100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges 1 t/m 6 Wetenschapsfilosofie (Slides en Uitleg): Midterm €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hoorcolleges 1 t/m 6 Wetenschapsfilosofie (Slides en Uitleg): Midterm

2 beoordelingen
 172 keer bekeken  9 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting van de eerste 6 hoorcolleges, met alle tekst van de slides en toelichting per dia van de docent.

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 8 van de 53  pagina's

  • Onbekend
  • 6 november 2018
  • 6 november 2018
  • 53
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (61)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Evizegikniet • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: melaniemolenaar • 5 jaar geleden

avatar-seller
jolijnvenus
Wetenschapsfilosofie
Hoorcollege 1: Inleiding en de antieke filosofen

Programma voor college 1

1. Wat is filosofie?
2. Wat is wetenschapsfilosofie?
3. Wat is het belang van wetenschapsfilosofie voor jullie?
4. Kennisleer: rationalisme vs. empirisme;
5. Samenvatting;
6. Vooruitblik.

1. WAT IS FILOSOFIE?
Antwoord (1): conceptueel onderzoek;
Antwoord (2): conceptuele verheldering;
Antwoord (3): grondslagenonderzoek/ geldigheidswetenschap;
Antwoord (4): perspectiefwisseling;
Antwoord (5): zoektocht naar de waarheid;
Antwoord (6): all of the above.

(1) Filosofie als conceptueel onderzoek
Empirisch (wetenschappelijk) onderzoek levert een wetenschappelijk wereldbeeld;
Normale wereldbeeld: manifest wereldbeeld;
Filosofie: wat bedoel je met term / concept X? (X = “quark”, “God”, “leven”, “intelligentie”, “psyche”....)
Wat is de link tussen deze wereldbeelden?

Analyseren van de concepten die je hebt. Wat bedoel je met die concepten/ termen? Bijvoorbeeld
‘biologie’ (leer van het leven) en ‘leven’, bedoel je hetzelfde?

(2) Filosofie als conceptuele verheldering
Net als bij de conceptuele analyse vraag je naar wat iemand met zijn concepten bedoelt;
Maar je gaat een stap verder: je kijkt naar de wetenschap om de concepten bij te stellen (wellicht levert de
wetenschap kennis op die je niet krijgt door enkel conceptuele analyse).

Wat bedoelt de bioloog met leven? Misschien moeten we ons alledaagse begrip van leven dan aanpassen.
Conceptuele verheldering = wat kan je nog meer te weten komen over een concept?

(3) Filosofie als geldigheidswetenschap
In de wetenschap gebruik je allerlei fundamentele concepten (zoals het concepten van ‘causaliteit’);
Meestal doe je dat zonder stil te staan bij die concepten;
Maar zijn die concepten wel geldig? (Dus: is ‘causaliteit’ wel een geldig begrip?) (Je vraagt naar de
geldigheid van grondslagen).

Een wetenschap; het houdt zich bezig met fundamentele begrippen zoals causaliteit. Alle wetenschappers
gebruiken dit begrip, maar is dat wel een geldig concept? Is dat wel een concept waarin we
gerechtvaardigd zijn om over de wereld te praten?

(4) Filosofie als perspectiefwisseling
Op de middelbare school wordt het vak filosofie onder andere gepresenteerd als een training in
perspectiefwisseling.

,Je hebt een opvatting; iemand anders heeft een andere; wat zouden zijn argumenten daarvoor zijn?
Proberen het perspectief van een ander in te nemen.

(5) Filosofie als zoektocht naar de waarheid
In het oude Griekenland liepen en docenten rond – de sofisten – die je leerde argumenteren;
Het ging niet om de waarheid, maar om of je de ander kon overtuigen (een beetje zoals advocaten nu);
Daar verzette Socrates zich tegen.

