Een goede en duidelijke samenvatting van de hoofdstukken 3,4,5,7,8,12, NIBESVV Wft- Hypotheken. Het heeft mij veel geholpen de stof in de grote klappers van NIBESVV beter te begrijpen. EN het is natuurlijk een stuk makkelijker leren.
Veel succes ermee!
Antwoord: de appartementseigenaar is mede-eigenaar van het appartementsgebouw en heft het exclusieve gebruiksrecht van zijn eigen woongedeelte.
2.
In welke bronnen is het recht te vinden?
Antwoord: 1) de wet
2) gewoontes
3) jurisprudentie (= uitspraken van rechters)
3.
Fundingkosten
Antwoord: De inkoopprijs van geld. (= marktprijs + kredietopslag) Nemen toe als er weinig aanbod van geld is.
4.
kredietopslag
Antwoord: liquiditeitspremie, is opslag voor het risico dat banken lopen dat kredietnemers niet terugbetalen
5.
winstmarge
Antwoord: verschil tussen betaalde en ontvangen rente over de aangetrokken en vervolgens uitgezette gelden.
6.
Uit welke onderdelen zijn de totale woonuitgaven van een huurder opgebouwd?
Antwoord: De woonuitgaven voor mensen die in een huurwoning leven bestaan hoofdzakelijk uit de kale huur en de servicekosten. Bijkomende woonuitgaven zoals bijvoorbeeld de nutsvoorzieningen completeren de woonuitgaven van de huurder. De woonlasten van een huurder zijn nauwelijks afhankelijk van het fiscal regime dat gevoerd wordt. De woonuitgaven kunnen verminderen als een huurder in aanmerking komt voor de huurtoeslag
7.
Welke overwegingen komen aan de orde bij het aankomen van een woning?
Antwoord: Bij de beslissing om een woning te komen komt een groot aantal algemene factoren om de hoek kijken, zoals o.a.:
- het hebben van een 'eigen woning', inclusief alle emotionele en rationele overwegingen;
- het woongenot;
- het lastenrisico;
- het vermogensrisico;
- de verhuiskosten;
- het volgorde risico;
- bezitsvorming.
8.
Welk type vragers kunnen onderscheiden worden op de hypotheekmarkt?
Antwoord: Aan de vraagkant van de hypotheekmarkt kunnen de volgende type vragers onderscheiden worden:
- Starters;
- Doorstromers;
- Omzetters;
- Ophogers.
Voorbeeld van de inhoud
Hoofdstuk 3 Juridische aspecten van woningfinanciering
Publiek
Het publiekrecht regelt de verhouding tussen overheid en burgers en de
verhouding tussen de overheidsorganen onderling. (strafrecht, staatsrecht)
Privaatrecht
Burgers onderling.
• Vermogensrecht
o Verbintenissen (vermogensrechtelijke verhouding tussen personen onderling)
Koop woning
o Goederenrecht (rechten met betrekking tot een zaak en is daardoor op
iedereen van toepassing) eigendomsrecht / erfpachtsrecht
Overdragen eigendom, de zogenoemde levering
• Personen – en familierecht
Huwelijksvermogensrecht. Dit deel van het recht heeft onder meer betrekking
op de onderlinge financiele verhoudingen tussen de echtgenoten of
geregistreerde partners. Ook onderwerpen als minderjarigheid en
handelsbekwaamheid.
• Rechtspersonenrecht
Staat gelijk aan een natuurlijk persoon. De belangrijkste zijn de vereniging, de
stichting, de naamloze vennootschap en het de besloten vennootschap. Een
belangrijk kenmerk van een rechtspersoon zelf en in beginsel niet de
bestuurders aansprakelijk zijn voor schulden. (afgescheiden vermogen) Over
de winst is alleen vennootschapsbelasting verschuldigd en geen
inkomstenbelasting. Kleinere ondernemingen worden gedreven door
natuurlijk persoon, eenmanszaak, de maatschap, de VOF, en de
commanditaire vennootschap (stille en beherende vennoten)
Appartementrecht
De appartementseigenaar is mede-eigenaar van het appartementsgebouw en
heeft het exclusieve gebruiksrecht van zijn eigen woongedeelte.
