52
Probleem 6: OCD
Pavlovian disgust conditioning als model voor contamination-based PCD - Armstrong et al
Abstract
In dit onderzoek wordt geïdentificeerd wat de walging conditioning afwijkingen zijn die tot excessieve besmetting
concerns leiden bij OCD. 2 groepen (high en low besmettingsangst, HCC en LCC) doen associatieve leertaak met
neutraal gezicht (CS+) gevolgd door walgend gezicht (US) en nog een neutraal gezicht (CS-)(acquisitie procedure).
Daarna extinction procedure waarin beide neutrale gezichten (CS).
Geen significant verschil tussen groepen na acquisitie procedures, maar wel significant verschil na extinction
procedure → HCC minder vermindering dan LCC en meer walging naar CS+. Grotere walging naar CS+ is gecorreleerd
met hogere contamination-based OCD.
Conclusie → excessieve contaminatie/besmettingsangst in OCD kan gerelateerd zijn aan moeite met het inhibiren
van 'geleerde' walging, mogelijk vanwege verhoogde walging sensiviteit dat wordt gekarakteriseerd in OCD
OCD → 1-2% van de populatie, gekarakteriseerd door intrusieve, ongewilde/ obsessieve gedachten die bepaald
ritualistisch gedrag motiveren.
Angst voor besmetting is een veelvoorkomende obsessie in OCD en leidt tot obsessief wassen en sanitizing. Exposure
en response prevention kan effectief zijn voor de behandeling van OCD maar veel reageren niet goed op die
behandeling of behouden nog symptomen ondanks verbetering in gedrag.
OCD wordt geconceptualiseerd met pavlovian conditioneren (angst conditioneren). Angst-gerelateerde stoornissen
zijn gekarakteriseerd door verschillende afwijkingen in angst conditioneren → overdreven acquisitie, beperkte
extinctie, overgeneralitsatie van geconditioneerde angst response.
Niet helemaal duidelijk welke beperking in de conditionering bij OCD aanwezig is.
Angst en walging zijn allebei belangrijke emoties maar zijn voor verschillende soorten bedreiging (angst meer
urgent en walging minder urgent) → walging is de response voor besmetting en kan dus een belangrijke
afwijkende emotie in contamination-based OCD.
Disgust sensitiviteit is een belangrijk symptoom voor de ernst van OCD.
? Hedonic shift → wanneer de negatieve response van de US naar de CS onafhankelijk van elkaar worden gezien (en
dus resistent tegen extinctie)
Dit is ook zo bij walging → resistent tegen extinctie
Bij OCD wordt de besmetting angst erg overdreven, waarschijnlijk in afwijkend walg conditioneren (al niet veel
onderzoeken) → wel over link tussen walging conditionering en walg sensiviteit (risk factor voor OCD)
2 hypotheses:
• Excessieve besmettingsangst wordt gekarakteriseerd door gefaciliteerde acquisitie van walg conditionering,
wat kan leiden tot meer perceptie van besmetting?
• Excessieve besmettingsangst wordt gekarakteriseerd door beperkte extinctie van geconditioneerde walg
responses, wat kan leiden tot meer lange termijn percepties van besmetting
Daarnaast wordt gekeken of afwijkende geconditioneerde walging komt door verhoogde walging sensiviteit en of er
een relatie is tussen trait anxiety en geleerde walging (maar dat wordt niet verwacht)
Methode
2 groepen, HCC (high contaminatie concern) en LCC (low contaminatie concern) (n=30 en n =32 → redelijke power)
Metingen → Disgust scale - revised (meet trait disgust), Obsessive Compulsive Inventory - revised (meet OCD
symptomen en subscale voor contaminatie), PI-COWC (meet besmettingsangst en hoeveel invloed het heeft op je
dagelijks leven), State Trait Anxiety Inventory - Trait Version (meet trait anxiety), Empirical Valence Scale (voor het
raten van subjectieve ervaringen over walging bij CS en US)
Materialen → 2 neutrale gezichten (CS+ en CS-) en 8 vieze plaatjes (uitwerpselen, braaksel, verrot eten)
Procedure → eerst de measures en dan de associatieve leertaak in 3 fases: (1) habituation van CS, (2) acquisitie van
CS+ gevolgd door US gevolgd door CS-, en (3) extinctie van CS zonder US. Op het einde de EVS invullen over walging
, 53
Discussie
HCC en LCC vergelijkbaar in de acquisitie van geconditioneerde walging. Verschillen tussen groepen ontstonden
tijdens de extinctie procedure, waar de HCC groep resistent was voor extinctie in de verwachting van US tijdens CS+.
