100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Digitaal Procederen Verplichte Arresten 2018/2019 €3,48
In winkelwagen

Arresten

Digitaal Procederen Verplichte Arresten 2018/2019

10 beoordelingen
 98 keer bekeken  1 keer verkocht

Digitaal Procederen Verplichte Arresten 2018/2019. Bevat een schematische weergave van de verplichte arresten (aan de hand van de rechtsvraag, het antwoord, de belangrijkste overwegingen en de geparafraseerde rechtsregel). Behaald cijfer: 9

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 54  pagina's

  • 16 november 2018
  • 14 januari 2019
  • 54
  • 2018/2019
  • Arresten
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

10  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ebe12345 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: frerikrorink • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jespervrielink • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hillyneeltsje • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: doubleuj91 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jorntorenbosch • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: tsjessie • 6 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
edwin7788

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 26 Oefenvragen
€2,99 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Bestaat er een rechtsregel dat het zonder toestemming en/of medeweten van de gesprekspartner vastleggen van het betreffende gesprek op geluidsband onder alle omstandigheden inbreuk maakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en dus als bewijs in een civiele procedure ontoelaatbaar is?

Antwoord: Driessen/Van Gelder Nee. Die bandopname maakt in beginsel geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (alleen onder ‘bijkomende omstandigheden’) en kan als bewijs worden ingebracht in de civiele procedure, zij het dat de overtuigende kracht van dit bewijsmiddel ter beoordeling van de feitenrechter staat. Alvorens men tot de conclusie kan komen dat het maken en openbaar maken van bandopnamen van telefoongesprekken zonder instemming en/of medeweten van de gesprekspartner inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer zijn ‘bijkomende omstandigheden’ vereist. In het algemeen kan dus niet worden gezegd dat het maken van bandopnemen in strijd met de persoonlijke levenssfeer of anderszins onrechtmatig is. De bandopname kan bovendien worden ingebracht als bewijs in een civiele procedure, met dien verstande dat het aan de feitenrechter is om dit bewijs op overtuigingskracht en betrouwbaarheid te beoordelen.

2.

Is voor het in het geding brengen van een geluidsmand door een partij door middel van het deponeren daarvan ter griffie met het doel daardoor bewijs te leveren toestemming of een verzoek van de wederpartij of de rechter vereist?

Antwoord: Tankink/Hartman Voor het in het geding brengen van een geluidsband door een partij door middel van het deponeren daarvan ter griffie met het doel daardoor bewijs te leveren is — evenals voor schriftelijk bewijs — noch toestemming van de wederpartij, noch een verzoek van de wederpartij, noch een verzoek of opdracht van de rechter vereist. Inbrengen van onrechtmatig verkregen bewijs is dus in beginsel mogelijk

3.

Bestaat ook buiten intellectuele eigendomszaken (IE-zaken) de mogelijkheid tot het leggen van bewijsbeslag?

Antwoord: Molenbeek Invest/Begeer Ja, Bewijsbeslag is ook mogelijk buiten intellectuele eigendomszaken, maar aan het desbetreffende verlofverzoek worden hoge eisen gesteld (proportionaliteit en subsidiariteit, alsmede een toetsing aan de criteria van art. 843a Rv). Bovendien is de gang van zaken is met veel waarborgen voor de wederpartij omkleed. Die waarborgen kunnen bijvoorbeeld worden getroffen door de beslaglegger te verplichten tot zekerheidstelling voor de door hem eventueel verschuldigde schadevergoeding, of door toezicht van de voorzieningenrechter die het verlof voor de beslaglegging heeft gegeven, of doordat de advocaat van de beslaglegger bij de beslaglegging aanwezig moet zijn en de beslaglegging, nadat conserverende maatregelen zijn genomen, geen voortgang vindt voordat ook een advocaat of andere vertrouwenspersoon van de beslagene ter plaatse aanwezig is, of door een combinatie van deze of andere maatregelen. Met het oog op de vertrouwelijkheid geldt dat deze op diverse wijzen kan worden gewaarborgd, bijvoorbeeld door invoering van een certificeringsstelsel. De voorzieningenrechter dient een beslissing te nemen met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. De deurwaarder kan, als daartoe aanleiding is, twee verschillende processen-verbaal van beslaglegging op te maken; een proces-verbaal dat is bestemd voor de verzoeker, waarin de in beslag genomen bescheiden slechts globaal zijn omschreven, en een proces-verbaal dat is bestemd voor diens wederpartij en, eventueel, de derde onder wie het beslag is gelegd, dat een gedetailleerde omschrijving van deze bescheiden bevat. Aanleiding hiertoe bestaat met name indien het beslag ook vertrouwelijke bescheiden omvat of kan omvatten. Tot slot staat tegenover de waarborgen voor de wederpartij dat de wederpartij gehouden is tot medewerking, waarbij overigens onderscheid moet worden gemaakt tussen beslag en inzage.

