100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting jurisprudentie strafprocesrecht: verdieping () €5,49   In winkelwagen

Arresten

Samenvatting jurisprudentie strafprocesrecht: verdieping ()

1 beoordeling
 100 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van de jurisprudentie voor het vak strafprocesrecht: verdieping van de master Strafrecht aan de Universiteit Utrecht (collegejaar ).

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 4 november 2018
  • 17
  • 2018/2019
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (8)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: chantalslotemaker • 5 jaar geleden

avatar-seller
TobiasWouters
Samenvatting jurisprunenee strafpresesres豘t

Week 4 – Vervelging en afneening neer 豘et OM, teegang tet ne res豘ter

HR Weekendje weg: verdachte wordt in verzekering gesteld en een weekend vastgehouden conform het
zgn. ‘weekendarrangement’ (diegenen die in het weekend worden aangehouden wegens
gewelddelicten, worden het hele weekend in verzekering gesteld en pas na het weekend in vrijheid
gesteld, om op die manier het aantal geweldsdelicten in het weekend terug te dringen). In de
overwegingen van het Hof (inverzekeringstelling onrechtmatg, O niet-ontvankelijk) ligt als zijn oordeel
besloten dat de uitreiking van een mededeling over de strafzaak aan de verdachte in persoon niet zo
spoedig mogelijk heef plaatsgevonden als bedoeld in art. 57 lid 5 Sv. Dat oordeel is ook zonder nadere
motvering niet onbegrijpelijk: op 1111 oktober 0ll9 zijn rond 116:ll uur de laatste onderzoekshandelingen
verricht, verdachte is op 110 oktober te 1111:55 uur in vrijheid gesteld. Het oordeel van het Hof dat op
grond daarvan het voortduren van de inverzekeringstelling van de verdachte op 1111 oktober 0ll9 na
116:ll uur onrechtmatg is geweest, geef niet blijk van een onjuiste rechtsopvatng en is toereikend
gemotveerd (r.o. 3.3). eel had het Hof de onrechtmatge inverzekeringstelling moeten beoordelen als
een vormverzuim ex art. 359a Sv, nu de verdachte het vormverzuim niet aan de rechter-commissaris kon
voorleggen (r.o. 4.0).

HR Vervolgingsbeslissing genomen door parketsecretaris : i.c. heef een politeparketsecretaris een
vervolgingsbeslissing genomen. Het O is door het gerechtshof niet-ontvankelijk verklaard, nu de
uitoefening van deze bevoegdheid in dit geval in strijd is met de beginselen van een goede procesorde en
wel omdat het daarin gaat om de verdenking van een misdrijf gepleegd tegen een directe collega in de
uitoefening van diens functe, zodat onvoldoende is voorkomen dat de schijn van belangenverstrengeling
is gewekt. Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat in art. 1167 lid 11 Sv aan het
penbaar Oinisterie de bevoegdheid is toegekend zelfstandig te beslissen of n.a.v. een ingesteld
opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het penbaar Oinisterie om tot
vervolging over te gaan, leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke
toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van
het O in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzeten van die vervolging onverenigbaar is
met beginselen van een goede procesorde. Een uitzonderlijk geval als zojuist bedoeld doet zich voor
wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het O
heef kunnen oordelen dat met (voortzetng van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving
beschermd belang gediend kan zijn. Indien een rechter tot het oordeel komt dat sprake is van zo een
geval waarin het O niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging, gelden voor deze
beslissing zware motveringseisen (r.o. 0.3). Bovenstaande is tevens van toepassing op de door een
politeparketsecretaris uitgeoefende bevoegdheid (r.o. 0.4). Indien het Hof heef geoordeeld dat reeds
de enkele omstandigheid dat een op deze wijze gewekte schijn van belangenverstrengeling in de weg
staat aan de bevoegdheid van het O tot vervolging, heef het de hiervoor weergegeven – tot
terughoudendheid nopende – maatstaf miskend. Indien het die maatstaf niet heef miskend en heef
beoogd tot uitdrukking te brengen dat zich een van die uitzonderlijke gevallen voordoet waarin het
instellen van de vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde, heef het Hof
niet voldaan aan de voor die beslissing geldende zware motveringseisen (r.o. 0.5).

