Resume module 1 Concepts
Master of Science – Evidence Based Practice – UVA
Tegenwoordig:
- door voortdurende wijzigingen in inzichten, veel nieuw bewijsmateriaal wat continue
toestroomt
- niet alle gepubliceerde artikelen even hoge wetenschappelijke kwaliteit
- de vraag van patiënten wat onderbouwende bewijs is van een
behandelingsbeslissing
- de vraag van ziektekostenverzekeraars en politiek over de doelmatigheid (effectiviteit
en toepasbaarheid) en van gangbare of nieuwe behandeling
EBM is in de jaren 1980 ontstaan, op McMaster Medical School in Canada.
De informatie over de individuele patiënt wordt verkregen uit anamnese, voorgeschiedenis,
lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek, gecombineerd met uit klinisch
wetenschappelijk onderzoek verkregen kwantitatieve gegevens over de oorzaken van ziekte,
de waarde van diagnostische bevindingen, de prognose van de patiënt en de effecten van
therapeutische interventies. Pathofysiologie is theoretische grondslag. Klinisch
wetenschappelijk onderzoek wordt ontworpen op grond van pathofysiologische en
biomedische inzichten.
Definitie EBM
Het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste
bewijsmateriaal om beslissingen te nemen over de zorg voor individuele patiënten, in
combinatie met de expertise van de clinicus en voorkeuren van de patiënt. De praktijk
van EBM impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste
bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren,
wensen en verwachtingen van de patiënt spelen bij de besluitvorming een centrale rol.
Epidemiologie
Onderzoek met methoden in grote groepen
Evidence
mensen om vergelijking of causaal verband
te zien. EB
Clinicus
P
Patient
Klinische epidemiologie M
Onderzoek gericht op patiënten in een sample/populatie om vergelijking, associatie, of
causaal verband te zien tussen determinant en ziekte/uitkomst.
De wetenschap van voorspellingen van individuele patiënten, door tellen van klinische
gebeurtenissen in groepen van vergelijkbare patiënten. Met gebruik van sterkte
wetenschappelijke methoden voor nauwkeurige, valide voorspellingen. Doel is het
ontwikkelen en toepassen van klinische observaties dat leidt tot valide conclusies bij
vermijden van systematische fouten en toevalsfouten.
,Verschil tussen epidemiologie en klinische epidemiologie is dat bij epidemiologisch patiënten
maar óók gezonde mensen zitten (volksgezondheid)! Bij klinische epidemiologisch
onderzoek wordt gekeken naar zieke mensen of mensen met speciale klinische eigenschap.
De 4 domeinen van klinische epidemiologie:
Diagnose
o Vaak pico moeilijk toe te passen, soms alleen PO of PIO I is dan indextest
o Aanwezigheid, aard, ernst van ziekte
Prognose
o IC zijn af of aanwezigheid van prognostische factor
o Voorspellen verloop en uitkomst van ziekte
Etiologie
o oorzakelijk/ bijwerkingen
o causale relaties
o bepalen van risico van ziekte
o IC zijn af of aanwezigheid van etiologische factor
Therapie
o interventie/behandeling/preventie
o werkzaamheid, effectiviteit, efficiente van behandeling
5 staps-methode:
1. ASK (vraag: klinisch probleem in beantwoorde vraag/PICO)
2. Access (bereikbaarheid: efficiënt zoeken best beschikbare bewijsmateriaal)
3. Appraise (beoordelen: kritisch beoordelen van evidence,
a. validity, important, apply
4. Apply (toepassen in praktijk, maak klinische beslissing)
5. Audit (evalueren van kwaliteit, proces en resultaten)
Baseline risk
Kans op het optreden van een ongewenste klinische uitkomst indien er zou worden
afgewacht/zonder ingrijpen.
,Level of evidence, gebaseerd op studiedesign:
1. N of 1 randomized trial(?) (geblindeerde patiënt en clinicus)
2. Systematic reviews of randomized trials
3. Single randomized trail
4. Systematic review of observational studies addressing patient-important outcomes
5. Single observational study addressing patient-important outcomes
6. Physiologic studies (blood pressure, cardiac output, exercise capacity, bone density)
7. Unsystematic clinical observations
Soorten evidence:
1. Onbewerkte evidence: orginele onderzoeken
2. Evidence verwerkt in synopses: systematische literatuuroverzichten, besliskundige
analysen, kosteneffectiviteitsanalysen, richtlijnen, formularia en kompassen. Centraal
staat de systematic review waaruit dit gevormd wordt.
