Trauma betekent verwonding. Hierin is onderscheid in fysiek en psychisch trauma. Er is iets kapot
aan je lijf of geest/ziel. Er is je iets overkomen waar je nog steeds last van hebt (herbelevingen,
nachtmerries). Het kan zijn dat je zelf niks hebt meegemaakt maar getuige was van een heftige
situatie, hiervan kan je ook traumatische klachten krijgen (getuige huiselijk geweld).
Kenmerken trauma: roept veel emoties op, levensbedreigend, onverwachts.
Je kan onderscheid maken tussen ingrijpende en traumatische gebeurtenissen.
Trauma type 1: Enkelvoudig trauma, een keer meegemaakt en was van korte duur (auto-ongeluk,
overval, onverwachts overlijden, verkrachting, seksueel misbruik, natuurramp).
Trauma type 2: Herhaaldelijk worden blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis (huiselijk
geweld, seksueel misbruik herhaaldelijk, oorlogservaringen).
Preverbaal trauma: Wanneer je een traumatische gebeurtenis meemaakt terwijl je het niet echt kan
herinneren. Je lijf herinnert het wel.
Complex trauma: Vroegtijdig (in jeugdtijd) én herhaaldelijke blootstelling aan traumatische
ervaringen (complexe PTSS). Grote impact op ontwikkeling (kan leiden tot vertrouwensprobleem,
negatief zelfbeeld)
Secundair trauma: Reactie (van een hulpverlener) op de traumatische verhalen van cliënten. Je hebt
het niet meegemaakt of gezien. Politieagenten of traumatherapeuten komen bijvoorbeeld veel in
aanraking met verhalen en kunnen er last van krijgen.
Ongeveer 50% van kinderen tot 18 jaar maakt een traumatische gebeurtenis mee. Ongeveer 20%
heeft klachten na de gebeurtenis, bij 80% verdwijnen de klachten vanzelf. Afhankelijk van externe
bronnen van fysieke, emotionele en sociale steun. Gebrek aan steun is een grote risicofactor voor
klachten. Kritische vragen zoals ‘had je dat wel moeten doen?’ kan je beter niet stellen. Daarnaast
kunnen positieve coping-mechanismen en veerkracht helpen verwerken. Veerkracht is geen
karaktereigenschap, omgeving heef hier invloed op. Je ergens onderdeel van voelen draagt bij aan
sterke veerkracht.
Overlevingsreacties
Reageren is puur instinctief, het gebeurt gewoon. Je lijf gaat dan over op een van de volgende
reacties:
- Vluchten (wegrennen, vermijden)
- Vechten (schelden, gillen, wegduwen, in actie komen, jezelf verdedigen)
- Bevriezen (verstijven, niks doen), alles vertraagt in je lijf, je bent deels afwezig. Wat er
gebeurt is wanneer je bloeddruk en hartslag lager is, je gaat minder snel dood. Dissociëren
zorgt ervoor dat je het minder meekrijgt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mainabent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.