Socrates verdedigde dit standpunt. Sofisten = leraren, die leren jou hoe je een debat kon binnen. Soort
advocaat nu. Niet geïnteresseerd in de waarheid maar in de overtuigingskracht, dit leren de sofisten jou.
Socrates zei dat dit niet de bedoeling kan zijn van een opleiding, deze moet jou juist de waarheid leren.

(6) Filosofie is dit allemaal (en meer?)
Dit zijn wellicht niet alle antwoorden;
Misschien is het handig om te zeggen dat filosofie dit allemaal is: we willen weten wat we bedoelen met
onze concepten, we willen dat ze geldig zijn, en om daar achter te komen moeten we soms een ander
perspectief innemen, zodat we alles zo helder en duidelijk mogelijk krijgen.

Je wilt geen begrippen gebruiken die nergens naar verwijzen in de wereld.

2. WAT IS WETENSCHAPSFILOSOFIE?

Wetenschapsfilosofie/ -leer
Dit is filosofische reflectie op wat wetenschap is, doet en aan kennis genereert;

Bijvoorbeeld: Waarom vallen Stephen Hawkings beweringen over zwarte gaten binnen het domein van de
wetenschap en Joke Dammans beweringen over witte geesten niet?

Reflecteren, nadenken over wat wetenschap is en hoe het onze kennis genereert. Noem eens een
wetenschapper. Bijvorobeeld Stephen Hawkings. Maar waar heeft hij het eigenlijk over? Zwarte gaten o.a.,
deze kan je niet zien. Anderzijds is er Jomanda (medium); zij krijgt informatie van witte geesten die je niet
kan zien. Dit is pseudowetenschap. Waarom is Stephen Hawking dan wetenschapper en Jomanda niet? Hoe
maak je dat verschil?

Wat is wetenschap?
Op deze vraag komen we uitgebreid terug;
[A] We gebruiken het woord "wetenschap" heel vaak & gebruiken dat ook goed;
[B] Maar wat zijn nu de eigenschappen van wetenschap?

We hebben wel een idee van wat wetenschap is, maar geen helder antwoord, d.w.z. we gebruiken het
woord wel goed en kunnen mensen wijzen op foutief gebruik, maar wat is wetenschap nu precies?

3. WAAROM WETENSCHAPSFILOSOFIE VOOR NIET-FILOSOFEN?

[1] Psychologie heeft de status van wetenschap
Het hoort bij je academische vorming dat je een kritische houding in kan nemen ten opzichte van je eigen
studie. Het komt neer op kritisch denken. Kennis die je nodig hebt om kritisch te reflecteren op de
psychologische wetenschap.

Is wat jullie de afgelopen jaren bestudeerd hebben wel wetenschap? Om die vraag te kunnen beantwoorden,
moeten we weten wat wetenschap is.

,[2] Wetenschap speelt een belangrijke rol in de samenleving
Wetenschap heeft het monopolie op kennisverwerving; Dus als Trump zegt een goede intuïtief te hebben,
dan wil je een degelijke methode hebben om te kijken of dit waar is.
Is dat terecht? (En wat is de implicatie van het antwoord voor de psychologie?)
Kritisch denken dus.

Beter inzicht
Het doel van de cursus is om jullie een beter inzicht te verschaffen in wat de grondslagen zijn van de
psychologie als wetenschap en daarmee in de psychologie;
Een algemene discussie van wat kennis en wat wetenschap is, is daarbij van belang om te kunnen
beoordelen wat het inhoudt te zeggen dat psychologie wel of geen wetenschap is.

Betere wetenschappers
Een belangrijk doel is om ervoor te zorgen dat jullie de kennis hebben die de kritische reflectie op
wetenschap mogelijk maakt;
Het effect daarvan is – hopelijk – dat jullie betere wetenschappers worden;
De universiteit wil natuurlijk niet een nieuwe Diederik Stapel afleveren.

