Samenvatting Psychologie
Casustoets 2.1: Als opvoeden niet vanzelf gaat
1. Sociale cognitie en sociale perceptie
Sociale cognitie is de manier waarop mensen over zichzelf en de sociale wereld denken. Er zijn
twee typen sociale cognitie: automatische sociale cognitie en gecontroleerde sociale cognitie.
Automatisch sociale cognitie hangt samen met een manier van denken die snel en
automatisch is. Dit heet automatisch denken. Bij gecontroleerde sociale cognitie kost het
denken meer inspanning en zijn keuzes meer weloverwogen. Dit heet gecontroleerd denken.
1.1 Sociale cognitie
1.1.1 Automatisch denken
Automatisch denken is denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder
inspanning geschiedt. Het is dus een ‘refeex, je denkt er niet over na.
Automatisch denken helpt ons nieuwe situaties te begrijpen, doordat we ze in verband kunnen
brengen met eerdere ervaringen. We weten bijvoorbeeld dat we in een fastfoodrestaurant aan
de balie moeten bestellen, omdat onze ervaringen uit het verleden ons automatisch vertellen
dat dit de gang van zaken is in een fastfoodrestaurant.
Hiervoor gebruiken we schemaxs. Dit zijn mentale structuren waarmee we onze kennis over de
sociale wereld organiseren. Hiermee organiseren we dus de informatie in onze hersenen. Onze
waarnemingen, gedachten en herinneringen worden door deze structuren beïnvloed.
De term ‘schemax is erg algemeen en omvat onze kennis over vele zaken, zoals bijvoorbeeld
wat er gewoonlijk gebeurt als mensen uit eten gaan. Zoxn schema over een gebeurtenis wordt
ook wel een script genoemd. Een script is dus een schema over een specifeke gebeurtenis,
oftewel de beschrijving van hoe zoxn gebeurtenis gewoonlijk verloopt.
Onze schemaxs bevatten onze basiskennis en de indrukken die we gebruiken om onze kennis
over de sociale wereld te organiseren en om nieuwe situaties te interpreteren.
Welk schema wordt toegepast is onder andere afhankelijk van de toegankelijkheid. Dit is de
mate waarin schemaxs en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden
waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen over de sociale wereld.
We maken het meest gebruik van schemaxs die goed toegankelijk zijn, wat betekent dat ze
sterk in ons denken leven. Er zijn twee soorten toegankelijkheid: blijvend toegankelijk en
tijdelijk toegankelijk.
Schemaxs kunnen blijvend toegankelijk zijn door eerdere ervaringen. Als er in jouw omgeving
bijvoorbeeld veel alcoholisme voorkomt is de kans groter dat deze kenmerken je te binnen
schieten als je iemand op straat ziet wankelen.
Schemaxs kunnen tijdelijk toegankelijk zijn, omdat het bijvoorbeeld gerelateerd is aan een doel
dat we op dat moment hebben. Een schema kan ook tijdelijk toegankelijk worden door recente
ervaringen. Dit betekent dat een specifek schema of kenmerk op een bepaald moment op de
voorgrond staat door iets waarover je hebt nagedacht of wat je vlak voor iets hebt gedaan.
,Priming is het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema,
kenmerk of concept verhogen.
Schemaxs kunnen hun eigen leven gaan leiden, zelfs als ze volledig weerlegd zijn. Het
perseveratie-efect is de bevinding dat de opvattingen die mensen hebben over zichzelf en de
sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Het is echter niet altijd zo dat we informatie over het tegendeel negeren. Het
bestraffingsefect is de bevinding dat positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan
bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen. Een
verklaring hiervoor kan zijn dat mensen overschatten in welke mate hun opvattingen op grond
van nieuwe informatie moet worden bijgesteld en daardoor te veel doorschieten naar de
negatieve kant.
De selfulflling prophecy (zichzelf waarmakende
voorspelling) werkt als volgt: mensen (1) hebben een
verwachting over hoe iemand anders is, die (2)
verwachting beïnvloedt de manier waarop ze zich
tegenover diegene gedragen, waardoor (3) diegene
zich consistent met de verwachting gaat gedragen,
zodat de verwachting uitkomt (4). Dit is een vicieuze
cirkel.
Het Pygmalionefect is een positieve selfulflling
prophecy: als er positieve verwachtingen zijn van
mensen, gaan zij beter presteren.
In ons dagelijks leven kunnen doelen elkaar in de weg zitten; welk doel we dan nastreven, kan
een automatische keuze zijn. Eenmaal geactiveerde, maar nog niet behaalde doelen blijken
ons automatisch denken te blijven beheersen. Dit wordt het Zeigarnikefect genoemd.
Automatisch doelen nastreven is, net zoals automatisch beslissen, een vorm van automatisch
denken.
