Onderdeel 1: Emfyseem, CVA
(in de handleiding waren vragen 2-4 er niet)
1. Waarom moet men voorzichti ziin met zuurstof toedienini bii een emfyseempatintt Licht ie
antwoord toe.
Het ademcentrum reageert niet meer op het pCO2-gehalte in het bloed. Toediening van O2 neemt
de noodzakelijke prikkel voor de ademhaling weg, waardoor depressie van de ademhaling
(verminderde ademhaling) kan plaatsvinden met verergering van de respiratoire insufcicnëe.
5. Verklaar het hoie Hb (rode kleurstof in het bloed) en Ht (rode bloedcellen) bii een
emfyseempatint.
Bij ernsëg longemfyseem wordt zuurstof toegediend. Doordat de difusie in de longen slecht
verloopt, is de Hb en Ht in het bloed meestal verhoogd.
6. Wanneer treedt cyanose opt Welke vormen van cyanose ken ie en wat ziin de oorzakent
Cyanose treedt op wanneer er gebrek is aan zuurstof.
Centrale cyanose= wijst op een probleem met de circulaëe of ademhaling dat leidt tot verminderde
oxygenaëe van het bloed in de longen.
Perifere cyanose= wijst op een verminderde doorbloeding in de kleine bloedvaten, bijvoorbeeld
wanneer iemands handen erg koud zijn.
7. Wat is de werkini en biiwerkini van beta 2- sympathicomimetca en parasympatcolytca zoals
Atroventt
Beta2-sympathicomimeëca
Werking: sëmuleren selecëef beta2 receptoren van het sympathisch zenuwstelsel in de luchtwegen,
waardoor het bronchiale gladde spierweefsel relaxeert. Efect: bronchusverwijding.
Bijwerking: droge mond, spiertremor (trillen), spierkrampen, hoofdpijn, duizeligheid, rusteloosheid
en transpireren.
Parasympaëcolyëca
Werking: remmen de werking van acetylcholine door compeëëeve blokkade van de
muscarinereceptoren. In de luchtwegen leidt dit tot relaxaëe van gladde spieren. Efect:
bronchusverwijding.
Bijwerking: droge mond, hoesten, nasofaryngiës, misselijkheid, duizeligheid, hoofdpijn.
8. Wat is de werkini en biiwerkinien van cortcosteroïden inhalate en oraalt
Corëcosteroïden inhalaëe
Werking: verminderen de gevoeligheid van weefselreceptoren voor ontstekings- en
bronchusvernauwende mediatoren, remmen de infltraëe van ontstekingscellen, spelen een rol bij de
vorming van eiwiten die het ontstaan en de afgife van prostaglandinen en leukotricnen remmen,
remmen het mechanisme waarbij allergenen via IgE degranulaëe van mestcellen teweegbrengen.
Efect: verbetering longfuncëe, vermindering van ontstekingssymptomenaaantal exacerbaëesade
bronchiale hyperreacëviteitade inspanningsgebonden bronchusobstrucëe.
Corëcosteroïden oraal
Werking: ontstekingsremmend en immunosuppressief (anë-allergisch).
Bijwerking: hypertensie, gewichtstoename, diabetes mellitus, toename kans trombose, seksuele
disfuncëe.
,9. Wat verstaat men onder de GOLD-criteria bii COPDt Bii welke vorm is het risico op osteoporose
verhooidt
GOLD III en IV.
10. Hoe zal het de bloediasanalyse ziin bii een patint met exacerbate COPDt Licht ie antwoord
toe.
Hb en Ht laag omdat er een gebrek is aan zuurstof.
11. Verklaar het ontstaan van rechts decompensato cordis bii COPD. Gebruik hierbii het beirip
hypoxische vasoconstricte.
Het rechterdeel van het hart ontvangt zuurstofrijk bloed. Bij COPD is er een gebrek aan zuurstof.
Doordat er een hypoxische vasoconstricëe is, ontvangt het rechterdeel van het hart bijna geen
zuurstofrijk bloed meer door de vernauwing. Zo ontstaat er rechts decompensaëo cordis.
Mevrouw Cornelia Luni
Mevrouw Cornelia Lung, 69 jaar, heef de laatste weken steeds dikkere enkels gekregen.
Overdag plast zij weinig, maar s nachts moet ze wel 4 keer uit bed om te plassen. Zij heef sinds jaren
emfyseem, roken doet zij al van haar vijfiende (gemiddelde een pakje per dag).
Nu heef mevrouw Lung een kou opgelopen en wordt zij steeds kortademiger, ziet blauw en wordt
ook angsëger. Haar echtgenoot heef de huisarts gebeld. Deze wil de ambulance bellen om haar in
het ziekenhuis op te laten nemen, maar mevrouw Lung wil niet opgenomen worden. De huisarts
vindt haar zo kortademig dat hij haar een β2-sympathicomimeëcum geef en ook nog 20 liter
zuurstof toedient. Gelukkig ademt zij na verloop van ëjd rusëger.
,Vraai a
a) Beschriif de AMVIL.
A= onbekend
M= β2-sympathicomimeëcum
V= emfyseem
I= longemfyseem
L= onbekend
b) Beoordeel de parameters.