4. KENNISLEER

Kennisleer = epistemologie
Wetenschapsfilosofie begon met kennisleer;
Kennisleer stelt drie vragen:
(1) Wat is (zekere) kennis?
(2) Hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen?
(3) Wat is de bron van kennis?

M.b.t. deze kwesties zijn traditioneel twee posities/visies ingenomen over wat kennis is en waar het
vandaan komt:
(1) het rationalisme: echte kennis is afkomstig van de ratio, de rede;
(2) het empirisme: echte kennis is afkomstig van de zintuiglijke ervaring.

Kennis is bij beide mogelijk; alleen is de bron verschillend. Deze zijn samen tegen elkaar in debat maar
samen in debat tegen het scepticisme. Kunnen we wel echte kennis hebben? Wat weet je zeker, is dat
onbetwijfelbaar? Als je kennis hebt, moet je dit kunnen rechtvaardigen; dan heb je vaak een bepaalde
overtuiging. Kan je rechtvaardigen dat je zeker weet dat je fiets op de campus staat?

Kunnen we wel echte kennis hebben? Wat weet je zeker?

Scepticisme
Socrates op het marktplein; Hij gaat naar jonge mensen toe om te vragen wat zij nou echt zeker weten. Hij
blijft doorvragen. Zeker weten doen we dus niet, dus dan is het geen kennis. Weet je zeker dat je hier op
het marktplein staat en niet droomt? Stelt vraagtekens bij de gevestigde (vaak mythologische) opvattingen
(over Zeus; hij zei dat hij niet bestond en dat werd niet in dank afgenomen); Door democraten in Athene
werd hij ter dood veroordeeld vanwege atheïsme; terwijl hij ze eigenlijk leerde om kritisch te denken.

Scepticisme: “Perhaps the conclusion must even be that we do not know anything at all, and never will.”
(Dooremalen, De Regt, & Schouten, 2017, p. 12)

Socrates durft te betwijfelen, hij zorgt ervoor dat mensen gaan nadenken waarvan ze denken dat het
kennis is. Socrates: we zoeken naar de waarheid, maar we kunnen hem niet vinden. Je weet nooit iets
zeker!

,Weten we dan niets zeker?

4.1 Rationalisme
Rationalisten en empiristen zijn beide tegen scepticisme en zijn erover eens dat kennis wel mogelijk is.
Scepticisme zegt dat kennis onmogelijk is.
Centrale bewering: echte kennis komt (deels) voort uit het goed gebruiken van je verstand (ratio) (of wordt
aan die ratio getoetst); centrale, belangrijke claim
Geassocieerde bewering: er bestaat ingeboren kennis (= nativisme); alle rationalisten verdedigden dit wel
maar het is niet de centrale kern, het hoort erbij. Elke rationalist is dus ook nativist. Als je geboren wordt
heb je ingeboren ideeën/kennis.

Rationalist en nativist #1: Plato
De bron van kennis is de ratio;
Plato: Leren is herinneren - anamnèsis;
M.a.w.: je doet nooit nieuwe kennis op. (Maar dit wist je toch niet?)
Vraag: waarom zegt hij dat?
Plato geloofde in reïncarnatie van de ziel: voor je geboorte had je alle kennis al, die ben je vergeten bij je
geboorte; Vraag: Hoe zit dat?