,HR Vertrouwensbeginsel: in deze zaak heef de verdachte, wegens een administrateve fout, een
sepotbeslissing ontvangen, terwijl ze naderhand wel wordt vervolgd. In cassate klaagt de verdediging
over een schending van het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad overweegt dat een bij een verdachte op
grond van een mededeling van het O opgewekt vertrouwen dat hij in een bepaalde zaak niet verder zal
worden vervolgd, alleen dan zal kunnen leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het O in de
vervolging indien dat vertrouwen in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd is (r.o. 0.3). Het
gerechtshof heef deze maatstaf correct toegepast (r.o. 0.4).

HR Maatstaf toetsing vervolgingsbeslissing : in deze zaak heef het gerechtshof het O niet-ontvankelijk
verklaard in geval van de vervolging van een psychiatrische patint. De Hoge Raad stelt voorop dat art.
1167 lid 11 Sv aan het O de bevoegdheid toekent zelfstandig te beslissen of n.a.v. een ingesteld
opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het penbaar Oinisterie om tot
vervolging over te gaan, leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke
toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van
het O in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzeten van die vervolging onverenigbaar is
met beginselen van een goede procesorde (r.o. 0.3):

 Zo’n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet
nadat door het O gedane, of aan het O toe te rekenen, uitlatngen (of daarmee gelijk te
stellen gedragingen) bij de verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat hij
niet (verder) zal worden vervolgd. Aan uitlatngen of gedragingen van functonarissen aan wie
geen bevoegdheden i.v.m. de vervolgingsbeslissing zijn toegekend, kan zulk gerechtvaardigd
vertrouwen dat (verdere) vervolging achterwege zal blijven evenwel in de regel niet worden
ontleend (zie HR Vertrouwensbeginsel).
 Een uitzonderlijk geval als zojuist bedoeld doet zich ook voor wanneer de vervolging wordt
ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het O heef kunnen oordelen
dat met (voortzetng van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang
gediend kan zijn. In het geval van een zodanige, aperte onevenredigheid van de
vervolgingsbeslissing is de (verdere) vervolging onverenigbaar met het verbod van willekeur. Aan
het oordeel dat het penbaar Oinisterie om deze reden in de vervolging van een verdachte niet-
ontvankelijk moet worden verklaard, dienen zware motveringseisen te worden gesteld (zie HR
Vervolgingsbeslissing genomen door parketsecretaris).

Het gerechtshof heef bovenstaande maatstaf miskend (r.o. 0.4). Het bovenstaande neemt niet weg dat
het de rechter vrijstaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van een verdachte in
het kader van beantwoording van de in art. 35l Sv bedoelde vraag (waaronder de vraag of, en zo ja
welke, straf of maatregel moet worden opgelegd). Van een niet-ontvankelijkheid in de strafvervolging op
grond van uitzonderlijke omstandigheden, de persoon van de verdachte betrefende, kan echter slechts
sprake zijn indien die omstandigheden meebrengen dat geen redelijk handelend lid van het O heef
kunnen oordelen dat met (voortzetng) van de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving
beschermd belang gediend kon zijn (r.o. 0.5).

HR Intrekken verzet tegen strafeschikking?: de kantonrechter en het gerechtshof hebben een verdachte
niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet, nu hij na instelling van het verzet (vrijwillig) aan de
strafeschikking heef voldaan. In art. 057e lid 11 Sv wordt het doen van verzet geregeld. Daarin is onder
meer bepaald dat het verzet niet kan worden gedaan indien vrijwillig aan de strafeschikking is voldaan

, dan wel na schrifelijke afstand van de bevoegdheid tot het doen van verzet. Intrekking van een gedaan
verzet wordt mogelijk gemaakt in art. 057e lid 8 Sv; daarbij is niet bepaald dat intrekking kan geschieden
door vrijwillig aan de strafeschikking te voldoen. Uit het samenstel van deze bepalingen volgt dat een
eenmaal gedaan verzet niet vervalt enkel door vrijwillig te voldoen aan de strafeschikking. Zulks komt
ook overeen met de regeling over intrekken en afstand doen van gewone rechtsmiddelen in art. 453 e.v.
Sv (r.o. 0.4).

