Complete samenvatting van alle tentamenstof van deel 1 van Bewustzijnsfilosofie (500184-B-5) aan Tilburg Universiteit. Alle powerpointslides en stof uit het boek samengevat in het Nederlands. Bestaat uit hoorcolleges 1 tot en met 6. Zelf heb ik met deze samenvatting voor de endterm een 9 gehaald.
Hoorcollege 1 Inleiding en het Substantiedualisme
Het concept filosofie heeft meerdere definities:
1. Filosofie is een conceptueel onderzoek: hoe verhouden de twee wereldbeelden zich met
elkaar: manifeste en wetenschappelijk wereldbeeld?
- Manifeste wereldbeeld= beeld dat we krijgen door middel van interactie via onze
zintuigen.
- Wetenschappelijk wereldbeeld= beeld dat we krijgen aan de hand van empirisch
onderzoek en feiten
2. Filosofie als conceptuele verheldering: je kijkt naar de wetenschap om de concepten bij te
stellen. Filosofie helpt om concepten te verklaren aan de hand van wetenschap.
3. Filosofie als geldigheidswetenschap: zijn de concepten die we gebruiken wel geldig? HUME:
kunnen we causaliteit wel gebruiken als concept.
4. Filosofie als perspectief wisseling: door begrip voor standpunten van anderenkan je veel
kennis opdoen over concepten
5. Filosofie als zoektocht naar de waarheid: filosofie gaat over de waarheid van de concepten
en niet hoe overtuigend iemand is. Socrates was de eerste die zich verzette de
sofisten/overtuigers.
We willen weten wat we bedoelen met onze concepten, we willen dat ze geldig zijn, en om daar
achter te komen moeten we soms een ander perspectief innemen, zodat we alles zo helder en
duidelijk mogelijk krijgen.
The problem of conciousness: mensen hebben dualistische intuïties – d.w.z. dat ze de intuïtie
hebben dat lichaam en geest twee totaal verschillende dingen zijn, die onafhankelijk van elkaar
kunnen bestaan en functioneren. IS DUS NIET ZO
Maar tegelijkertijd merken we dat als er iets met je lichaam gebeurt ook iets met de geest gebeurt en
andersom. Maar hoe interacteren die met elkaar dan?
Wat is bewustzijn? Bewustzijn bestaat uit bewuste ervaringen, cognitie en emoties:
- bewuste ervaringen: what-it-is-likeness= quale. Kwalitatieve aspecten van ervaringen
worden qualia genoemd. → fenomenale ervaringen
- cognitie: propositionele attitudes PA’s die gaan over intentionaliteit. Het gaat ergens over
(aboutness). Dus niet iets doen met opzet/purpose. PA’s zijn discrete entiteiten; ze staan los
van elkaar.
- emoties: combi van ervaring en cognitie→ Emoties hebben dus zowel [1] een kwalitatief
karakter, als ook [2] intentionaliteit. Vb je bent kwaad op een automobilist. Kwaad is emoties
is ervaring. En het gaat ergens over namelijk de automobilist.
There might be mental states that do have intentionality without having quale→ robot may be able
to have cognitive states while lacking the ability to experience anything at all.
Or mental states that do have quale but not intentionality/aboutness: you can ‘see stars’ if you close
you eyes and push tour eyeballs. You see different colors but you also know they have nothing to do
with real stars.
,Hoe past bewustzijn in de fysische wereld?
Als je weet hoe ervaringen in de wereld passen en hoe cognitieve toestanden in de wereld passen,
weet je dat ook voor emoties.
1. Substantie-dualisme: de geest bestaat onafhankelijk van het lichaam en vice versa;
2. Idealisme: de fysische wereld is afhankelijk van de geestelijke wereld;
3. Behaviorisme: de geest is eigenlijk gedrag;
4. Reductionisme / identiteitstheorie: mentale toestanden zijn hersentoestanden;
5. Eliminativisme: de geest bestaat niet;
6. Functionalisme: mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden;
7. Connectionisme;
8. Embodied & Embedded en zelfs Extended mind.
In dit hoofdstuk bespreken we substantie-dualisme.
1e methode Descartes:
Is de info die we krijgen van wetenschappers wel betrouwbaar? Manier om te zorgen dat de kennis
klopt is om te twijfelen. Zo ging hij terug naar de wiskunde om een betrouwbaar fundament/basis te
krijgen waarop we vanuit hier weer kennis op door konden bouwen.
➔ Docenten waren niet goed
➔ Eigen waarneming/zintuigen ook niet want kunnen ons bedriegen (horizon-illusie)’
➔ Enigste wat hij wist is: Cogito ergo sum. Ik denk dus ik besta.
➔ Als er iets is waar niet over te twijfelen valt, dan bestaat het.
2e methode Descartes:
Als iets helder en duidelijk wordt ingezien, dan bestaat het/is het waarheid. Heldere en duidelijke
inzichten. Hij ziet helder en duidelijk dat God bestaat. God bestaat en god is goed daarom zal hij
Descartes nooit bedriegen omdat bedriegen imperfect is en god was perfect. Sinds God niet bedriegt,
zijn Descartes ideeën over zijn lichaam en andere fysische dingen waar. Dit betekent dat Descartes
nu zeker is dat hij beide geest en lichaam is → Descartes ziet in dat hij een res cogitans & een res
extensa / een uitgebreide substantie.