Plato zegt: als je geboren wordt, heb je alle echte mogelijke kennis. Dat is gek. Hij was leerling van Socrates.
Socrates liet hem ook twijfelen aan het bestaan van de Goden. Daarmee vervallen veel verklaringen over
hoe de dingen in de wereld zijn ontstaan. Als je in de Griekse mythologie geloofd, weet je waarom het
regent en onweert en waarom slechte dingen jou overkomen. Maar als dit wegvalt; hoe komt het dan wel?
Dan moet je nieuwe theorieën over hoe de wereld in elkaar zit tot stand brengen. Plato doet dat. Geen
Griekse goden in zijn theorie, maar het zit wel tegen mythologie aan. Plato is een extreme nativist. Je kan
zijn claim direct weerleggen: Als het echte kennis is, is dit niet nieuw. Je kan dus geen nieuwe kennis
verwerven. Als je iets leert; herinner je je iets gewoon. Plato geloofd in een ziel die reïncarneert. En die ziel
heeft kennis. Deze had al kennis; deze wordt geboren in een lichaam; die geboorte is zo traumatisch dat je
alles weer vergeten bent. Het zit er nog wel; maar je moet je verstand gebruiken om het te achterhalen.
Kennis is een opvatting/overtuiging over hoe dingen zijn, een rechtvaardigde overtuiging; kennis over hoe
de dingen zijn. Socrates was een goede leraar maar had ongelijk volgens Plato; je wilt geen louter
meningen. Plato zegt: kennis is een opvatting over hoe de dingen zijn, of die waar zijn en hoe die
gerechtvaardigd zijn. Het is kennis over hoe de dingen zijn. We zijn opzoek naar echte kennis. We willen
geen louter meningen, want dat is niet gerechtvaardigd en is geen kennis. Het moet waar zijn en
gerechtvaardigd zijn; het moet gaan over de dingen zelf.




Plato reageert hier op Heraclitus
Heraclitus zei; Panta rhei = alles stroomt. Je kan nooit twee keer in dezelfde rivier stappen. Je stapt in een
rivier, je stapt eruit, er stroomt water doorheen, je stapt er nog een keer in, dan is het een andere rivier
want er is allerlei water doorgestroomd; het is niet meer hetzelfde. Ook jij bent niet meer hetzelfde. Je
hebt eten verteerd, jouw lichaam is een beetje veranderd. Ook jij kan niet twee keer in een rivier stappen
want jij bent ook veranderd. Plato is het hiermee eens; de wereld die wij waarnemen is in constante flux =
alles is continu in verandering, er is niets dat statistisch is; alles wordt en is continu in verandering. Er is
geen kennis maar dat wordt continu. Die stoel is niet eeuwig en al durend; die is ooit gemaakt; die stoel
gaat een keer kapot en dan is die er niet meer. Het is een proces van ontstaan en vergaan. De stoel is in
constante flux en het is eigenlijk een proces.

,Als in onze wereld alles continu verandert, dan is er niets;
DUS = Plato zei; als hij gelijk heeft en alles stroomt, dan kunnen we enkel doxa verwerven, geen epistème
(justify the true beliefs), kennis moet statisch zijn en eeuwig blijvend. Als ik wil beweren dat echte kennis
mogelijk is; dan moet er dus een wereld zijn waarin de dingen statisch en echt zijn. Dan krijg je een
verdubbeling van de wereld. Een wereld die we waarnemen en waarin alles beweegt en niets statisch is; en
de echte wereld (de wereld van de ideeën/ de wereld van de vormen); en daar zijn de dingen statisch en
daar kan je echte kennis krijgen; daar bewegen ze niet. De stoel, in de wereld die wij waarnemen, dan
denken wij dat die stoelen echt zijn. Maar de idee is dan het concept ‘stoel’. hij maakt de stoel een
conceptueel concept dat vast staat in de stromende wereld. Wij hebben niet allemaal het concept stoel in
ons hoofd; en dat we daardoor een stoel kunnen waarnemen; maar dat concept bestaat onafhankelijk in
een aparte wereld (deze opvatting zit dicht tegen mythologie aan). Soort hemel/2 e wereld waarin dingen
echt bestaan en echt zijn. Hij legt uit hoe mensen in een grot denken dat alles waar is en vergelijkt dit met
hoe wij denken.

Plato’s allegorie van de grot
Wanneer mensen die in een grot zitten kijken naar de schaduw van een stoel. Is dit een echte stoel uit de
echte wereld? Die mensen zien de stoel zelf niet; slechts de schaduw.

