3
Probleem 1: Pesten
Juvonen & Graham - Bullying in Schools: The Power of Bullies and the Plight of Victims
Abstract
Review over pesten en gepest worden.
• Sociale dominantie bij pesten
• Opgeblazen (inflated) zelfbeeld van pesters
• Effect op gedrag van slachtoffers
• Bewijs voor processen van risicofactoren en consequenties van slachtofferschap en mechanismes voor
verhoogde emotionele distress en gezondheidsproblemen
• In context → cyberbullying en eigenschappen van scholen die slachtofferschap beïnvloeden
• Kritiek op hoofdinterventies om school pesten te verminderen
Introductie
School shootings en zelfmoorden door slachtoffers van pesten krijgen meer aandacht recentelijk.
1e deel: pesten, wat is het, prevalentie en slachtofferschap
2e deel: pesten als dader, agressie, motieven/mechanismen
3e deel: toestand van slachtoffer, risicofactoren en consequenties
4e deel: invloed van context op pesten (vooral school en online)
5e deel: hoofdinterventies om pesten op school te verminderen
• Definitie en prevalentie: intimidatie/ vernedering → fysiek of sociaal sterker persoon misbruikt kracht om
anderen te bedreigen/verminderen. Er ontstaat een power disbalans tussen de twee partijen en agressie
vanuit dader. Vooral bij jonge kinderen/adolescenten → 20-25% zijn dader/slachtoffer of beide geweest
• Stabiliteit van pesten en slachtofferschap: de meeste agressieve kinderen worden minder agressief naar
mate ze ouder worden (niet duidelijk of fysiek pesten dan verandert in andere vormen van pesten). Niet
echt onderzoek naar stabiliteit van slachtoffers → meestal korte termijn (2 jaar). Onderzoeken naar pesten
en slachtofferschap wijzen dus meer naar de instabiliteit van pesten, mogelijk vanwege veranderende
factoren (betekent echter niet dat pesten geen blijvende effecten hebben)
• Vormen van pesten:
o Direct vs. Indirect → direct is meer fysieke agressie, bedreigingen en uitschelden, indirect is meer
roddelen, buitensluiten. Hoewel direct pesten meer intimiderend en vernederend is, zorgt indirect
pesten voor verpesten van sociale status/reputatie terwijl de dader anoniemer blijft. Niet echt een
leeftijdsverschil in het gebruik van de tactieken. Direct pesten meer onder jongens en indirect
pesten meer onder meisjes → waarschijnlijk omdat jongens meer fysiek agressief zijn (denk aan
slaan/schoppen) en meisjes meer waarde hechten aan relaties (terwijl jongens ook net zo veel
indirect pesten als meisjes, maar meisjes gewoon minder direct pesten, vooral tijdens adolescentie)
o Sociale dominantie → agressie stemt uit een gebrek aan sociale skills of een antisociale
persoonlijkheid, terwijl indirect pesten vaak wel sociale skills nodig heeft en dat pesten verdwijnt
naar mate je ouder wordt. Pesten ontstaat vaak door een gebrek aan empathie, en willen graag
domineren en een sociale status hebben. Populariteit is bij jonge kinderen vaak met agressie en in
, 4
oudere kinderen meer met sociale status. Pesten gebeurt vaak ook in tijden van sociale reorganisatie
en onzekerheid.
o Opgeblazen zelfbeeld en sociaal-cognitieve biases bij pesters → pesters hebben vaak vergrootte
percepties van zichzelf (beter in sociale/academische/atletische status en minder in
depressie/sociale anxiety etc) Hoezo? → informatieverwerking biases: hostile attribution bias, dat ze
onzekere situaties zien als hostile intentie van anderen waardoor ze zichzelf niet blamen (denk ik).
Feedback die pesters krijgen zijn vaak positief, versterkt door gelach van bijstanders.
