Pedagogisch Klimaat
Hoofdstuk 6
Diversiteit in de organisatie
Intercultureel werken is een manier van werken die rekening houdt met en
respect toont voor andere culturen.
Het is de taak van elke school en elk kindcentrum om intercultureel te werken.
Het gaat daarbij niet alleen om interculturele kennis, inzicht en vaardigheden,
maar ook om wat je ermee doet in de praktijk.
Daarnaast heeft elke organisatie de taak om aandacht te besteden aan diversiteit
en kinderen te leren omgaan met verschillen. Opvoeden betekent namelijk:
kinderen vertrouwd maken met de wereld om hen heen en voorbereiden op die
wereld, en daarin bestaan verschillen tussen mensen.
Een organisatie kan op beleidsniveau duidelijk maken op welke manieren
aandacht wordt besteed aan diversiteit. Dit omschrijft de organisatie in haar visie
en doelen.
Een visie is een bepaalde kijk op iets, gezichtspunt, richtinggevende zienswijze.
Een team is de groep medewerkers die samen een of meerdere taken uitvoeren
en daarvoor verantwoordelijk zijn.
Je moet goed kunnen samenwerken met je teamleden (collega’s), ook als die heel
anders denken en doen dan jij.
Belangstelling voor elkaars wereld zorgt ervoor dat je een gezamenlijk
gespreksonderwerp hebt. Maar het geeft vooral ook een gevoel van
verbondenheid. Die band helpt mee aan de vorming van een teamcultuur.
Met teamcultuur wordt bedoeld de waarden en normen van een team.
In een gelijkgestemde groep weet je elkaar gemakkelijk te vinden, ben je het snel
met elkaar eens en kom je eerder tot een besluit.
Een homogene groep, die gelijk van samenstelling is, heeft zo haar voordelen,
zoals het snel kunnen beslissen. Maar bestaat ook het gevaar dat je routinematig
gaat werken.
In een open groepsklimaat kunnen groepsleden zichzelf zijn. Soms komt het voor
dat een team té nauw met elkaar samenwerkt. Als je daar je BPV doet, kun je het
gevoel krijgen dat je er niet bij hoort.
Kenmerken van het groepsklimaat:
Gesloten team (te nauw met elkaar samenwerken):
- Een sterk stelsel van normen en waarden (bv strikte regels)
- Geen individuele standpunten, maar vooral groepsstandpunten
- Sterke onderlinge verbondenheid tussen teamleden (ook privé)
- Een nieuw teamlid loopt grote kans buitengesloten of gepest te worden
- Een gering verloop onder medewerkers
Open team:
, - Openstaan voor verbeteringen en veranderingen
- Ter sprake brengen wat persoonlijk voor ieder teamlid belangrijk is
- Persoonlijke zaken zoals houding, waarden en ervaring ter sprake brengen
- Gevoelens inbrengen en als info zien om de groep verder te brengen
Teams presteren doorgaans beter als ze divers van samenstelling zijn. Dit komt
doordat een heterogeen team beter in staat is vraagstukken vanuit verschillende
perspectieven te bekijken en beoordelen. Wat de één niet kan of weet, kan de
ander wel. Heterogene teams kunnen tot overeenstemming komen als men
elkaar weet te waarderen en ieders kwaliteiten worden gezien en benut.
In een homogeen samengesteld team is meestal minder discussie.
Diversiteit kan inspiratie geven voor een nieuwe denkwijze of andere aanpak.
Diversiteit kan een verrijking zijn. Bovendien wordt de band tussen teamleden
sterker door ervaringen en gevoelens met elkaar te delen.
Een vaak voorkomende beoordelingsfout in het contact met anderen is een
voorbarig oordeel.
Diversiteit kan je confronteren met je eigen achtergrond en levensvisie. Tegelijk
wordt verwacht dat je een professionele beroepshouding laat zien aan ouders en
als rolmodel functioneert voor de kinderen in je groep.
Waarden zijn de gemeenschappelijke opvattingen van (een groep) mensen over
wat zij belangrijk vinden in het leven en in de omgang met elkaar. Hiervan
worden de normen afgeleid.
Normen zijn de gemeenschappelijke verwachtingen en afspraken over gepast
gedrag in een bepaalde situatie. Normen zijn gedragsregels.
VB: Als respect voor ouderen voor jou belangrijk is (waarde), dan is het voor jou
vanzelfsprekend op te staan voor een oudere in de bus (norm).
Als eerlijkheid (waarde) voor jou belangrijk is, dan lieg je niet snel (norm).
Jouw ervaringen, jouw manier van denken, jouw gevoelens en stemmingen
kleuren het contact dat je met andere mensen hebt.
Verschillen tussen jouw achtergrond en die van de ander kunnen het contact
verrijken, maar ook bemoeilijken. Denk daarbij aan taalproblemen, maar ook aan
het niet begrijpen van elkaars gewoonten en gebruiken. Kortom, in de
ocmmunicatie met anderen is het verstandig je bewust te zijn van je eigen
referentiekader.
Het referentiekader is het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten,
waarden en normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij
de wereld om zich heen interpreteert en beoordeeld.
Elke cultuur heeft haar eigen waarde.