Key concepts, literatuur en
video’s ST3
Inhoud
Week 1 – Naturalism and Constructivism, and the Definitions of Theory.....2
Key concepts.............................................................................................4
Week 2 – The sociology of Max Weber & Max Weber on Rationalization......6
Key concepten..........................................................................................8
Week 3 - Structural functionalism, Exchange theory and Rational choice
theory, causality, and social mechanisms..................................................12
Key concepts...........................................................................................13
Week 4 – Relational Sociology....................................................................20
Key concepts...........................................................................................21
Week 5 - Social Network Theory & The Sociology of Knowledge & The
Sociology of Sociology...............................................................................22
Key concepts...........................................................................................22
Week 6 – Postcolonial theory......................................................................27
Key concepts...........................................................................................28
1
,Week 1 – Naturalism and Constructivism, and the
Definitions of Theory
Realisme en empirisme vormen de filosofische kern van het naturalisme
Realisme: Er bestaat een echte wereld die onafhankelijk van onze ervaring bestaat.
Empirisme: We kunnen toegang krijgen tot die echte wereld door te observeren en erover na te
denken (reflectie) en onze ervaringen vast te leggen.
Naturalisme: general statements (en in de natuurkunde law statements) die kunnen voorspellen.
Beschrijvend (descriptive) en niet prescriptief (prescriptive). Echte wereld heeft patronen en is
gestructureerd, de waargenomen patronen impliceren causaliteit > het doel is causale
beweringen.
Vier uitdagingen van het naturalisme
1. Zijn sociale fenomenen ontologisch vergelijkbaar met natuurlijke fenomenen?
- Rotsen praten niet terug en hebben geen motieven
- Heeft het zin om over oorzaak en gevolg te spreken?
- “Als mensen situaties als echt definiëren, zijn ze echt in hun gevolgen”
2. Zit er een patroon in de structuur van de werkelijkheid?
- Is er een blauwdruk van de werkelijkheid? Is er een groter plan dat het universum bestuurt?
Bestaat er een 'uurwerk universum'?
3. Kunnen we de werkelijkheid rechtstreeks waarnemen via onze zintuigen?
- Is onze geest een zwarte lei (Tabula rasa)?
- Kunnen we onze ervaringen begrijpen zonder voorkennis?
- Wordt ons begrip van de wereld niet gevormd door eerdere (sociale) ervaringen?
- Is het mogelijk om onderscheid te maken tussen observatie en interpretatie?
4. Hoe gaan we om met het begrip betekenis?
- Mensen zijn betekenismakers
- Dingen/gebaren/symbolen kunnen verschillende dingen betekenen in verschillende
contexten
Constructivism: de algemene aanname is dat de rede of het verstand een actieve rol speelt in het
creëren van kennis over de wereld (i.p.v. simpelweg een weergave van de externe realiteit). We zijn
geen passieve waarnemers. Hoe werkt dit uit in de sociologie?
1. Wat is de aard van het studieobject?
Bijv: is ras iets wat bestaat? Het wordt gezien als sociaal construct, maar dat betekent niet dat het
niet echt is, want de consequenties zijn wel echt. We zien het dus (net als wetten etc.) als iets wat
buiten ons bestaat. “Race is a social construct out there in the real world, with real life
consequences“
2. Wat is de relatie tussen de onderzoeker en het object van studie?
- Volgens de naturalisten is het empirisme de weg naar absolute en universele kennis. Hun
relatie is onproblematisch, omdat ze geloven dat er een wereld bestaat die we kunnen
observeren zoals hij werkelijk is. Maar het probleem is dat ze nooit verder kunnen gaan dan
hun waarnemingen.
- Hoe komen we dingen te weten? Twee standpunten:
1. De rationalisten: ware kennis is het product van deductief redeneren in de menselijke
geest (logisch redeneren)
2
, 2. De empirist: alle ware kennis komt van de zintuigen en de rationele geest is slechts een
verwerkingsinstrument
Scepticism (Hume)
Hume stelde dat al onze kennis gebaseerd is op wat we in het verleden hebben ervaren
(inductie?)
Het probleem van inductie: Je kunt geen uitspraken doen over de toekomst (gebaseerd op je
kennis over het verleden). Het enige waar je iets over kunt weten is nu en het verleden, je weet
niet of het in de toekomst hetzelfde zal zijn.
Inductie: je begint met specifieke waarnemingen of ervaringen en werkt toe naar algemene
conclusies of theorieën. Bijv: de zon is elke dag van mijn leven opgekomen (observatie); Daarom
zal de zon elke dag opkomen (conclusie). Geassocieerd met rationalisme > rede
Deductie: je begint met een algemene stelling (een premisse) en trekt specifieke conclusies die
logisch volgen uit die premisse. Als de premissen waar zijn, dan is de conclusie noodzakelijk waar.
Bijv: Alle mensen zijn sterfelijk. (Premisse 1); Socrates is een mens. (Premisse 2); Daarom is
Socrates sterfelijk (conclusie). Geassocieerd met empirisme > zintuigen
Hume: We kunnen causaliteit niet waarnemen, ons verstand schrijft het toe aan onze
waarnemingen! Ons verstand legt het verband tussen twee gebeurtenissen.
Zowel rationalisme als empirisme zijn problematisch
Transcendental idealisme (Kant)
De geest is niet zoals Locke's Tabula Rasa > onze mentale vermogens organiseren onze zintuiglijke
waarnemingen. Kant probeerde een middenweg te vinden tussen rationalisme en empirisme
Er is de echte wereld (noumena > zijn voor ons onkenbaar) en de perceptie van die wereld
(fenomenen). Transcendentaal idealisme stelt dat onze ervaring van de wereld wordt gevormd
door de manier waarop onze geest de zintuiglijke input structureert.
Volgens Kant hebben we alleen kennis over onze waarneming van de wereld
Van “de echte wereld daarbuiten als de aard van het zijn” naar “wat de geest van deze wereld
maakt via zintuiglijke waarneming”
idealisme: het idee dat de werkelijkheid fundamenteel mentaal is
Zijn sociologen zich er voortdurend van bewust hoe de relatie die ze hebben met hun
onderzoeksobject van invloed is op de kennis die ze produceren over dat object?
Reflexive sociologie (Bourdieu)
Scholastisch standpunt: de neiging van academici om de wereld te analyseren en te
interpreteren alsof iedereen dezelfde tijd en middelen heeft om de sociale wereld rustig en
bedachtzaam te beschouwen, zoals een geleerde of academici zou doen. Bourdieu bekritiseert dit
standpunt omdat het niet de verschillende sociale posities en de beperkingen die mensen
ervaren in hun dagelijks leven erkent. Het scholastisch standpunt kan leiden tot misverstanden.
Ware kennis over de sociale wereld is mogelijk (naturalistisch), maar hij is zich ervan bewust dat
alle kennis een product is van de menselijke geest (Kant), en hij zegt dat we worden gevormd
door onze sociale en historische context.
Een onderzoek naar het 'epistemologisch onbewustzijn (unconsciousness)': Het gebrek aan
bewustzijn bij wetenschappers over de vooronderstellingen en vooroordelen die hun onderzoek
beïnvloeden. Dit omvat onbewuste aannames over de sociale wereld en de manier waarop kennis
wordt geproduceerd.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliazijlstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,40. Je zit daarna nergens aan vast.