• Toestand van de slachtoffers: depressiviteit en anxiety, psychosomatische problemen en buikpijn,
academische moeilijkheden. Niet duidelijk of dit correlatie of causaties zijn.
o Subtypes → vaak zijn slachtoffers sensitief, anxious en onzeker (onderdanig). Gebrek aan
zelfverzekerdheid in sociale interacties is een risicofactor. Naast onderdanigheid zijn ook andere
agressieve kinderen vaak slachtoffer, en dan vooral ineffectieve agressie? Dus minder powerful dan
de pesters? Vaak hebben zij ADHD? Dit zijn bully-victims
o Individuele en sociale risicofactoren → obesitas en late/vroege puberteit, handicaps en LGBTQ.
Eigenlijk dus gewoon 'anders' zijn verhoogd het risico om afgewezen te worden, en dat lage sociale
status meer risico is voor de intensiteit van het pesten omdat ze niet geholpen kunnen worden door
hun vrienden. Het niet hebben van vrienden en lage status kan ook op zichzelf een risicofactor
worden. Wanneer een minderheid vrienden heeft of geaccepteerd is in de klas is de kans op pesten
minder groot.
o Consequenties van slachtofferschap → het internaliseren van problemen en het gebrek aan sociale
connecties kan worden gezien als risico maar ook als consequentie, een wederzijdse relatie wellicht.
Over tijd krijgen slachtoffers van pesten waarschijnlijk psychosociale moeilijkheden → hogere kans
op anxiety stoornissen en depressie als volwassen.
• Mechanismen die psychosociale problemen onderliggen: belangrijk om te kijken naar de
percepties van de slachtoffer van waarom zij gepest worden → vaak meer intern en
oncontroleerbaar. Self-blame leidt tot angst en depressie, en other-blame leidt tot het
externaliseren van problemen.
• Mechanismen die school moeilijkheden en gezondheidsproblemen onderliggen: de
associatie tussen vroeg pesten en laat slechter functioneren in school kan worden uitgelegd
aan de hand van emotionele distress en somatische klachten. Wellicht door de HPA as,
aangepaste cortisol levels zijn geassocieerd met meer gezondheidsproblemen. Ook andere
activiteit in hersengebieden
• Pesten in Context
o Cyberbullying → kan ook direct of indirect. Kenmerken: snelheid en spreiding, anonimiteit.
o School → niet veel onderzoek naar. Veel slecht gedrag is gerelateerd aan schoolkenmerken (grootte,
stedelijkheid, docentkwaliteit, hoeveelheid etnische minderheden), maar correlatie met pesten is
inconsistent. Meest consistent = school klimaat (de mate dat scholieren
geaccepteerd/gerespecteerd voelen)
• Etnische diversiteit: Niet veel systematisch onderzoek maar wel een onderzoek waaruit blijkt
dat grotere etnische diversiteit leidt tot lagere zelf-gerapporteerd slachtofferschap bij
etnische minderheden (wellicht vanwege meer power balans). Grotere etnische diversiteit
zou dan dus een bufferend effect kunnen hebben op pesten
• Organisatie van instructie: Scholieren die een minder eisend curriculum hebben en met
meer 'afwijkende' peers zitten zouden kwetsbaarder zijn voor antisociaal gedrag. Groeperen
van scholieren zou het gevoel van slachtofferschap vergroten?
• Afwijking van klasnormen: de mate waarin een scholier afwijkt van de rest (net als social
misfits). Vooral in klassen met positieve normen, voelen afwijkende scholieren zich meer als
slachtoffer. Het zijn vaak ook kinderen die horen bij de grootste etnische groep, omdat ze
dan zichzelf blamen.
• Interventies om pesten te voorkomen en verminderen op school
o Schoolbrede interventies → target alle studenten, ouders en volwassenen binnen de school, met de
assumptie dat pesten een systematisch sociaal probleem is en dat de iedereen verantwoordelijk is
voor de oplossing. Meer gefocust op het veranderen van de cultuur van de school in plaats van
individueel gedrag. Olweus Bullying Prevention Program (OBPP) → bewustzijn voor de aard van het
probleem, monitoren en systematische/consistente reactie op pestgevallen. Niet hele positieve
effecten: niet hele goede research condities, veel self-reports (en door de bewustwording gaan