Als je gaat nadenken over kennis, moet je een wereld maken die onveranderbaar is. Onze ziel hoort
eigenlijk dus in de ideeënwereld want die veranderd. Onze ziel heeft dus deze wereld gezien. We hebben
kennis van de ideeën/vormen, niet van de wereld die je waarneemt. Wat we kunnen herinneren, gebruikt
onze ratio. We herinneren ideeën uit de ideeënwereld, hiermee verwerf je kennis.

Ideeën/ Vormen bestaan los van ons in een Ideeënwereld/ Vormenwereld; De ziel is verwant aan die
Ideeën; Kennis verwerven is daarmee je de Ideeën herinneren – anamnèsis = met je verstand kan je de
kennis uit de ideeënwereld halen. Plato doet een poging om een nieuwe theorie over de kennis in de
wereld uit te leggen. Plato: De bron van kennis is je verstand (rationalist); de geassocieerde bewering is er
zijn ingeboren ideeën; maar bij Plato was dit een beetje radicaal: alle kennis is ingeboren.

Meno
Meno is de eigenaar van een stuk land. Plato legt de theorie van anamnesis uit aan Meno. Meno zegt: dus
als iemand die niet gestuurd heeft, wel achter bepaalde kennis kan komen door zijn ratio te gebruiken?
Want ook hij heeft herinneringen. Bijvoorbeeld door te vragen om een vierkant twee keer zo groot te
maken. Dit is natuurlijk onacceptabel: Socrates legt de slaaf van Meno woorden in de mond wanneer
Socrates de antwoorden geeft. Dan herinnert hij zich dus wat hij moet doen. Dit soort rationalisme is dus
wel erg extreem. Descartes had een minder sterke versie (dat zien we in college 2). Descartes zei dat er
ingeboren kennis is, maar niet dat alle kennis is ingeboren. De bron van kennis is de ratio, het verstand, er
zijn ingeboren ideeën, maar niet alle kennis is ingeboren. Dus als er op het tentamen een vraag wordt
gesteld over het rationalisme; moet je niet antwoorden dat zij dachten dat alle kennis is ingeboren. Dit is
ook zo bij alle rationalisten, niet iedereen vindt dat alle kennis is ingeboren.

4.2 Empirisme
Centrale bewering: Empiristen menen dat de bron van kennis de ervaring opgedaan via de zintuiglijke
waarneming is; Dit is de common sense opvatting: als je wilt weten hoe iets zit, moet je kijken (of
luisteren...).

Empiristen zeggen dat alle kennis verworven is door zintuigelijke ervaringen: je moet dus observeren om
kennis te vergaren. Je zintuigen gebruiken; dit is erg common sense. Het gaat om de ervaring die je opdoet
in de zintuigelijke waarneming. Mogelijke discrepantie tussen ervaring en waar het een ervaring van is. Ik
zie een grijze deur; is er wel een grijze deur? Ervaar je die grijze deur? Ja, die is er. In de ervaring kan je je
niet vergissen = dit is wat empiristen willen; zekere kennis. De ervaring van de grijze deur doet ertoe. Als je
met tandpijn naar de tandarts gaat; de tandarts zegt u heeft geen tandpijn; jij zegt dat heb ik wel, daar kan
ik me niet in vergissen, ook al zit er geen gaatje in mijn kies.

,Het empirisme
De centrale claim is dat je kennis opdoet via de ervaringen die je hebt als waarneemt (= als je je zintuigen
gebruikt, ervaringen die je opdoet); Je kijkt naar de wereld en je ervaart allemaal dingen. Er is een
mogelijke discrepantie tussen wat echt is en wat je waarneemt. De empiristen willen ook zekere, echte
kennis. Als je denkt dat iets een deur is, is het dan ook wel echt een deur of gewoon een muur. Grieks:
empeira; Latijn: experienta;
Geassocieerde bewering: Als alle kennis uit de ervaring via de waarneming voortkomt, is er geen ingeboren
kennis. Want er moeten ervaringen opgedaan worden om kennis te verwerven, zij ontkennen het
nativisme. Je komt zonder kennis ter wereld (tegenovergestelde geassocieerde bewering t.o.v.
rationalisme).

