Deel 1: De rol en grootte van de publieke sector
Hoofdstuk 1: Verantwoordelijkheden van de publieke sector
De economische rol van de overheid
De gemixte economie van de VS
Gemixte economie = een economie waarin sommige activiteiten ondernomen worden door private,
en andere door publieke organisaties. Daarnaast reguleert de overheid de private sector. De grens
tussen publieke en private activiteiten is in zo’n economie lastig te definiëren.
In West-Europa heeft de overheid een grotere economische rol, ook nog na de privatiseringen in de
jaren ’80.
Perspectieven op de rol van de overheid
Mercantilisme stelt dat de overheid handel en industrie moet bevorderen. Adam Smith stelt dat de
overheid een kleine rol moet hebben (laissez faire), omdat concurrentie en privaat streven leiden tot
de beste publieke productie. De economie wordt als het ware door een onzichtbare hand geleid..
Sociale wetenschappers vonden dat de samenleving gereorganiseerd moest worden, bijvoorbeeld
door een grotere overheidsrol. Het is nu algemeen aanvaard dat dat de overheid ook een belangrijke
rol speelt. De grootte van die rol hangt af van wat burgers verwachten van de overheid en hoeveel ze
daarvoor willen betalen. Dit is een sociaal contract. De rol verandert over de tijd.
Marktfalen: een drijfveer voor overheidsingrijpen
Na de Grote Depressie (1929) zag men in dat markten konden falen. Keynes vond dat de overheid
economische activiteit moest stabiliseren. Overheden ontwierpen wetten voor sociale problemen.
Na WOII was er veel ongelijkheid en armoede. Overheidsprogramma’s werden opgezet, maar die
werkten niet altijd als gehoopt. Voorstanders stellen dat de overheid ondanks dit falen moet blijven
proberen om marktfalen te beperken. Sinds de kredietcrisis (2008) is er volatiliteit en ongelijkheid.
Men is bezorgd dat de overheid dit niet kan oplossen.
Balans tussen de publieke en private sector
Economen erkennen zowel markt- als overheidsfalen. Ze vinden dat gelimiteerd overheidsingrijpen
marktfalen kan verminderen. De private sector moet nog steeds centraal staan in de economie.
Meningen over de grootte van de overheidsrol zijn verdeeld. Het is een politiek dilemma.
De opkomende consensus
Deregulering vermindert de economische overheidsrol. Regulering heeft nadelen, maar te weinig
regulering ook. Er moet een goede balans zijn.
Privatisering is de overgang van publieke naar private activiteiten. Privatisering kan te ver gaan, als
het publieke belang niet meer verdedigd wordt. Na de crisis werd veel weer genationaliseerd.
Denken als een publieke econoom
Publieke economen kijken hoe samenlevingen schaarse middelen verdelen. Ze focussen op de
overheidsrol in publieke en private keuzes.
Wat wordt er geproduceerd? Worden er meer publieke of private goederen geproduceerd?
Hoe wordt het geproduceerd? Wordt het in de publieke of de private sector geproduceerd?
Voor wie wordt het geproduceerd? Publieke goederen bevoordelen verschillende groepen.
Hoe worden deze beslissingen genomen? Hoe beslist men hoe goederen verdeeld worden?
De publieke sector analyseren
Wat doet de overheid? Welke activiteiten onderneemt ze? Hoe zijn die georganiseerd?
,Wat zijn de consequenties van overheidsactie? Hoe kan daarop geanticipeerd worden?
Wat is mogelijk alternatief beleid? Wat zijn de doelen die behaald moeten worden?
Welke politieke processen liggen ten grondslag aan overheidsbesluiten? Wie en welke regels
beïnvloeden de besluitvorming? Wie ervaren voordelen, en wie nadelen?
Economische modellen
Economen en politici gebruiken economische modellen om de gevolgen van verschillend beleid te
analyseren en beleid te kiezen. Modellen zijn gesimplificeerd, echte economieën zijn complexer.
Normatieve versus positieve economie
Positieve economie construeert modellen die voorspellen hoe de economie zal veranderen of wat de
effecten zijn van verschillend beleid, en kijkt naar wat er is. Normatieve economie kijkt naar
alternatief beleid, en kijkt dus naar wat er zou moeten zijn als je bepaalde doelen of waarden hebt.
Het eerste beschrijft dus objectief, en het tweede maakt een subjectieve beslissing.
