Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Levenslooppsychologie Open Universiteit
Ontwikkelingspsychologie
Het begin van de levensloop
Introductie
Ontwikkelingspsychologie is de studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit die zich voordoen bij
toenemende leeftijd. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar de periode waarin de veranderingen elkaar het
snelst opvolgen: die van de geboorte tot aan de adolescentie. De ontwikkelingspsychologie probeert om de
complexe veranderingen in denken, redeneren, gedrag en functioneren te beschrijven en te verklaren.
Deze module behandeld de ontwikkeling van het kind vanaf de conceptie tot aan de adolescentie. U leert de
belangrijkste theorieën en onderzoeken uit het vakgebied kennen, uitgelegd aan de hand van de meest
recente vakliteratuur.
Cursusdoelen
Na het bestuderen van deze cursus kunt u
● een definitie geven van het vakgebied ontwikkelingspsychologie en de belangrijkste onderwerpen en
vraagstukken binnen het vakgebied noemen
● de belangrijkste theoretische perspectieven in de ontwikkelingspsychologie onderscheiden en
relateren aan de menselijke ontwikkeling per levensfase
● uitleggen hoe de wetenschappelijke werkwijze kan worden gebruikt om vragen over de menselijke
ontwikkeling te beantwoorden
● uitleggen welke rol genetische erfenis speelt binnen de menselijke ontwikkeling, en hoe omgeving en
genetische achtergrond interacteren bij het bepalen van menselijke eigenschappen
● de prenatale ontwikkelingsstadia en de bedreigingen van de foetale omgeving beschrijven
● het verloop van de bevalling en de complicaties die kunnen optreden bij de geboorte beschrijven
● beschrijven en herkennen wat de belangrijkste fysieke, cognitieve, emotionele, sociale en
persoonlijkheidsontwikkelingen zijn tijdens de babytijd
● beschrijven en herkennen wat de belangrijkste fysieke, cognitieve, emotionele, sociale en
persoonlijkheidsontwikkelingen zijn tijdens de peuter-/kleutertijd
● beschrijven en herkennen wat de belangrijkste fysieke, cognitieve, emotionele, sociale en
persoonlijkheidsontwikkelingen zijn tijdens de schooltijd.
Inhoudelijke vragen kunt u stellen aan de docent via e-mail (inez.stevelmans@ou.nl).
Toetsing
- Tentamen
1
,Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Levenslooppsychologie Open Universiteit
Thema 1 - Inleiding en theoretische perspectieven
Studietaak 1.1 - Inleiding in de ontwikkeling van het kind
Leerdoelen
Nadat u deze studietaak hebt bestudeerd, kunt u
● een definitie van ontwikkelingspsychologie geven
● een beschrijving geven van de uitgangspunten en reikwijdte van het vakgebied
● de belangrijkste onderwerpen en vraagstukken binnen de ontwikkelingspsychologie benoemen
● de recente ontwikkelingen en de toekomst van het vakgebied schetsen
● verschillende invloeden op de menselijke ontwikkeling onderscheiden.
Theorie: Feldman - Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 1 - Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie (of levenslooppsychologie): de wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen vanaf de conceptie tot aan de ouderdom, maar met een accent op de
jaren tot de volwassenheid, waarin veranderingen elkaar het snelst opvolgen.
Ontwikkelingspsychologie richt zich op de menselijke ontwikkeling. Ontwikkelingspsychologen houden zich
niet alleen bezig met de manier waarop mensen tijdens hun leven groeien en veranderen, maar ook met
stabiliteit in het leven van kinderen, adolescenten en volwassenen. Ze vragen zich enerzijds af op welke
gebieden en in welke perioden in het leven mensen veranderen en groeien, en anderzijds hoe hun gedrag juist
overeenkomt met eerder gedrag.
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is te verdelen in 4 centrale thema’s:
- Fysieke ontwikkeling
Kijkt naar de invloed van het lichaam op ons gedrag. Denk aan de invloed van de hersenen, het zenuwstelsel,
de spieren en de zintuigen, maar ook aan de behoefte aan eten, drinken en slaap.
Onderzoek richt zich bijv. op de effecten van ondervoeding op het groeitempo en de motoriek van kinderen.
Voordelen van borstvoeding? Langetermijngevolgen van een premature geboorte?
- Cognitieve ontwikkeling
Kijkt naar de invloed van groei en verandering in intellectuele vermogens op ons gedrag. Denken, leren,
geheugen, probleemoplossing en intelligentie.
Onderzoek richt zich bijv. op hoe intellectuele vermogens in de loop van de kindertijd veranderen. Wat zijn de
vroegste herinneringen? Wat zijn de effecten van tv kijken?
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
De manier waarop de interacties van mensen en hun sociale relaties in de loop van hun leven groeien,
veranderen en stabiel blijven, en om de manier waarop zij in toenemende mate hun emoties bewust ervaren
en greep krijgen op hun emoties.
Onderzoek: kijken naar het uitgaansgedrag van adolescenten of het effect van een klasstructuur op het
emotionele welbevinden van schoolkinderen. Reageren pasgeborenen anders op hun moeder dan op andere
mensen? Hebben kinderen die gepest worden bepaalde eigenschappen gemeen?
- Persoonlijkheidsontwikkeling
Er wordt gekeken naar stabiliteit en verandering in de karaktereigenschappen die het ene individu van het
andere onderscheiden.
2
,Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Levenslooppsychologie Open Universiteit
Onderzoek: bezit een mens tijdens zijn leven stabiele, duurzame karaktertrekken? Wanneer wordt een kind
zich bewust van zijn sekse?
