uit je familiekring in dienst
te nemen, men noemt het hier vriendjespolitiek of nepotisme.
In andere culturen is het juist een belediging en immoreel als je niet van de gelegenheid gebruik maakt
om je familie een baan te bezorgen.
,Verschillende culturen
1) Nationale cultuur
Groepen mensen die bij elkaar horen omdat ze in een land wonen, maar staatsgrenzen
vallen niet altijd samen met cultuurgrenzen.
Er kunnen binnen een land cultuurverschillen zijn tussen regio’s ( Stad VS Platteland)
Ook kan een eenzelfde cultuur zich aan beide zijden van een staatsgrens bevinden
( Frans-Belgische grens). Hierbij vallen cultuur grenzen ook niet altijd samen met
taalgrenzen
2) Sociale culturen
Cultuurverschillen tussen migranten uit verschillende delen van de wereld die in een
land samenleven. Altijd enige affectie met land van herkomst.
Cultuurverschillen tussen sociale klassen, vrouwen & mannen, mensen van
verschillende leeftijden, mensen met verschillende religie.
Cultuurverschillen tussen allerlei ogenschijnlijke gelijke groepen; scholen,
verenigingen, bedrijven.
Cultuur binnen landen verschilt minder dan cultuur tussen landen. Waarden zijn bestendigd door
zaken die nationaal zijn vastgelegd; bestuursvorm, wetgeving, inhoud en vorm. Groter verschil
daarom tussen landen, omdat algemene zaken binnen het land zijn vastgelegd.
Stereotypen ; algemene beelden over de kenmerken, eigenschappen en gedrag van een groep,
Kennis van stereotypen is nuttig omdat je dan enig idee hebt wat je kan verwachten in een andere
cultuur. Echter goede kennis van een cultuur is meer dan stereotypen; het is ook de kennis van de
normen, waarden van de andere cultuur die in je eigen cultuur ook voorkomen.
Kennis van cultuur met een kleine c is van groot belang om communicatief adequaat te kunnen
functioneren, nog wel van groter belang dan de perfecte uitspraak en beheersing van de grammatica.
Realiseer je hierbij dat de taal en cultuur niet altijd op een een op een relatie hebben
1.3 Wat is communicatie?
Met de bron wordt het brein
bedoeld van persoon A (de
zender). Het brein denkt na over
een boodschap en codeert die zo
dat die verzonden kan worden
en door het brein van B (de
ontvanger) kan worden
gedecodeerd.
Het kanaal is in dit model de
telefoon. De zender put uit zijn
woordenschat een boodschap
om in woorden te coderen en de
ontvanger het zijne om de
woorden te decoderen.
, Twee vormen van belemmering voor dit model
1) Technische transmissie van de codes die niet goed verloopt.
2) Het repertoire van de verzender kan mogelijk verschillen van dat van de ontvanger. Dit
gebeurt vooral wanneer mensen uit verschillende culturen met elkaar communiceren. Woorden
kunnen andere betekenissen hebben in verschillende culturen.
Wat is de betekenis van een woord?
Kan worden onderzocht door woord associatie technieken. Proefpersonen worden gevraagd te
reageren op een stimuluswoord. Welk woord komt het eerste bij je op als je tafel hoort? De meeste
mensen antwoorden dan stoel. Het antwoord dat door de meeste mensen wordt gegeven is de sterke
associatie.
Kan eventueel ook met een semantisch woordveld ( Meerdere woorden opnoemen die je associeert
met …)
Limitatie op het model van Shannon en Weaver; communicatiemodel
1) Communicatie wordt afgebeeld als eenrichtingsverkeer. Van feedback is geen sprake terwijl de
ontvanger van een boodschap bewust of onbewust ook signalen uit die de spreker
interpreteert.
2) Context en situatie bepalen waarin je communiceert hoe je het doet., tegen je wie je spreekt,
wie daarbij aanwezig is
3) Communiceren doe je niet alleen via woorden, maar ook door de wijze waarop je je stem
gebruikt, door je tempo van spreken.
Model van Targowski en Bowman
Twee delen ; een gedeelte geeft weer hoe zender, ontvanger en buitenwereld met elkaar verbonden
zijn. En het andere gedeelte geeft weer voor hoeveel aspecten de zender en ontvanger op een lijn
moeten zitten om de communicatie goed te laten verlopen.