Regels bestaan uit verboden (verboden toegang) en geboden (echtgenoten
hebben de plicht samen te wonen).
Het recht is te vinden in de wet. Gewoonten spelen ook een rol in het recht.
Voorbeelden van gewoonten zijn de gebruiken in een bepaalde bedrijfstak of
beroepsgroep. Deze gewoonten worden vaker vastgelegd in wetten.
Een derde rechtsbron is het recht dat gevormd wordt door uitspraken van
rechters, jurisprudentie genaamd, waarin de wet in concrete gevallen wordt
uitgelegd en waarin gevallen die de wet niet regelt, worden opgelost.
Internationale verdragen vormen ook een belangrijke rechtsbron. Zo worden er in
EU-verband allerlei besluiten genomen over bijvoorbeeld financiele
dienstverlening.
• Dwingend recht
Omvat alle regels waarvan met niet mag afwijken. Op afwijkingen staan
sancties.
• Regelend recht
Regels van regelend recht gelden, tenzij mensen iets anders zijn
overeengekomen.
, Met name bij contracten speelt regelend recht een rol. De wet geeft een
basisregeling waarvan de betrokken partijen in een contract kunnen afwijken.
Eind 2009 heeft de Tweede kamer het wetsvoorstel Personenvennootschappen
aangenomen. In het voorstel worden vijf vennootschappen onderscheiden:
1. Stille vennootschap (vergelijkbaar met huidige maatschap)
2. openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (vergelijkbaar met
vof en cv)
3. openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid
4. commanditaire vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (vergelijkbaar
huidige cv)
5. commanditaire vennootschap met rechtspersoonlijkheid (vergelijkbaar
huidige cv)
Verbintenissenrecht
Het verbintenissenrecht heeft betrekking op vermogensrechtelijke verhoudingen
(verbintenissen) tussen twee of meer personen op grond waarvan de ene
persoon recht heeft op een prestatie van de andere, die verplicht is te presteren.
De te leveren prestatie bestaat altijd uit een doen (het wassen van iemands auto,
het betalen van schadevergoeding) of een nalaten ( niet binnen vijf jaar een
soortgelijk bedrijf oprichten)
1) Een verbintenis kan uit de wet voortvloeien. (bijv. onverschuldigde betaling,
teruggeven wat niet voor jou bestemd is)onrechtmatige daad verplicht
schade te vergoeden.
2) Een verbintenis kan voortkomen uit een overeenkomst. Het tussen twee of
meer partijen gesloten contract. (koopovereenkomst, kredietovereenkomst)
Rechten uit een verbintenis kunnen alleen tegenover een bepaalde partij worden
uitgeoefend. (persoonlijke rechten)
Goederenrecht
In tegenstelling tot het verbintenissenrecht is het goederenrecht op iedereen van
toepassing.
Het meest omvattende recht is het eigendomsrecht. Alle rechten met betrekking
tot een zaak, ook wel beperkte rechten genoemd, zijn van het eigendomsrecht
afgeleid.
o Eigendomsrecht
Het eigendomsrecht kan weer door andere rechten ingeperkt worden, de
zogenaamde beperkte rechten. Hypotheekrecht is zo’n beperkt recht, evenals
vruchtgebruik, erfpacht, opstal en appartementsrecht.
Vruchtgebruik: als een eigenaar van een kersenboomgaard aan iemand
anders het vruchtgebruik van die kersenboomgaard verleent, heeft hij zelf
niet meer het volledige genot van zijn zaak.
Eigendom is alleen mogelijk op stoffelijke voorwerpen, op zaken. Zaken zijn
onder te verdelen in:
- roerende zaken
o grond
o nog niet gewonnen delfstoffen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Daphnec. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,24. Je zit daarna nergens aan vast.