Samenvatting Democracies, Autocracies
and Transitions (DAT 2018)
Uitgebreide lecture-aantekeningen en meer.
Week Literatuur (zonder background readings)
1 - Lecture 1
- Teorell, Introduction
- Lecture 2
- Teorell hoofdstuk 1
- Dahl 1998: hoofdstuk 8
- Clark et al. 2017: hoofdstuk 5
2 - Lecture 3
- Gandhi 2008: p. 1-41
- Lecture 4
- Sen 1999: hele artikel
- Omar 2014: hele artikel
3 - Lecture 5
- Teorell hoofdstuk 2
- Stepan en Robertson 2003: hele artikel
- Reilly 2000: hele artikel
- Lecture 6
- Teorell hoofdstuk 3
- Lipset 1959: p. 69-85
- Geddes 2007: hele artikel
INHOUDSOPGAVE
- Lecture 1 1
- Lecture 2 2
- Lecture 3 7
- Lecture 4 15
- Lecture 5 19
- Lecture 6 25
,Lecture 1: Introduction
(hier alleen powerpoint-slides want videolecture werd niet opgenomen)
Belangrijke onderdelen van DAT:
- Staatsgrepen en stembussen
- Concept ‘democratie’
- Democratische erosie, voorbeeld: het vriendjesverbond tussen Putin en Trump
- Verandering van regimes in historisch perspectief
- Massabewegingen en hun invloed op regime-verandering
- Variëteiten van democratie
Boek: “How Democracies Die”, een citaat:
“We tend to think of democracies dying at the hands of men with guns. During the Cold War,
coups d’état accounted for nearly three out of every four democratic breakdowns, and more
recently, military coups toppled Egyptian President Mohamed Morsi in 2013 and Thai Prime
Minister Yingluck Shinawatra in 2014. In these cases democracy dissolved in spectacular
fashion, through military power and coercion.
Blatant dictatorship—in the form of fascism, communism, or military rule—has disappeared
across much of the world. Military coups and other violent seizures of power are rare.
But there is another way to break a democracy. It is less dramatic but equally destructive.
Democratic backsliding today begins at the ballot box.”
Videoclip over regime-verandering in een historisch perspectief: Iran
https://www.youtube.com/watch?v=de8itLl61Fs
- Je ziet hoe de inwoners van Iran (ook de kinderen) geïndoctrineerd werden door het
bestaande regime
- De ‘Shah’ was de leider van het Perzische Rijk/Iran
- In 1979 was er een referendum in Iran en hiermee ontstond de Islamitische Republiek van Iran
- Er was 99% steun voor het referendum en vanaf toen waren er regelmatige verkiezingen
Freedom House
→ een Amerikaanse NGO die onderzoek voert naar en ondersteuning biedt van democratie,
politieke vrijheid en mensenrechten.
- In de Freedom House index wordt er vaak aangegeven hoe vrij/democratisch een land is (zie
kaart hieronder)
1
,Lecture 2: What is democracy?
Note: Alle ‘required readings’ komen terug in het tentamen. De ‘recommended readings’
komen niet terug in het tentamen, maar misschien wel in de lectures, dus misschien ook deels
in het tentamen (want in de lectures).
Er is een lijst van landen die ‘democratisch’ in hun naam hebben. Deze landen hebben veelal
een slechte Freedom House rating, wat dus tegenstrijdig is. Twee van deze groep landen
kunnen wel als democratisch worden gezien: Timor-Leste en Sao Tomé and Príncipe.
Als je in een land-naam ‘democratic republic’ of iets dergelijks ziet staan dan is het meestal
niet democratisch, denk bijvoorbeeld aan de DDR (Oost-Duitsland post WOII).
Mensen (de gewone Jan de Man) associëren democratie veelal met vrijheid, meningsuiting,
volk, iedereen, mening, gelijkheid, inspraak, stemmen, vaak ook associatie met wil van de
meerderheid (zonder rechtsbescherming van minoriteiten) etc.
Historisch: democratie werd gezien als iets negatiefs
‘Demos’ = common people
- Democratie werd gezien als ‘mob rule’
- Macpherson (1966): historisch gezien was democratie een soort scheldwoord omdat de wil
2
, van het volk fataal zou zijn voor individuele vrijheid en beschaafd leven. Deze denkwijzen
hebben bestaan tot ongeveer 100 jaar geleden (dus tot ca. 1850?).
De Griekse Oudheid
- Demos, en ‘kratos’ = invloed, ‘rule’
- Plato en zijn Ship of State:
→ Er zijn drie actoren: de scheepseigenaar (het volk = zijn dom en doof), de zeilers (de politici =
denken dat ze weten hoe ze het schip moeten besturen, maar hebben onder elkaar steeds
ruzie en proberen de scheepseigenaar te pleasen) en als laatste is daar de kapitein (de
filosofen-koning = degene die weet hoe je het schip echt moet besturen, maar niemand luistert
naar hem, filosofen-koning weet hoe je feiten van fictie moet scheiden).
→ Plato was negatief over democratie, mensen waren dom en machthebbers hadden te veel
belangen. In de Republiek stelde hij dan ook een autocratische staat voor, een zoals Sparta.
→ Nog steeds relevant, want het is populair om overheids-leiden te associëren met iets
technisch (als je ziek bent dan ga je naar een dokter). Maar, veel problemen hebben geen
oplossing en er is altijd conflict binnen de politiek.
- Aristoteles maakte een classificatie van regimes met twee variabelen: 1) dient het systeem
het algemeen goed en 2) hoeveel heersers zijn er. Zie schema hieronder.
- Scheiding van Aristoteles tussen voor wie je heerst: jezelf of het algemeen goed (common
good) , het idee dat het algemeen goed bestond heerste erg land (tot en met de
Verlichtingsperiode). Tegenwoordig: conflict van belangen, andere ideeën over het doel en de
middelen.
- Democratie in de Griekse Oudheid kende geen verkiezingen, invloed ging via loting.
- Verkiezingen in een staatssysteem zijn redelijk recent.
Het bouwen van democratische indexen
1. Achtergrond concept: brede betekenissen en begrippen van een bepaald concept,
bijvoorbeeld ‘democratie’
→ Dan ga je dat conceptualiseren en krijg je een:
2. Systematized concept: specifieke definitie van iets. Elke meting van democratie begint
met een conceptualisatie.
→ Daarna volgt de operationalisatie:
3