Substantie-dualisme → René Descartes
• Er zijn twee substanties: de denkende/mentale substantie (Res cogitans) en de uitgebreide
substantie (Res extensa). Zij kunnen op zichzelf bestaan. En hebben elkaar niet nodig.
• De essentiële eigenschap van de denkende substantie is denken.
• De essentiële eigenschap van de fysieke substantie is: uitgebreidheid. Uitgebreidheid is
plaats innemen in de ruimte. Kan maar 1 object op een bepaalde plek op een bepaalde tijd
staan. Beweging ontstaat door botsing.
• Thinking substance does not have a place in space.
Interactieprobleem:
Vanuit de behoudswetten komt voort dat er geen energie in of uit → causale geslotenheid. Elke
fysische gebeurtenis heeft een fysische oorzaak. Maar dan zitten we met een “Patrick Swayze
probleem”: hoe kan een niet-fysische substantie (zonder uitgebreidheid) botsen met de fysische
substantie?
Descartes correspondeerde met prinses Elizabeth van Bohemen→ “How can the soul of man, being
only a thinking substance causally interact with his physical body?” Descartes weet het zelf niet want
volgens hem zijn we duidelijk 2 substanties maar hij zegt ook dat lichaam en geest interacteren. We
kunnen [a] en [b] niet tegelijk denken. Dus conceptueel incoherent.
, Volgens D: Lichaam en geest interacteren in de pijnappelklier. Maar dit verklaart niet hoe ze dan
interacteren met elkaar.
Oplossing van Descartes→ God regelt die interactie: Hij had ons zo kunnen maken dat als we in een
spijker trappen dat we dan de smaak van chocolade zouden ervaren.
Hoe god hier verantwoordelijk voor is, wordt niet verklaard. Er zijn hier dus meerdere interpretaties
van:
➔ Occasionalisme: Alleen God is de ware oorzaak van dingen in de wereld; Dus lijkt het slechts
dat als ik mijn hand op wil steken, dat die gedachte / wens de oorzaak ervan is dat ik dat ook
doe; Mijn wens/gedachte is de gelegenheid (occasion) voor God om mijn arm op te steken.
➔ Parallelisme: Als we twee klokken hebben die synchroon lopen, dan komt dat doordat ze zo
gemaakt zijn. Ze zijn zo gemaakt dat ze parallel aan elkaar lopen. Hetzelfde geldt voor
lichaam en geest. The will and the motion both depend on God, who also made them in such
a way that they run parallel to each other.
Zowel occasionalisme als parallellisme zitten met hetzelfde probleem: Hoe doet God dit dan? Het
levert geen inzicht op: het ene probleem (hoe interacteren lichaam en geest?) wordt vervangen door
het andere probleem (God regelt het, maar hoe dan?)
College 2 Het idealisme en het behaviorisme
IDEALISME
Idealisme: het materiele is afhankelijk van de geestelijke/mentale substantie. Het materiele is wat
we zien, voelen en taste. Maar er is geen onderliggende materiele/fysische substantie. De materiele
substantie wordt niet erkend.
Het antwoord op het interactieprobleem van George Berkeley (GB) is eenvoudig: er is maar één
substantie: de geestelijke substantie. Dus ontstaat het probleem niet. → Dit is dus een vorm van
monisme: de positie dat er maar één substantie is de geestelijke, de fysische of nog heel wat anders.
Volgens GB geldt Esse est percipi; zijn is waargenomen worden. Dingen bestaan enkel alleen omdat
je ze waarneemt dus dingen bestaan niet meer als je ze niet meer waarneemt.
In zijn werk laat GB Philonous (de geestminnaar) in debat gaan met Hylas (de stofman). Philonous
ontkent het bestaan van de materiële substantie, maar niet het bestaan van materie. Het materiele
bestaat wel maar is afhankelijk van de geestelijke substantie.
Hij beredeneerde dit via het empirisme. Kennis opdoen door waarneming (via zintuigen). Volgens GB
kunnen we geen substantie zien, maar we zien de secondaire eigenschappen zoals geuren, kleuren
en smaken. Die bestaan enkel als ze waargenomen worden. Deze theorie bouwt verder op die van
John Locke → primaire eigenschappen zijn onafhankelijk vd mens, dus ze bestaan echt in de wereld
en secondaire eigenschappen alleen als ze waargenomen worden, niet objectief want ervaring kan
verschillen van persoon tot persoon. Voorbeeld van primaire eigenschap is temperatuur. Water heeft
temp die niet afhankelijk is van onze perceptie. Of het water warm of koud is, hangt af van de
waarnemer dus secondaire eigenschap.
Berkeley vond eigenlijk dat alle eigenschappen secondaire eigenschappen zijn. Net zoals grootte→
als iets groot is, dan is dat afhankelijk van een waarnemer; GB: dus is grootte een secundaire
eigenschap.
Maar GB redeneerde niet goed. Of iets groot of klein is, is afhankelijk van de waarnemer maar de
hoogte/grootte is dat niet. Vergelijk: de temperatuur van water is onafhankelijk van de waarnemer,
maar of het warm of koud is niet.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosschneider. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,82. Je zit daarna nergens aan vast.