4.

Wanneer is bewijs onrechtmatig verkregen? En wanneer moet dat onrechtmatig verkregen bewijs, gelet op onder meer art. 152 Rv, worden uitgesloten van de procedure?

Antwoord: Onrechtmatig verkregen bewijs? In ieder geval wanneer het bewijs is verkregen door een schending van de persoonlijke levenssfeer. Alleen onder ‘bijkomende omstandigheden’ moet het onrechtmatig verkregen bewijs worden uitgesloten van de procedure, waarbij geldt dat schending van zelfregulering in voorkomende gevallen voldoende is. Volgens art. 152 Rv kan bewijs door alle middelen worden geleverd en is de waardering van het bewijs aan het oordeel van de rechter is overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt. In een civiele procedure geldt niet als algemene regel dat de rechter op onrechtmatig verkregen bewijs geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, alsmede het belang dat partijen erbij hebben hun stellingen in rechte aannemelijk te kunnen maken, welke belangen mede aan art. 152 Rv ten grondslag liggen, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden, is terzijdelegging van dat bewijs gerechtvaardigd. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, al dan niet door overtreding van zelfregulering, is in beginsel onrechtmatig. De aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond kan aan een inbreuk het onrechtmatige karakter ontnemen. Of zulk een rechtvaardigingsgrond zich voordoet, kan slechts worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van het geval door tegen elkaar af te wegen enerzijds de ernst van de inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en anderzijds de belangen die met de inbreuk makende handelingen redelijkerwijs kunnen worden gediend. In deze afweging spelen de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit een rol, waarbij het doel van de zelfregulering als ‘bijkomende omstandigheid’ in vorenbedoelde zin kan fungeren.

5.

Bestaat er een algemene rechtsregel dat een vordering tot inzage in of afgifte van bescheiden slechts toewijsbaar is indien andere mogelijkheden om bewijs te vergaren zijn uitgeput of afwezig zijn?

Antwoord: Pretium/AVROTROS Nee. In concreto zal moeten worden beoordeeld of de art. 10 EVRM in de weg staat aan toewijzing van een vordering uit hoofde van art. 843a Rv. In die beoordeling zullen de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit een doorslaggevende rol spelen. De vraag of andere mogelijkheden om bewijs te vergaren zijn uitgeput of afwezig zijn is (slechts) een van de elementen die in het kader van de subsidiariteit een rol speelt, en dwingt niet in abstracto tot een bepaalde conclusie. De slotzinsnede van het vierde lid van art. 843a Rv, bepalende dat een exhibitievordering niet toewijsbaar is \'indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd\', in het licht van de omstandigheden van het geval en met inachtneming van de belangen van de betrokken partijen moet worden toegepast. Daarbij kan onder meer gewicht toekomen aan de omstandigheid dat een andere wijze van vergaring van bewijs bezwaarlijker of minder effectief kan zijn dan de gevraagde inzage in of afgifte van bescheiden. Het gaat immers blijkens de desbetreffende zinsnede van het vierde lid erom dat een behoorlijke rechtsbedeling gewaarborgd is. Daarom ligt in art. 843a lid 4 Rv niet in haar algemeenheid de eis besloten dat een vordering tot inzage in of afgifte van bescheiden slechts toewijsbaar is indien andere mogelijkheden om bewijs te vergaren zijn uitgeput of afwezig zijn, maar moet aan de hand van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit in concreto worden beoordeeld of art. 10 EVRM aan de vordering uit hoofde van art. 843a Rv in de weg staat.

