Hoofdstuk 4: Gorgias
a. De wet ten tijde van Kronos
‘’Luister dan, (zoals) men zegt/ze zeggen, naar een zeer mooi verhaal, dat jij zult
beschouwen als een mythe, zoals
ik denk, maar ik als een verhaal; want in de overtuiging dat het waar is, zal ik jou zeggen wat
ik op het punt sta
te zeggen. Want zoals Homerus zegt, hebben Zeus en Poseidon en Pluto
de heerschappij (onder elkaar) verdeeld, nadat ze die van hun vader
hadden gekregen. Deze wet was er dus over mensen bij/tijdens Kronos, en
altijd ook nu nog is hij bij (de) goden, dat van de mensen degene die rechtvaardig
zijn leven heeft doorgebracht en vroom, wanneer hij sterft/zal sterven, terwijl hij naar (de)
eilanden
van (de) gelukzaligen weggaat, woont in alle geluk buiten (het bereik van) kwaad, maar dat
degene die
onrechtvaardig en goddeloos (zijn leven heeft doorgebracht), naar de gevangenis van de
straf en het recht, die
ze dus Tartaros noemen, gaat. Van deze (mensen) waren tijdens Kronos
en tijdens Zeus, terwijl hij nog sinds kort de heerschappij had, (de) rechters levend van
levenden,
terwijl ze op die dag rechtspraken waarop ze zouden sterven; slecht dus werden de
vonissen geveld (Westerink, 2023).’’
1
, b. Zeus heeft kritiek op de wet
‘’Pluto dus en de opzichters die van (de) gelukzalige eilanden / eilanden van de gelukzaligen
kwamen
zeiden tegen Zeus dat (geregeld) bij hen mannen onverdiend naar beide kanten
kwamen. Dus zei Zeus: “Maar ik,” zei hij, “zal stoppen dat dit
gebeurt. Want nu worden de vonnissen slecht geveld. Want terwijl ze gekleed zijn,”
zei hij, “worden degenen die beoordeeld worden beoordeeld; want terwijl ze leven worden
ze beoordeeld.
Velen dus” zei hij, “zijn, terwijl ze slechte zielen hebben, bekleed met
(en) mooie lichamen en stambomen en rijkdommen, en, (telkens) wanneer het oordeel is,
komen vele getuigen voor hen, om te getuigen dat ze rechtvaardig
hebben geleefd; de rechters worden dus (en) door die (dingen) van de wijs gebracht, en
tegelijkertijd spreken ze recht, terwijl ze ook zelf bekleed zijn, terwijl ze voor de ziel van
henzelf
ogen en oren en heel het lichaam als bedekking houden. Dit
alles staat hun/voor hen dus in de weg, én de bekleding(en) van henzelf
en die van degenen die beoordeeld worden (Westerink, 2023).”’’
2
, c. Zeus brengt belangrijke veranderingen aan in de wet
‘’“Eerst dus,” zei hij, “moet er een eind aan gemaakt worden dat zij van tevoren weet
hebben van
de dood; want nu weten ze dat van tevoren. Dit is dus ook inderdaad al gezegd
tegen Prometheus (op)dat hij (dit) van hen wegneemt. Daarna moeten zij beoordeeld
worden, ontdaan
van dit alles; want het is nodig (dat zij) (terwijl zij) dood/gestorven (zijn) beoordeeld (te)
worden. Ook is het nodig
dat de rechter ontdaan/naakt is, (terwijl hij) dood/gestorven (is), terwijl hij met zijn ziel zelf
de ziel zelf
aanschouwt van ieder, nadat hij plotseling is gestorven, beroofd van alle
verwanten en nadat hij op de aarde al die versiering heeft achtergelaten,
opdat het oordeel rechtvaardig is (Westerink, 2023).”’’
3
, d. De drie rechters
‘’“Terwijl ik dat dus eerder had ingezien dan jullie, heb ik
zonen van mezelf rechters gemaakt, twee uit Azië, Minos en
Rhadamanthys, en één uit Europa, Aiakos; wanneer zij dus
zijn gestorven, zullen zij rechtspreken in de weide, op de driesprong waaruit
twee wegen leiden, de een naar (de) eilanden van (de) gelukzaligen, (en) de ander naar
Tartaros.
En degenen uit Azië zal Rhadamanthys beoordelen, en degenen uit
Europa Aiakos; aan Minos zal ik als eergeschenk geven om in laatste instantie te beslissen,
als
de beide anderen in iets radeloos zijn, opdat het oordeel zo rechtvaardig mogelijk is over
de reis voor de mensen (Westerink, 2023).”’’
4