Empiristisch ≠ Empirisch
Er is een verschil tussen empiristisch (Eng: empiricist) en empirisch (Eng: empirical); “Empiristisch” verwijst
naar het empirisme, de opvatting dat kennis voortkomt uit de zintuiglijke waarneming (staat tegenover
rationalistisch); Empiristisch staat tegenover rationalistisch. “Empirisch” verwijst naar de wetenschappelijke
methode, waarbij men gebruik maakt van observeerbare of experimentele gegevens om conclusies te
trekken over de wereld; Empirisch bewijsmateriaal voor een theorie is dus het bewijsmateriaal dat
verkregen is door observatie en experimenten; Empirisch staat tegenover hypothetisch of louter
theoretisch. Ook een rationalist kan bijvoorbeeld empirisch bewijsmateriaal hebben voor een onderzoek.
Ook een rationalist kan een experiment doen om te kijken of een hypothese wordt bewezen. Hij heeft dan
empirisch bewijsmateriaal. Empirisch staat tegenover ‘louter hypothetisch’.

Empirist #1: Aristoteles
Aristoteles was een leerling van Socrates maar was het niet eens met Plato. Hij was het ermee eens dat
kennis mogelijk is, hij is het niet met de scepticus (Socrates = kennis is onmogelijk) eens; maar ook niet
helemaal met Plato; althans niet met de oplossing. Een empirist komt meer als common sense over.
Verwerping Plato’s twee-werelden theorie: er is slechts één wereld en die is met de zintuigen waar te
nemen, er is geen nativisme; De ideeënwereld volgens Plato bestaat niet; Dit impliceert tevens een
afwijzing van ingeboren ideeën: de mens is een tabula rasa = onbeschreven blad. Er zijn geen ingeboren
ideeën.

Peripatisch principe
Aristoteles was de oprichter van het lyceum, waar hij zijn studenten al wandelend lesgaf: peripateo (= de
wandelaar) in het Grieks; Vandaar dat Thomas van Aquino het empiristische principe het peripathische
principe noemde: Nihil est in intellectu quod non prius fuerit in sensu: niets is in het intellect dat zich niet
eerst in de zintuigen bevond. Er zijn geen begrippen of concepten in onze geest die niet via onze zintuigen
daarin terecht zijn gekomen; dit is de kern van het empirisme. Kennis doe je op via de zintuigen.

Klopt Aquino’s interpretatie van Aristoteles?
Het belangrijkste bij Aristoteles’ epistemologie is inderdaad de zintuiglijke waarneming (de observatie); Hij
is in die zin met recht een empirist te noemen; kennis is observatie. Maar hij heeft wel rationalistische
elementen in zijn kennisleer.

Universalia/ algemene begrippen
Bij Plato is de (algemene) Idee Stoel een bestaande entiteit in de Ideeënwereld (= wereld waarin dingen
statisch zijn; onafhankelijk van ons); Aristoteles verwerpt dit; Aristoteles neemt alleen de concrete,
individuele dingen (de individuele stoelen waar); Hoe kom je dan aan een universeel, abstract begrip (dus
het begrip ‘stoel’ dat van toepassing is op alle individuele stoelen)? – Als dat niet is via je ratio om toegang
te hebben tot die ideeënwereld? Hoe kom je aan algemene waarheden (universalia)? = begrippen die op
veel dingen toepasbaar zijn. Aristoteles gebruikt hier inductie voor.

De idee stoel is dynamisch, niet eeuwig, kennis kan je alleen hebben van de idee stoel, Aristoteles zegt dat
het algemene concept in de ideeënwereld niet bestaat. Alleen concrete individuele dingen kunnen we
waarnemen. Je neemt een stoel waar. Hij snapt wel dat we het concept stoel hebben.