6.

Wanneer is sprake van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a in verbinding met art. 843a Rv, zodat een inzagevordering toewijsbaar is? En is het ook buiten IE-zaken mogelijk om een gedetailleerde beschrijving te vorderen als bedoeld in art. 1019d Rv?

Antwoord: Organik/Dow Chemical Degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, moet zodanige feiten en omstandigheden stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat bedrijfsgeheimen onrechtmatig zijn verkregen en gebruikt. Dit is een strengere maatstaf dan voor het leggen van bewijsbeslag, maar een minder strenge maatstaf dan voor toewijzing van een kort gedingvordering. Ja, dat is bij zaken die voldoende gelijkenis vertonen met IEzaken mogelijk, vooruitlopend op het voorontwerp van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht. Gedetailleerde beschrijving is een variant van bewijsbeslag, zodat de Molenbeek-vereisten van overeenkomstige toepassing zijn. Ook in zaken over bedrijfsgeheimen geldt dat voor het aannemen van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a Rv in verbinding met art. 843a Rv vereist is dat degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, zodanige feiten en omstandigheden dient te stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal dient te onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat bedrijfsgeheimen onrechtmatig zijn verkregen en gebruikt. Verder is, vooruitlopend op het voorontwerp van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht, gedetailleerde beschrijving overeenkomstig art.1019d Rv ook mogelijk in andere dan IE-zaken die voldoende gelijkenis vertonen met IE-zaken (zoals zaken over bedrijfsgeheimen). De vereisten en voorwaarden uit het arrest Molenbeek zijn van overeenkomstige toepassing, nu gedetailleerde beschrijving moet worden aangemerkt als variant op bewijsbeslag.

7.

Wanneer is sprake van een fishing expedition? Mag de beslaglegger of de deurwaarder dreigen met kostenverhaal om de beslagene te bewegen in te stemmen met het meenemen van originele documenten en apparatuur?

Antwoord: Kunststofverwerkende machines Als de omschrijving van in beslag te nemen bescheiden, gezien het belang van de beslaglegger, te ruim is. En nee, de beslaglegger of de deurwaarder mogen niet dreigen met kostenverhaal om de beslagene te bewegen in te stemmen met het meenemen van originele documenten en apparatuur De vordering tot inzage van beslaglegger zal worden afgewezen als deze vordering een karakter van ‘fishing expedition’ heeft. Dat is met name het geval als de omschrijving in beslag te nemen bescheiden te ruim. Beslagverlof strekt zich niet uit tot computer van de echtgenote. De beslaglegger mag niet dreigen met kostenverhaal om de beslagene te pressen in te stemmen met het meenemen van originelen en apparatuur.

8.

Is het mogelijk om bewijsbeslag te leggen ter plaatse van het woonadres van gerekwestreerde?

Antwoord: Cavotec/Wauben Aviation Ja, als dat gezien de omstandigheden van het geval in overeenstemming is met de proportionaliteit en subsidiariteit. Illustratie dat het leggen van bewijsbeslag ex art. 1019c jo. 700 Rv ook ter plaatse van het woonadres van gerekwestreerde mogelijk is, waarbij het verlof zich beperkt tot bescheiden en gegevensdragers die zich bij gerekwestreerde bevinden (om te voorkomen dat eigendommen van huisgenoten door het beslag worden getroffen). Voor het verkrijgen van inzage moet een vordering tot exhibitie worden ingesteld (art. 843a Rv) en kan geen verzoek tot gedetailleerde beschrijving worden aangewend.

9.