Morele ontwikkeling: invloed van ouderlijk gedrag op de ontwikkeling van het besef van goed en kwaad bij
kinderen.
Naast de thema’s wordt er ook gekeken naar verschillende leeftijdsgroepen:
- Prenatale periode (conceptie - geboorte)
- Babytijd (geboorte - 2 jaar)
- Peuter- en kleutertijd (2-6 jaar)
- Schooltijd (6 - 12 jaar)
- Adolescentie (12 - 20 jaar). Bevat pubertijd en de periode daarna.
(Prepubertijd: de periode voorafgaand aan de pubertijd, waarin al (hormonale) veranderingen in het
lichaam optreden, maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn).
(Opkomende volwassenheid: van tienerjaren tot midden twintig. Tijdens deze fase zijn mensen niet
langer adolescenten, maar hebben ze evenmin de verantwoordelijkheden van de volwassenheid
volledig op zich genomen. In plaats daarvan proberen ze nog steeds verschillende identiteiten uit en
zijn ze bezig met zelfverkenning).
Sociale constructie: een idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is, maar afhangt van de
maatschappij en de cultuur op een bepaald moment.
Als ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben is het essentieel om te beseffen dat zij het
over (vaak westerse) gemiddelden hebben: het moment waarop kinderen gemiddeld genomen bepaalde
mijlpalen bereiken. Dit is sterk afhankelijk van biologische oorzaken (sneller volgroeid zijn) en
omgevingsfactoren (cultureel; bijv. wanneer je trouwt of kinderen krijgt).
Doel ontwikkelingspsychologie: onderzoeksbevindingen van het vakgebied in de praktijk toepassen om het
welzijn van kinderen te vergroten.
1.1.2 Invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn
geboren. De ontwikkeling van een cohort wordt bepaald door bepaalde invloeden (cohorteffecten). Ze zijn
onder te verdelen in normatieve- en niet-normatieve gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde
manier voltrekken. Deze beïnvloeden de ontwikkeling.
- Historisch bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn aan
een specifiek historisch moment. Ontwikkeling wordt dan bijvoorbeeld beïnvloed door oorlog of
vuurwerkramp.
- Leeftijdsgebonden invloeden: biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien. Bijv. het bereiken
van de pubertijd of verplicht onderwijs (leerplicht) in westerse werelden.
- (Sociaal-culturele invloeden: zoals etnische afkomst, sociale klasse).
Niet-normatieve gebeurtenissen: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald
persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen. Kinderen kunnen zelf ook bijdragen
aan de totstandkoming van niet-normatieve gebeurtenissen. Bijv. meedoen aan een landelijke
wetenschapswedstrijd en daarmee winnen. Deze leerling zou hierdoor bijvoorbeeld een positiever zelfbeeld
kunnen ontwikkelen wat weer invloed heeft op keuzes in het gebied van opleiding en werk.
3
, Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Levenslooppsychologie Open Universiteit
Collectivistische oriëntatie: gericht op onderlinge afhankelijkheid van de leden van een samenleving.
Individualistische oriëntatie: gericht op het uniek en onafhankelijk zijn.
Etnische groep/etniciteit: termen die verwijzen naar culturele achtergrond, nationaliteit, religie en taal. Leden
van etnische groepen hebben een gezamenlijke culturele achtergrond en gratis historie.
Door te zoeken naar overeenkomsten en verschillen tussen culturele groepen kunnen onderzoekers universele
ontwikkelingsprincipes onderscheiden van cultureel bepaalde principes.
1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst
1.2.3 Vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Centrale vraagstukken over de ontwikkeling van kinderen binnen de ontwikkelingspsychologie:
Aard van de veranderingen tijdens de ontwikkeling: (continue verandering vs discontinue verandering):
Continue verandering: de ontwikkeling is geleidelijk en de prestaties op een bepaald niveau vloeien voort uit
de prestaties op de vorige niveaus. Dit is kwantitatief: kinderen ontwikkelen steeds meer van hetzelfde. De
vaardigheden of kenmerken veranderen dus niet in aard, maar wel in omvang. Bijv. lengte: kinderen worden
geleidelijk langer. Maar ook cognitief: kinderen kunnen steeds beter en sneller lezen, maar het proces
daarachter blijft hetzelfde: van letters klanken maken.
Discontinue verandering: vindt plaats in aparte stappen of stadia. Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief
is, dus qua inhoud en hoedanigheid, anders is dan gedrag in eerdere stadia. Ontwikkeling kan abrupt, met
sprongetjes, verlopen. Zoals bij een kind dat opeens niet meer in bed plast, wanneer het door rijping eenmaal
zijn blaas kan beheersen.
Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de omgeving
Kritieke periode: een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste - en zelfs
onomkeerbare - gevolgen heeft.
Kritieke perioden komen voor wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten omgevingsstimuli noodzakelijk
is voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling aan bepaalde stimuli (prikkels, veranderingen in de
uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert) abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft.
Zoals rubella besmetting aan het begin van de zwangerschap → blindheid. Het missen van een vertrouwelijk
persoon in de opvoeding → kind voelt zich onveilig en niet gehecht.
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur veranderlijk is. Bijv.
latere ervaringen gebruiken om achterstanden in te halen. Zorgt ervoor dat iets wat in de kritieke periode
gebeurt is toch nog omkeerbaar kan zijn. → gevoelige periode. Bij het begrip kritieke periode bestaat het
begrip plasticiteit niet.
Daarom spreken ontwikkelingspsychologen nu liever van gevoelige perioden ipv kritieke perioden.
4