,Inductie
“Aristotle called the empirical procedure by which we move from the concrete to the universal induction
(or epagogè in Greek)[.]” (Dooremalen, De Regt, & Schouten, p. 34). Neem een abstracte, algemene
uitspraak als “alle mensen zijn sterfelijk” = erg algemeen; Wat je waarneemt zijn enkel concrete mensen (je
niet niet ‘de algemene mens’ waar), en daarvan kan je vaststellen dat die sterfelijk waren (in elk geval van
een aantal individuen waargenomen dat zij sterfelijk zijn) = inductie. ‘Dan zal iedereen wel sterfelijk zijn’.
Eigenlijk weet je dat pas als je alle mensen hebt geanalyseerd, maar dit kan niet.

Inductie is op basis van een aantal (maar niet alle) waarnemingen waarin A B is of op A B volgt concluderen
dat A altijd B is of op A altijd B volgt.

Concept stoel is algemeen.

Een probleem met inductie
Weet je zeker dat alle mensen sterfelijk zijn?
Nee: op basis van de waarneming alleen kan je niet zeggen dat de abstracte algemene stelling “alle mensen
zijn sterfelijk” waar is – je hebt louter een correlatie tussen een aantal individuen en dat ze zijn
doodgegaan;
Toch was ook Aristoteles van mening dat “alle mensen zijn sterfelijk” noodzakelijk waar was. Maar hoe
beredeneert hij dat? Hij claimt echte kennis.

Strikt genomen kan je niet zeggen dat je kennis hebt dat je weet dat alle mensen sterfelijk zijn.

Aristoteles’ oplossing
Inductie is daarmee slechts een eerste stap;
Er is nog een tweede stap nodig: je moet via je onfeilbare intellectuele capaciteit van de geest (nous, geest,
‘ratio’) inzien dat abstracties als “alle mensen zijn sterfelijk” noodzakelijke waarheden zijn;

Je ziet met je verstand in dat dit inderdaad zo moet zijn (intuïtieve inductie), je hebt dit niet uit de
observatie gehaald. Aristoteles is dus geen zuivere empirist.

Dit is intuïtieve inductie (= inzicht) → niet empiristisch maar rationalistisch

Maar dat is een rationalistisch element in zijn epistemologie.
Als Aristoteles eenmaal via een algemene bewering gevonden had, dan was hij daar verder niet heel
kritisch meer op; omdat hij denkt dat hij het zeker weet;
Dat is ook te begrijpen, want hij dacht dat hij via intuïtieve inductie vastgesteld had dat die algemene
bewering waar was en dat hij daar dus kennis over had.

4.3 De rol van Aristoteles in de late Middeleeuwen
In de Middeleeuwen had de katholieke kerk erg veel macht;
Kwesties m.b.t. kennis en werkelijkheid werden opgelost door ofwel de Bijbel te citeren, ofwel Aristoteles te
citeren;
Twee wegen tot de waarheid: [1] openbaring & [2] je verstand goed gebruiken (en als iemand dat gedaan
had, was dat toch wel de heiden Aristoteles, hij had zijn zintuigen goed gebruikt en was achter de
waarheden gekomen).

Hij werd in de Middeleeuwse tijd gezien als dé filosoof, en hij had altijd gelijk. Hij had alle waarheden
achterhaald door de capaciteiten die hij van God heeft gekregen. Maar zijn waarheden moeten
overeenkomen met de Bijbel, want daar staan ook waarheden in. Dit moet dus hetzelfde zijn.

Thomas van Aquino
Aquino probeerde de Christelijke leer met de opvattingen van Aristoteles (“De Filosoof”) te verenigen.