Ook had HCC grotere self-reported walging voor CS+ na extinctie.
Walging sensiviteit is sterk gecorreleerd met self-reported walging voor CS+ bij acquisitie en extinctie, en
groepsverschillen tussen de self-reported walging voor CS+ bij acquisitie en extinctie werd gemedieerd door walging
sensiviteit.
HCC kon verwachting van US bij CS+ niet verminderen bij extinctie fase.
Dus zowel cognitief (representaties van US en CS resistent voor extinctie) als affectief (grotere walging voor CS na
extinctie)
Wat betekent dit voor etiologie en het behouden van contamination-based OCD? → het onvermogen om de
'onleren' van de walgreactie (het falen van de extinctie) is een belangrijke factor maar de acquisitie niet perse?
(iedereen is wel concerned over hygiene). Deze acquisitie wijst naar het adaptief functioneren in zowel anxious als
non-anxious mensen. (misschien zouden verschillen in acquisitie wel gevonden kunnen worden in meer ambigue
situaties)
Er moet longitudinaal onderzoek worden gedaan om een causale relatie te vinden tussen walging sensiviteit en
contamination-based OCD, maar dit onderzoek suggereert deze relatie wel door de acquisitie van sterkere, langere
geconditioneerde walg responses → kan daardoor ook moeilijker te behandelen zijn
Hoe dan behandelen? → belangrijk om de beperkingen in extinction learning te bespreken tijdens exposure
therapie, waardoor de verwachtingen kunnen veranderen. Het paren van de gewalgde CS met een positieve US kan
helpen om de geconditioneerde response te verzwakken.
Beperkingen van dit onderzoek:
• Analoge sample → niet echt patienten met alle criteria (subklinisch vs klinisch)
• Bevindingen versterken met objectieve metingen
• Extinction test later en niet meteen na onderzoek?
• De potentie van de plaatjes?
• Niet echt demografische dingen onderzocht (allemaal ongeveer hetzelfde)
OCD en gerelateerde disorders - Olatunji in Reuman & Abramowitz
• De nature en bepaalde condities die met OCD geassocieerd zijn, theoretische modellen over ontwikkelen en
behouden van OCD
Fenomenen
• Obsessies: intrusieve/opdringerige, private gedachten/beelden/ideeën die iemand ervaart als ongewild →
veroorzaken anxiety of schuld
o Kunnen worden georganiseerd in thema's → besmetting, verantwoordelijkheid om geen schade aan
te richten, taboe en symmetrie
o Belangrijk → ze zijn ongewild/oncontroleerbaar en ze komen zo maar op in het bewustzijn.
o Andere kenmerken: spontaan, getriggerd, komt niet overeen met zelfbeeld (je kinderen pijn doen)
en worden ingehouden (vermeden, omdat andere negatieve consequenties zullen volgen)
• Compulsies/dwang: de neiging om bepaald ritualistisch gedrag uit te voeren om stress van obsessies te
verminderen.
o Soorten rituelen → de-contaminatie (schoonmaken), checken, herhalende routine activiteiten,
ordenen, mentale rituelen.
o Wel bewust dat rituelen meestal zinloos en overdreven zijn.
o Opzettelijk (niet zoals tics) en hebben als functie om stress te verminderen (dus niet zoals impulsief
gedrag om plezier of afleiding te zoeken)