3
Probleem 1: Prestatie
Motowidlo et al. - 1997 - A Theory of Individual Differences in Task and Contextual Performance
Abstract
Theorie over werkprestatie, gaat ervanuit dat prestatie zowel gedragsmatig, episodisch, evaluatief en multi-
dimensioneel is. Verschil tussen taak- en contextuele prestatie, prestatie is waarde aan de organisatie van
gedragsmatige episodes van een persoon. Identificeert onderliggende dimensies van deze episodes.
Theorie voorspelt dat individuele verschillen in persoonlijkheid en cognitieve vaardigheid, samen met leerervaringen
leiden tot variabiliteit in kennis, vaardigheden en werkgewoontes.
De soorten kennis, vaardigheden, werkgewoontes en eigenschappen geassocieerd zijn met taak prestatie en
contextuele prestatie (en het verschil tussen die twee)
Samenvatting
Individuele verschillen in taak en contextuele prestatie, en de frequentie en contributie waarde van gedragsmatige
episodes worden gedetermineerd door relevante kennis, vaardigheden en werkgewoontes.
Bij taak prestatie zijn gedragsmatige episodes verschillend dan bij contextuele prestatie.
Cognitieve vaardigheid beïnvloedt vooral taakprestatie, maar kan ook contextuele prestatie beïnvloeden.
Persoonlijkheidseigenschappen beïnvloedt contextuele prestatie door het effect op contextuele kennis,
vaardigheden en gewoontes --> vooral consciëntieusheid kan ook invloed hebben op taakprestatie door het effect op
gewoontes. Taak kennis, vaardigheden en gewoontes zorgen voor individuele verschillen op taakprestatie, terwijl
contextuele kennis, skills en gewoontes zorgen voor individuele verschillen op contextuele prestatie.
2 thema's in theorieën over werkprestatie: dimensioneel (identificeren van categorieën van prestatie die bij elke
baan horen) en een causaal patroon van antecedenten van werkprestatie en verschillende dimensionele
componenten (identificeren variabelen die zorgen voor individuele verschillen).
Huidige theorie over werkprestatie gaat over beide thema's.
Basis assumpties over werkprestatie
• Prestatie is een gedragsmatig construct
Prestatie is gedrag met een evaluatief component, voor individuele of organisatorische effectiviteit. Resultaat is hier
de uitkomst van, helpt of hindert het behalen van het doel van de organisatie. Er moet meer worden gefocust op
gedrag dan op resultaat, omdat resultaat word beïnvloedt door extraneous factoren.
• Prestatie gedrag is episodisch
Gedrag dat doorloopt heeft niet perse impact op prestatie, maar gedrag dat wordt beïnvloedt door dingen die
mensen doen om een verschil te maken in relatie naar organisatorische doelen wel? --> dit zijn gedragsmatige
episodes in werkprestatie
• Prestatiegedrag episodes zijn evaluatief
Gedragsmatige episodes kunnen verschillen in contributie voor de organisatie (van positief tot negatief), en kan
impact hebben op één van de doelen maar niet per se op de ander.
• Prestatie domein is gedragsmatig multi-dimensioneel?
Er zijn veel verschillende soorten gedrag die het behalen van doelen kan helpen of hinderen, die kunnen niet zomaar
worden samengenomen. Dilemma?
Je kan het prestatiedomein verdelen in gedragsmatige homogene categorieën en contributie waarden van
gedragsmatige episodes in elke categorie samenvoegen?
Taakprestatie en contextuele prestatie
Verschil tussen taak en contextuele prestatie is dat de reden dat taak gedrag het behalen van doelen kan helpen of
hinderen anders is dan de reden van contextueel gedrag.
2 soorten taakprestatie:
• Activiteiten die ruwe materialen transformeren in producten
• Activiteiten die voor service en onderhoud zorgen van technische processen --> planning, coördinatie etc.
, 4
Contextuele prestatie zijn niet deze technische processen maar wel voor onderhoud van organisatorische, sociale,
psychologische omgeving waar deze technische core moet functioneren --> elkaar helpen en coöpereren, regels en
procedures volgen ook voor persoonlijke omstandigheden. Motivationele elementen?
Motivatie zit zowel in taak als contextuele prestatie, bij taakprestatie is het motivatie om de taak goed uit te voeren
en bij contextuele prestatie is het motivatie om interpersoonlijke, groeps en organisatorische processen te
faciliteren.
Taakprestatie is dus meer direct gerelateerd aan de technische core en dat alles goed verloopt maar contextuele
prestatie is meer indirect gerelateerd aan de technische core maar meer aan omgevingsfactoren die bijdragen aan
de efficiëntie van de technische core.
Individuele verschillen in taak en contextuele prestatie
Hunter --> direct causaal verband van vaardigheid naar zowel werkkennis en prestatie, en een direct verband van
kennis en prestatie naar ratings van prestatie door supervisor. Verder had vaardigheid geen invloed op rating.
Campbell --> 3 directe factoren van werkprestatie: (1) declaratieve kennis, (2) procedurele kennis en skill, en (3)
motivatie.
McCrae & Costa --> samenvatting van theorieën over persoonlijkheid. Beschrijft relaties tussen 5 brede categorieën:
• Basic tendencies: fundamentele capaciteiten en disposities die verschillen tussen mensen beschrijven,
observeerbaar gedrag. Redelijk stabiel, bevat sensorische-motorische vaardigheden,
fysiek/leer/verbale/ruimtelijke/perceptuele vaardigheid en eigenschappen zoals de big five.
• Characteristic adaptations: concrete uitdrukkingen van deze basic tendencies --> specifieke skills,
gewoontes, voorkeuren, houdingen en patronen van gedrag. Bevat algemene kennis, taalvaardigheid,
schema's en strategieën, sociale en politieke houdingen, sociale en technische skills, morelen etc.
• Objectieve biografie: een set van openbare gedragingen, in dit geval werkprestatie?
Causale relaties tussen deze zijn relevant: basic tendencies --> characteristic adaptations --> objectieve biografie.
Conclusie is dat er mediërende variabelen zitten tussen vaardigheid en werkprestatie.
Huidige theorie: individuele verschillen in persoonlijkheid en cognitieve vaardigheid, in combinatie met
leerervaringen leiden tot variabiliteit in adaptaties die het effect mediëren van persoonlijkheid en cognitieve
vaardigheden op werkprestatie.
Werkprestatie is verdeeld in 2 dimensies; taakprestatie en contextuele prestatie, en vat 2 dimensies in basic
tendencies; cognitieve vaardigheid en persoonlijkheid. (het lijkt erop dat cognitieve vaardigheid wel een betere
voorspeller is).
De meeste cognitieve vaardigheden hebben een effect op taakprestatie en vice versa, maar er zijn nog wel sommige
effecten door elkaar (cross-over effects).
Intervening variabelen (adaptaties) zijn in dit geval kennis, skill en werkgewoontes. Geleerd door ervaringen en
interacties met de omgeving.
Taak gewoontes, -skill en -kennis beïnvloeden taakprestatie en contextuele gewoontes, -kennis en -skill
beïnvloeden contextuele prestatie.