Synopses = artikel dat een studie/SR of verslag samenvat/ beoordeelt /adviseert
Synthesis = samenvatting/ beoordeling van een onderwerp/topic, meerdere artikelen
Hierarchy of evidence:
1. EBM richtlijnen
2. Synopses (ontlast van zoekstrategie en kwaliteitsbeoordeling)
3. Systematic reviews
4. Studies (orgineel, informatieve moet nog bewerkt worden. Gebruik alleen als
antwoord nergens anders te vinden is)
Biologic sciences
Onderzoeken naar opeenvolgingen van biologische events wat leidt van gezondheid
tot ziekte. Op menselijk niveau, om lichaam en ziekte te begrijpen.
Clinical sciences
Op individuele patiënten (anatomie, psychologie)
Epidemiology
Onderzoek met methoden in grote groepen mensen om vergelijking of causaal
verband te zien.
Health service research
Gezondheidszorgsysteem, organisatie van niet biologische factoren,
werkomstandigheden, faciliteiten, kosten
5 D’s (gezondheidsuitkomsten):
Death (slechte uitkomst)
Disease (paar van symptomen, lab afwijkingen)
Discomfort (symptomen als pijn, jeuk, kortademig)
Disability (mobiliteit en beschikbaarheid dagelijkse bezigheden)
Dissatisfaction (emotioneel, reactie op ziekte )
, Populatie
Alle mensen in gedefinieerde setting of met gedefineerde karakteristieken.
Ongeselecteerde mensen in een gemeenschap zijn de gebruikelijke populatie voor
oorzakelijke studies. Clinical populaties includeren alle mensen met klinische
karakteristieken.
- Target= iedereen die ooit heeft bestaan, bestaat of gaat bestaan
- Source/bron = iedereen waar ik toeging tot heb
- Base/basis = de zieke van de target en de bron samen
- Research = sample of onderzoekspopulatie of steekproef
Sample
Een deel/ groep mensen van de gedefinieerde populatie waar onderzoek op wordt
gedaan. Uiteindelijk kan er een gevolgtrekking worden gemaakt, gebaseerd op data uit
sample, maar voor hele populatie, mits goed interne en externe validiteit.
Bij onderzoek bekijk je sample uit hele populatie die je wilt onderzoeken en daarover
een conclusie trekken als sample goed geselecteerd is, methode goed opgezet is.
Validiteit
Meten wat je wilt meten (accurate, sound, correct, true, afwezigheid bias)
Betrouwbaarheid/ precisie
Tweede meting zelfde resultaat (reproduceerbaarheid, consistent, reliable, afwezigheid
toevalsfouten)
Interne validiteit
De mate waarin de resultaten van de studie juist zijn voor de onderzochte sample.
Sample validiteit.
Goed opgesteld onderzoek: design, data verzameling, analyse, omgaan met bias en
random variation.
Externe validiteit
De mate waarin de resultaten van de studie toepasbaar zijn voor de populatie of in
andere settings. Ook wel generaliseerbaarheid genoemd. Toepasbaarheid op target.
- Generalisatie: geografisch
- Extrapolatie: demografisch
- Toepasbaar (SCRAP = sex, comorbidities, race, age, pathology)
Zes gebieden klinische onzekerheid Eddy
1. Definitie van ziekte is breed en niet zwart-wit
2. Het stellen van een diagnose is voor iedereen afhankelijk van verschillende factoren
die door iedereen op een manier geïnterpreteerd kan worden “individuele invloed”
3. Behandeling selecteren
4. Uitkomsten meten (meetapparatuur, definities, bias, confounding). Multipele
uitkomsten die voor elke persoon op een manier belangrijk of onbelangrijk kunnen
zijn, afhankelijk van wie je bent en wat je leefstijl is
5. Voorkeur behandeling (eigen ervaring, ervaring patiënt, voorkeur arts)