Criteria: irriteerbaarheid, slechte concentratie, slaapproblemen, rusteloosheid, spierpijn en als belangrijkste
extreme/oncontroleerbare zorgen maken (erger dan bij de meeste disorders)
→ worry (zich zorgen maken) = negatieve cognitie waar negatieve uitkomsten worden verwacht
Redelijk veelvoorkomend → 3.7%, veel in primary care settings (22-50% vd anxiety disorders)
Vaak vrouwen, laag inkomen, gescheiden etc. Leeftijd meestal rond 24 en dan nog een keer later. Chronisch.
Hoge co-morbiditeit (68-93%), vaker GAD met andere disorder dan alleen GAD (met bvb depressieve disorders of
andere anxiety disorders zoals PD/SAD/fobieën) → daarom ook soms gedacht dat GAD niet echt een stand-alone
disorder is, maar dat is het wel.
Etiologie
• Negatieve valentie systemen
Bij GAD zit worry en negative affect op zowel staat als trait levels → worry verhoogd distress
Worry is een soort mal-adaptieve strategie die negatieve interne ervaringen vermijdt (mal-adaptief omdat het
interfereert met habituation/gewenning waardoor de angst niet verminderd kan worden, waardoor je juist
meer angst krijgt)
Contrast avoidance theory → worry behoudt negatieve emoties zodat ze niet kunnen verhogen??? Veel
bewijs
Worry verhoogd negatieve emoties, fysiologische arousal en verlaagd reactiviteit naar emotionele stimuli
Amygdala (central nucleus) voor angst → short term, immediate threat
Bed nucleus van stria terminalis (BNST) voor anxiety → lange termijn, sustained threat
→ beide van limbisch systeem en projecteren op hypothalamus en hersenstam voor autonomische reacties en
gedrag
GAD heeft verhoogde activiteit in BNST en verlaagde activiteit in amygdala → gelinkt aan neuroticisme
• Cognitieve systemen in GAD
Selectieve aandacht biases bij GAD → piekeren (worry) is een cognitief process
Hirsch en Mathews: GAD is interactie tussen vrijwillige en onvrijwillige processen
Mensen met GAD geven veel aandacht aan bedreiging → betere neurale response voor detectie van errors.
Wanneer iemand met GAD een error/threat cue spot, probeert hij/zij om cognitie weg te richten van de bron
om anxiety te reguleren → cognitive control (shifting, inhibitie, werkgeheugen)
Mensen met GAD hebben slechtere cognitive control → PFC en ACC zijn hiervoor belangrijk. Moeite met
shifting, inhibitie en WG zit vol met worry waardoor geen ruimte meer over is.
Andere geheugen biases niet helemaal duidelijk → misschien heeft GAD invloed op geheugen in latere
ontwikkeling? Beperkte explicit memory bij oudere mensen met GAD
Dit komt overeen met onderzoeken over hippocampus?
• Positieve valentie systemen (niet veel onderzocht)
GAD zouden minder responsive zijn naar positieve factoren. Ze zijn voorzichtiger met rewards.
• Arousal en regulatie systemen
Fysiologische arousal bij autonomisch zenuwstelsel (ANS) → hogere sympathische arousal bij baseline.
GAD is geassocieerd met verminderde fysiologische reactiviteit voor stressoren
Veel slaapproblemen bij GAD (vooral in slaap blijven ipv in slaap komen) slaap en GAD hebben een beetje een
bidirectional causale relatie. Ook circadian ritme is geassocieerd met een predispositie voor GAD
• Sociale processen
GAD geassocieerd met interpersoonlijke dysfuncties → minder vrienden, huwelijk conflict/scheidingen,
familie dynamiek, persoonlijkheidsstoornissen
Bowlby's attachment theorie: mensen met GAD ontwikkelen mal-adaptieve attachment met primary
caregivers in kindertijd (onzekere attachment). Niet veel bewijs voor specifieke associatie met distincte
attachments.
, 61
Imbalance in oxytocine (hypothalamic neuropeptide) → voor sociale functies en formatie van attachment
Oxytocine concentratie voorspelt trait anxiety en heeft anxiolytic effecten → oxytocine administratie
verminderd anxiety in GAD patienten.
Mensen met trait worry zien eigen gedrag als positiever dan anderen en mensen met state worry zien hun
eigen gedrag als meer dreigend? → slechte bewustzijn over eigen impact (biased other-perceptie in
interpersoonlijke contexten)
De bias in interpersoonlijke percepties bij GAD ligt niet aan de vaardigheid om emoties te perceiven maar aan
de attributie van stimuli (interpreteren van boze gezichten naar jezelf)
Pas op! Onderzoek crosssectioneel dus niet echt causale relaties
Conclusie
Vervolgonderzoek → de rol van piekeren in angst generalisatie
Generalized Anxiety disorder: a preliminary test of a conceptual model - Dugas et al
Alleen description en ingredients (niet de details van het onderzoek zoals methode/questionnaires etc)
Abstract
Conceptueel model van GAD (theoretisch en klinische implicaties)
Main features: intolerance of uncertainty, overtuigingen over worry/piekeren, slechte probleem orientatie,
cognitieve vermijding.
Vooral intolerance of uncertainty belangrijk voor het onderscheiden van mensen met en zonder GAD
Introductie
GAD is tot nu toe niet heel veel onderzocht.
Huidig model:
Kenmerk met centrale rol: intolerantie van onzekerheid → de manier waarop iemand informatie in een
onzekere/ambigue situatie waarnemen en erop reageren. Sterk gerelateerd aan piekeren, anxiety en depressie
(mensen die veel piekeren hebben een lagere drempelwaarde voor intolerantie van onzekerheid)
Ander kenmerk is positieve overtuigingen over piekeren → zoals dat piekeren ervoor kunnen zorgen dat slechte
dingen niet gebeuren of dat piekeren teleurstelling kan vermijden. Overtuigingen over piekeren zijn ook gerelateerd
aan het level van piekeren. Mensen met GAD geloven dat piekeren behulpzaam is in het helpen van oplossingen
vinden en negatieve uitkomsten voorkomen. Deze overtuigingen worden dan ook negatief reinforced omdat de
gevreesde uitkomst niet gebeurd.
Derde kenmerk is slechte probleem oriëntatie → probleem oriëntatie is een set van metacognitieve processen over
bewustzijn en appraisal van dagelijkse problemen en iemands probleemoplossende vaardigheden. Davey (1994)
suggereert dat piekerende mensen slechte probleem oriëntatie hebben (vooral in confidence en waargenomen
controle). Onzekerheid over probleemoplossend vermogen kan een causaal effect hebben op catastrofisch piekeren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliaperik. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.