Week 5 – Veerarrest

EHRO Letellier v. Frankrijk: in eerste instante is het aan de natonale rechter om ervoor te zorgen dat de
voorlopige hechtenis van een verdachte de redelijke termijn niet overschrijdt. Daartoe moet de rechter
alle feiten afwegen die pleiten voor of tegen het bestaan van een oprecht vereiste van algemeen belang
(“genuine requirement of public interest”) om daarmee, met inachtneming van de onschuldspresumpte,
te rechtvaardigen dat wordt afgeweken van het recht op respect voor de individuele vrijheid. Deze
afweging moet worden uiteengezet in de beslissing van de rechter en het is op basis van deze afweging
en de door de klager naar voren gebrachte feiten, waarop het EHRO beoordeelt of sprake is van een
schending van art. 5 lid 3 EVRO. Het voortduren van een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafaar feit is een noodzakelijke voorwaarde (“condition sine qua non”) voor de rechtmatgheid van
voortdurende detente, maar na verloop van tjd volstaat een enkele verdenking niet meer; het EHRO
moet dan beoordelen of andere gronden het voorarrest rechtvaardigen. Indien deze gronden relevant en
voldoende (“relevant and sufcient”) zijn, moet het EHRO tevens verzekeren dat de natonale
autoriteiten speciale voortvarendheid (“special diligence”) hebben betracht bij het proces (par. 35).
Het EHRO benadrukt dat vluchtgevaar niet enkel kan worden gebaseerd op de zwaarte van de
strafedreiging. Vluchtgevaar moet worden beoordeeld met betrekking tot een aantal relevante
factoren die ofwel het bestaan van vluchtgevaar bevestgen, ofwel ontkrachten (par. 45). Indien
vluchtgevaar de enige grond voor het voorarrest vormt, moet de verdachte worden vrijgelaten als hij
adequate garantes kan aanleveren die verzekeren dat hij ter terechtzitng verschijnt (zoals een
borgsom, par. 46).
Het EHRO accepteert dat, vanwege hun specifeke ernst en de maatschappelijke reacte daarop,
sommige misdrijven maatschappelijke onrust kunnen veroorzaken die voorarrest – in ieder geval voor
een tjdje – rechtvaardigen. nder exceptonele omstandigheden mag deze grond derhalve worden
aangewend in het kader van art. 5 EVRO, indien het natonale recht daarin voorziet. Echter, deze grond
kan enkel worden gekwalifceerd als relevant en voldoende indien de grond is gebaseerd op concrete
feiten die aantonen dat de vrijlatng van de verdachte daadwerkelijk maatschappelijke onrust zou
veroorzaken. Daar komt bij dat voorarrest enkel rechtmatg is indien de maatschappij daadwerkelijk
bedreigd blijf; de voortduring van het voorarrest mag niet antciperen op een gevangenisstraf.

EHRO Smirnova v. Rusland: een verdachte moet zijn proces altjd in vrijheid afwachten, tenzij de staat
kan aantonen dat relevante en voldoende redenen bestaan om het voorarrest te laten voortduren (par.
110). Jurisprudente van het EHRO accepteert vier redenen om borgtocht te weigeren (par. 113):

11. Het risico dat de verdachte niet ter terechtzitng zal verschijnen. Aanname van vluchtgevaar
mag niet louter worden gebaseerd op de zwaarte van de strafedreiging. Gekeken moet worden
naar de persoon van de verdachte, zijn moraal, zijn actvaabezit, zijn relate tot de vervolgende
staat en zijn internatonale contacten (par. 114);

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TobiasWouters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  2x  verkocht
  • (1)
  Kopen