Heeft de gerekwestreerde een algemene medewerkingsplicht bij het leggen van het bewijsbeslag, zodat bij schending van die verplichtingen dwangsommen kunnen worden verbeurd?

Antwoord: Hatex AS/Alkapida Nee. Er bestaat geen wettelijke verplichting om medewerking te verlenen bij het onder haar te leggen afgiftebeslag en conservatoir bewijsbeslag. Daarom kunnen bij niet-medewerking geen dwangsommen worden verbeurd. Art. 444 Rv blijft wel van toepassing. Er kan geen dwangsom worden opgelegd als de gerekwestreerde zijn medewerking weigert bij het leggen van het beslag door geen toegang te verlenen tot de bedrijfsruimtes. Dat neemt echter niet weg dat art 444 Rv gewoon van toepassing blijft, zodat de deurwaarder zichzelf, zo nodig met hulp van de politie, de toegang tot iedere plaats kan verschaffen. Een situatie als bedoeld in art. 444 Rv is niet gelijk te stellen met de medewerkingsplicht die de Hoge Raad in het Molenbeek-arrest heeft geformuleerd. Daar ging het immers om de toegang tot gegevens in de cloud, waarbij er geen alternatief is om beslag te leggen buiten de medewerking van de gerekwestreerde om.

10.

Kan een inzagevordering in de zin van art. 843a Rv worden aangemerkt als eis in hoofdzaak in de zin van art. 1019i Rv?

Antwoord: Linkkers/PriHealth Ja, het in artikel 843a Rv bedoelde recht op inzage is immers mede erop gericht een partij in de gelegenheid te stellen haar proceskansen in te schatten alvorens een (bodem)procedure in te stellen. In het geval het bewijsbeslag is gelegd teneinde daarvan afschrift en inzage te kunnen verkrijgen in een op art. 843a Rv gebaseerde (vervolg)procedure, moet die op art. 843a Rv gegronde inzagevordering worden aangemerkt als eis in hoofdzaak in de zin van art. 1019i Rv. De uitoefening van het in artikel 843a Rv bedoelde recht op inzage - mits aan de daarvoor gestelde vereisten is voldaan – is immers mede erop gericht een partij in de gelegenheid te stellen haar proceskansen in te schatten alvorens een (bodem)procedure in te stellen. Met het karakter van deze specifieke voorlopige maatregel past het dan ook niet te verlangen dat al vóór de inzage is verkregen een inbreukprocedure wordt gestart.

Digitaal Procederen Verplichte Arresten en Uitspraken 2018/2019



Digitaal Procederen
Verplichte Arresten en Uitspraken




1
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen

,Digitaal Procederen Verplichte Arresten en Uitspraken 2018/2019



Inhoudsopgave
1. Bewijs: exhibitee inzage en beslag......................................................................................................3
Extra rechtspraak college 2...............................................................................................................17
2. Digitaal procederen..........................................................................................................................40
3. Elektronische handtekening en akte & het notariaat.......................................................................49