Ademfrequenëe verhoging, saturaëe te laag (voor COPD-paëcnt is dit goed?? 89% min), RR goed,
hartrequenëe iets verhoogd (normaal= 60-100), halsvenen stuwing, cap.refllëjd te lang, temp
verhoogd.
c) Formuleer en beariumenteer ie voorlopiie conclusie t.a.v. de oorzaken van disfunctes.
Welk proces is verstoordt
Circulaëe is verstoord. Er is niet genoeg zuurstof in het lichaam waardoor er cyanose optreedt.
Ademfrequenëe wordt verhoogd omdat de paëcnt meer zuurstof nodig heef. Er is stuwing in de
halsvenen dus de bloed hoopt op.
d) Wat is ie DDt Verklaar!
Pneumonie of bronchiës.
Pneumonie= paëcnt heef moeite met ademhalen, cyanose en een verhoogde temperatuur.
Bronchiës= mevrouw rookt waardoor de bronchi ontstoken kunnen raken en er treedt cyanose op
door kortademigheid.
e) Bepaal de uriente van de situate. Beariumenteer.
De situaëe is urgent. Mw. Lung heef een gebrek aan zuurstof, hierdoor kunnen er organen uitvallen.
Vraai b
Stel dat mevrouw Luni toch in het ziekenhuis beland was en er een bloediasanalyse verricht is.
Wat zouden de dan uitslaien ziin. Doe dit voor en na toedienini van beta-2symaptcommetcum
en zuurstof. Lei uit (ie hoef ieen ietallen te noemen, maar alleen normaal, verhooid, verlaaid
met uitlei). Voor de toets moet ie de ietallen wel kunnen opschriiven (maar labwaarden ziin bii
toets ievoeid).
….
Vraai c
Mevrouw kriiit een β2-sympatcomimetcum en 20 liter zuurstof van de huisarts. ‘Gelukkii’ iaat zii
na verloop van tid rustier ademhalen.
Waarom iaat zii rustier ademhalent Verklaar ie antwoord vanuit de fysioloiie.
Ze krijgt zuurstof toegediend waardoor het lichaam meer zuurstof binnenkrijgt en geen gebrek meer
heef. Het hart hoef door zuurstof toediening minder hard te werken en de ademhaling wordt dan
ook rusëger.
Je snapt het en van schrik ia ie hyperventleren. Wat is nu iouw bloediasanalyset
Hb en Ht is laag.
Vraai d
Lei vanuit de fysioloiie uit waarom mevrouw Luni decompensato cordis heef iekreien.
De pompwerking van het hart is verminderd doordat de hartspier minder goed doorbloedt wordt
door de bloedvatvernauwingen als gevolg.
12. Beschriif de circulate van de hersenen.
Met circulaëe van hersenen wordt de toe- en afvoer van het bloed van en naar de hersenen bedoeld.
Dit gebeurt door verschillende bloedvaten.
….
13. Wat ziin de verschiinselen van een CVA in het stroomiebied van de arterie cerebri mediat
Verklaar de verschiinselen vanuit de fysioloiie.
Contralaterale hemiparese waarbij de arm en de onderste gezichtshelf meer en langer zijn
aangedaan dan het been, afasie als de dominante hemisfeer is aangedaan, contralaterale
hemianopsie, soms comateus door hersenoedeem.
, 14. Geef een DD bii een TIA.
Herseninfarct of beroerte.
15. Wat verstaat men onder de ABCD2-scoret
ABCD2-score is een score om de risico van beroerte te bepalen bij TIA-paëcnten.
16. Welke onderzoeken worden verricht bii een herseninfarctt
CT-scan, MRI-scan, bloedonderzoek (glucose, Ht, cholesterol), ECG.
17. Hoe iaat de trombolyse in ziin werkt
Verwijdering van bloedprop.
Hoe wordt de indicate iesteld en wat ziin de contra-indicatest
18. Wat verstaat men onder de Modifed Rankin Scale (MRS)t’
Een test waarin de mate van afankelijkheid bij het uitvoeren van acëviteiten wordt vastgesteld
19. Wat ziin de oorzaken en verschiinselen van een SABt
Hersenbloeding door hypertensie bij inspanning.
Verschijnselen: peracute hoofdpijn meestal met misselijkheid en braken, verliest kortere of langere
ëjd het bewustzijn door kortdurende zeer hoge intra-cranicle druk, soms lichte koorts.
20. Wat ziin de verschillen tussen een subdurale en epidurale bloedinit
Een subduraal hematoom of subdurale bloeding zit tussen het harde hersenvlies (de dura mater) en
het tweede vlies om de hersenen, het spinnenwebvlies.
Bij een epiduraal hematoom is er sprake van een bloeduitstorëng (hematoom) tussen het harde
hersenvlies en het schedelbot.
Mevrouw B.E Roerd
Mevrouw B.E Roerd, 89 jaar, wordt op de neurologieafdeling opgenomen wegens progressieve
sufeid en krachtverlies rechterlichaamshelf. Ook heef zij moeite uit haar woorden te komen. Haar
voorgeschiedenis vermeldt hypertensie, diabetes mellitus en chronische nierinsufcicnëe. Haar
medicaëe bestaat uit simvastaëne, tolbutamine, ascal en metoprolol. Zij is niet bekend met een
allergie en heef vanochtend nog een beschuitje met thee gehad.