Een andere vorm van automatisch denken is de toepassing van specifeke regels en snelle
aannames wanneer we over de sociale wereld denken. In het veld van de sociale cognitie
verstaat men onder beoordelingsheuristieken de snelle basisregels die mensen gebruiken om
snel en efficicnt te kunnen oordelen. Heuristieken zijn meestal uiterst functioneel en praktisch,
maar ze kunnen ook leiden tot een fout oordeel. Er zijn drie soorten heuristieken:
Beschikbaarheidsheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak waarmee ze iets voor
de geest kunnen halen.
Bijvoorbeeld: bepaalde ziektesymptomen kunnen op meerdere ziektes wijzen, maar
wanneer artsen de beschikbaarheidsheuristiek gebruiken overwegen ze vooral diagnoses
die hun gemakkelijk te binnen schieten.
Representativiteitsheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen iets classifceren op grond van de mate waarin het lijkt
op een karakteristiek geval.
Bijvoorbeeld: zodra veel aanwijzingen zich concentreren op één verdacht, zal men minder
snel geneigd zijn om op zoek te gaan naar het tegendeel. Dit kan tot onterechte
veroordelingen leiden.
Anker- en correctieheuristiek
Mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt gebruiken en
vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren.
De cultuur waarin we opgroeien, beïnvloedt onze denkwijze op verschillende fundamentele
manieren:
, Analytische denkstijl
Manier van denken waarbij mensen zich richten op de kenmerken van objecten zonder
aandacht te schenken aan de context; deze manier van denken is gebruikelijk in de
westerse wereld.
Holistische denkstijl
Manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel, met name de wijze
waarop objecten zich tot elkaar verhouden; deze manier van denken is gebruikelijk in
Oost-Aziatische culturen.
1.1.2 Gecontroleerd denken
Gecontroleerd denken is denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en dat
inspanning vereist.
Tegenfeitelijk denken is een vorm van gecontroleerd denken. Dit doe je wanneer je een aspect
van het verleden op mentaal niveau verandert zodat je je kunt voorstellen hoe het had
kunnen zijn. Tegenfeitelijk gedachten kunnen veel invloed hebben op onze emotionele reactie
op gebeurtenissen. Onze emotionele reactie op een bepaalde uitkomst is sterker naarmate
het eenvoudiger is deze uitkomst mentaal ongedaan te maken. Deze manier van denken kan
ook leiden tot piekeren.
Tegenfeitelijk denken is ook functioneel. Het stilstaan bij hoe zaken anders hadden kunnen
lopen, helpt bij het verklaren van verbanden tussen gebeurtenissen. Het biedt inzichten die
kunnen helpen je voor te bereiden op toekomstige gebeurtenissen en beslissingen.
In plaats van ergens over te piekeren, kun je ook je best doen om ergens niet aan te denken.
Dat wordt gedachtenonderdrukking genoemd: de poging om alle gedachten over iets wat we
zo snel willen vergeten te vermijden. Dit onderdrukken is een samenspel van automatische en
gecontroleerde processen en kost inspanning. Zodra we moe of afgeleid zijn, laat het
gecontroleerde proces het hierbij snel afweten met als gevolg dat de ongewenste gedachten
automatisch eetra in ons opkomen.
De barrière van overdreven zelfvertrouwen is het gegeven dat mensen gewoonlijk te veel
vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen.
1.2 Sociale perceptie
Sociale perceptie is de manier waarop we ons een indruk vormen van en conclusies trekken
over andere mensen. Onze non-verbale communicatie voorziet anderen van een overvloed
aan informatie en vice versa.
1.2.1 Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie verwijst naar de manier waarop mensen opzettelijk of onopzettelijk
communiceren zonder woorden; onder meer gelaatsuitdrukkingen, stemgeluid, gebaren,
lichaamshouding en -beweging, aanraking en oogcontact.
Mensen hebben een bepaald soort hersencellen, spiegelneuronen. Deze neuronen reageren
als wij zelf een bepaalde handeling verrichten en als we een ander deze handeling zien
verrichten. Deze neuronen lijken de basis te vormen van onze empathische vermogens.
Alle mensen coderen. Dit is het uitdrukken of voortbrengen van non-verbaal gedrag, zoals
glimlachen of iemand op de rug kloppen. Decoderen is het interpreteren van de betekenis van
non-verbaal gedrag van andere mensen, zoals de conclusie dat een klopje op de rug een
uitdrukking is van minachting, en niet van vriendelijkheid.
Het accuraat decoderen van gezichtsuitdrukkingen is gecompliceerd. Zo is er sprake van
vermenging van afect. Dit is een gelaatsuitdrukking waarin een deel van het gezicht de ene
emotie uitdrukt, terwijl een ander deel van het gezicht een andere emotie uitdrukt.