Verdeeldheid onder economen
Verdeeldheid over de gevolgen van beleid (positieve analyse)
Om beleid te analyseren, moeten economen voorspellen hoe bedrijven en individuen reageren. Er is
geen consensus over welk model het best is. Een model neemt aan dat er perfecte informatie en
concurrentie is. Sommigen vinden dat dit model de werkelijkheid benadert, anderen vinden van niet.
Zij gebruiken een ander model. Dat leidt tot een andere conclusie.
Verdeeldheid over waarden (normatieve analyse)
Ook al is er consensus over de gevolgen van beleid, kan er nog steeds verdeeldheid bestaan over de
wenselijkheid van beleid. Beleid kan naast positieve ook negatieve gevolgen hebben. Sommigen
geven meer betekenis aan die laatste dan anderen.
Hoofdstuk 2: De grootte van de publieke sector
Wat is de overheid?
De grens tussen de publieke en private sector is vaag. Het eerste verschil is dat in een democratie de
leiders van publieke organisaties (indirect) gekozen worden door het volk, terwijl private leiders
gekozen worden door aandeelhouders of raden. Het tweede verschil is dat de overheid dwang mag
uitoefenen, terwijl private organisaties vrijwillig zijn.
Overheidsactiviteiten
Overheidsactiviteiten hebben vier categorieën: productie (product of dienst), regulering (subsidie of
belasting), aankoop (product of dienst) en herverdeling (inkomensoverdracht). Het is niet zo dat elk
departement of elk overheidsniveau een andere overheidsactiviteit doet. Daarnaast kan één
ambigue activiteit in meerdere categorieën vallen.
Een rechtssysteem oprichten
De overheid moet een rechtssysteem oprichten waarin economische interacties plaatsvinden. Zo
worden individuele rechten beschermd.
Overheidsproductie
De overheid produceert in veel gevallen hetzelfde als de private sector. De grens tussen publiek en
privaat verschuift, bijvoorbeeld door privatisering, nationalisering, corporaties en partnerschappen.
Overheidsinvloed op private productie
Motieven voor overheidsinvloed zijn ontevredenheid met acties of bedrijven, monopolies, invloed
, van belangengroepen, of producten en diensten die niet (goed) geproduceerd worden.
Subsidies en belastingen: subsidies aan private producenten door directe betalingen, indirecte
betalingen door het belastingsysteem of andere verborgen uitgaven.
Overheidskrediet: leningen verschaffen onder marktrente aan consumenten of groeiende industrie
Bedrijfsregulering: werknemers, consumenten en milieu beschermen, kartelvorming en discriminatie
voorkomen. Algemene regulering of specifiek voor een industrie.
Overheidsaankopen
De overheid koopt producten en diensten in om publieke waarde te creëren.
Herverdeling van inkomen
Er zijn inkomensoverdrachten voor publieke ondersteuning van armen. Ook zijn er sociale
verzekeringen. Daar moeten individuen echter iets voor doen. Tenslotte zijn er nog verborgen
inkomensoverdrachten, zoals door progressieve belastingheffing.
Overzicht van overheidsuitgaven
Het grootste deel is defensie en zorg. Daarna overdrachtsuitgaven. Daarna onderwijs.
De grootte van de publieke sector
De impact van de overheid op de private economie is te meten door de publieke uitgaven te
vergelijken met het bbp.
Overheidsinkomsten
Belastingen moeten uniform en niet hoofdelijk zijn. Er zijn federale, staats- en lokale belastingen.
Belasting verschilt per land. Inkomensbelasting is minder belangrijk in Europa dan in de VS. De
winstbelasting is groter in Europa.
Begrotingstekort
Een tekort houdt in dat uitgaven groter zijn dan inkomsten. Het wordt gefinancierd door leningen.
Bedrijven met te hoge schulden gaan failliet. Maar de overheid kan belastingen verhogen en lenen.
Data van overheidsactiviteiten manipuleren
De grootte van de publieke sectoren kan niet worden vergeleken op basis van inkomsten en
uitgaven. Overheden kunnen subsidies aan bedrijven verbloemen door kredieten te verlenen. Ook
kunnen ze tekorten verbloemen door bij het verkopen van bezit niet deze bezitsvermindering te
benoemen, of door inning van belasting te versnellen. De grootte van de publieke sector kan
verkleind worden door onafhankelijke agentschappen op te zetten.
Hierdoor kunnen politici data kiezen om hun inzichten te ondersteunen. Wel zijn er drie niet-
betwijfelbare observaties: de publieke sector heeft een grote invloed op productie, sociale
verzekering is de snelst groeiende uitgave en inkomensbelasting en sociale verzekeringsbelasting de
voornaamste inkomensbronnen.