, Voorbeeld
Aristoteles had een theorie over stof en vorm, Stof (materie, zoals een stuk marmer) is in aanleg iets; Pas
door de vorm wordt het ook werkelijk iets (zo is een beeld eigenlijk al mogelijk aanwezig is in een stuk
marmer); Het beeld kan ook weer stuk; Dit is dus een proces van ontstaan en vergaan.

Als je een stuk marmer hebt dan is dit potentieel een beeld, dan maakt een beeldhouwer dat beeld, en dat
beeld gaat vervolgens ook weer stuk. Pata Rei = alles stroomt, alles verandert constant.

Vereenzelviging met de scheppende God
Aquino stelt dat God dit proces van ontstaan en vergaan in gang gezet heeft; Aristoteles onbewogen
beweger (= de eerste oorzaak). Er gebeuren allerlei dingen in de wereld en als er iets gebeurd dan gaat er
een oorzaak aan vooraf. Er moet ergens een beginpunt zijn, iets/iemand die zelf niet bewoog maar wel
alles in beweging zette. Volgens Aquino is dit God. Aristoteles had de Bijbel niet gelezen omdat dat niet
kon. Zo kan je het werk van Aristoteles overeenbrengen met wat er in de Bijbel staat.

Gevolg van de koppeling van Aristoteles aan de Bijbel
Men kon het daarna niet meer zomaar oneens zijn met Aristoteles; Want wat Aristoteles gezegd had, was
de waarheid die ook in de Bijbel stond; En dus: Aristoteles aanvallen impliceerde de Bijbel aanvallen.

Aristoteles’ opvatting over experimenten
Wij doen in de moderne wetenschap experimenten om iets te leren over de natuurlijke wereld; Aristoteles
deed geen experimenten omdat die ons niets zouden leren over de natuurlijke wereld. Je mag geen
experimenten doen om te achterhalen hoe de wereld in elkaar zit. Alleen maar observaties. Als je deze wel
doet, dan leert dat niks over de natuurlijke wereld.

Waarom had Aristoteles deze overtuiging?

Aristoteles’ reden
Aristoteles wilde ook weten hoe de natuurlijke wereld in elkaar stak; Zo had hij al een hele classificatie van
planten en dieren (waarbij hij walvissen als zoogdieren classificeerde); De methode was die van observatie;
Precies door dingen te manipuleren (zeg een steen op te tillen), ging men tegen de natuur der dingen in &
leerde men dus ook niets over die

Hij was wel een wetenschapper maar op de methode van observatie, niet door manipulatie
(experimenten), anders ga je tegen de natuur in. Dan leer je het onnatuurlijke. Hij heeft geen idee van
zwaartekracht oid. Steen heeft een innerlijk streven om bij zijn natuurlijke plaats te zijn (zo dicht mogelijk
bij de aarde); maar hij zou zeggen dat de steen naar beneden ‘gaat’. Hij zegt dat alles in de wereld is
doelgericht en die steen zou ook een doel hebben. Theologisch denken. Natuur der dingen. Als je hierover
iets wilt weten moet je gewoon kijken, en niet dingen gaan manipuleren. Je mag alleen observeren en geen
experimenten doen. Maar hierdoor werden er ook weinig ontdekkingen gedaan.

Gevolg
In de Middeleeuwen stonden zowel de filosofie als de wetenschap (waar feitelijk geen verschil tussen
gemaakt werd) min of meer stil, ook omdat er geen experimenten werden gedaan.

5. Samenvatting
Er zijn traditioneel twee antwoorden op de vraag wat de bron van kennis is: rationalisme & empirisme;
Plato’s opvattingen zijn in onze ogen wel heel vreemd en hij redeneert op het cruciale moment (in de
Meno) niet goed – je legt de slaaf van Meno woorden in de mond; Aristoteles’ opvattingen werkten door
tot aan het eind van de Middeleeuwen, zitten rationalistische elementen in.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolijnvenus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 84197 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  9x  verkocht
  • (2)
  Kopen