2
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen

,Digitaal Procederen Verplichte Arresten en Uitspraken 2018/2019




1. Bewijs: exhibitie, inzage en beslag

Naam Driessen/Van Gelder
Rechtsvraag Bestaat er een rechtsregel dat het zonder toestemming en/of
medeweten van de gesprekspartner vastleggen van het betreffende
gesprek op geluidsband onder alle omstandigheden inbreuk maakt
op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en
dus als bewijs in een civiele procedure ontoelaatbaar is?
Kort antwoord Nee. Die bandopname maakt in beginsel geen inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer (alleen onder ‘bijkomende
omstandigheden’) en kan als bewijs worden ingebracht in de
civiele procedure, zij het dat de overtuigende kracht van dit
bewijsmiddel ter beoordeling van de feitenrechter staat.
Samenvatting feitencomplex Van Gelder (groothandelaar in diamanten) vordert 100.000 gulden
van Driessen omdat Driessen als assurantietussenpersoon de
opdracht van Van Gelder niet goed zou hebben uitgevoerd. Van
Gelder zou aan Driessen hebben opgedragen het
verzekeringsbedrag te verhogen van 100.000 gulden naar 200.000
gulden. Doordat Driessen heeft nagelaten deze verhoging teweeg
te brengen, heeft Van Gelder 100.000 gulden misgelopen toen een
diamant ter waarde van 229.140 gulden verloren ging. Immers
keerde de verzekering maar 100.000 gulden uit, terwijl dat bedrag
200.000 gulden zou zijn als Driessen de opdracht wel correct had
uitgevoerd. Driessen stelt de opdracht nooit te hebben ontvangen,
maar Van Gelder kan aan de hand van een bandopname van een
telefoongesprek het tegendeel bewijzen. Driessen stelt zich echter
op het standpunt dat deze bandopnamen niet als bewijs kunnen
worden gebruikt, nu niet van tevoren was medegedeeld dat het
telefoongesprek op band werd vastgelegd.
Belangrijkste overwegingen 3.3.1.
De primaire klacht van onderdeel A.1. strekt ten betoge dat het
hof heeft miskend dat 'het zonder toestemming en/of medeweten
van de gesprekspartner vastleggen van het betreffende gesprek op
geluidsband' onder alle omstandigheden inbreuk maakt op het
recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De aan dit
betoog ten grondslag gelegde stelling kan evenwel in haar
algemeenheid niet als juist worden aanvaard.
3.3.2.
Om te beginnen valt erop te wijzen dat, nu in art. 21 Auteurswet
ligt besloten dat het menselijk gelaat niet een zo intiem deel van
de persoonlijkheid is dat ongeautoriseerde vastlegging (en
openbaarmaking) daarvan onder alle omstandigheden
ongeoorloofd is, bezwaarlijk valt aan te nemen dat zulks wel geldt
ten aanzien van de menselijke stem.
(…) Een en ander rechtvaardigt de slotsom dat het enkele zonder
toestemming van de gesprekspartner op een geluidsband
vastleggen van een telefoongesprek nog geen inbreuk op het recht
op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer oplevert, maar dat
daarvoor bijkomende omstandigheden vereist zijn.
3.3.3.
Onder welke bijkomende omstandigheden het zonder
3
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen

, Digitaal Procederen Verplichte Arresten en Uitspraken 2018/2019


toestemming van de gesprekspartner op een geluidsband
vastleggen inbreuk oplevert op het recht op eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer van die gesprekspartner, kan in het
midden blijven: te dezen is van zodanige inbreuk immers in elk
geval geen sprake, aangezien hetgeen dienaangaande over en weer
is gesteld geen andere conclusie toelaat dan het hier betrof een in
het zakelijk verkeer tussen twee directeuren van bedrijven
gevoerd telefoongesprek met een geheel zakelijke inhoud.
3.4.1.
Onderdeel A.2. strekt ten betoge dat openbaarmaking van een
bandopname waarop zonder toestemming en/of medeweten van
de gesprekspartner een telefoongesprek is vastgelegd, 'te allen
tijde, althans in de bijzondere omstandigheden van het
onderhavige geval' inbreuk maakt op het recht op eerbiediging
van de persoonlijke levenssfeer van die gesprekspartner.
3.4.3.
Zoals in die Memorie — in overeenstemming met wat elders
aangenomen wordt — is aangegeven, zal echter de 'aard en de
mate van intimiteit van hetgeen omtrent een ander' wordt
vastgelegd of geopenbaard 'hierbij van groot gewicht' zijn. Tegen
deze achtergrond en mede gelet op het onder 3.3.2 overwogene
kan in haar algemeenheid niet als juist worden aanvaard de
stelling dat openbaarmaking van een (als zodanig rechtens niet
ongeoorloofde) vastlegging van een telefoongesprek die heeft
plaatsgevonden zonder toestemming en/of medeweten van de
gesprekspartner, 'te allen tijde' inbreuk maakt op het recht op
eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
3.4.3 Openbaarmaking van de onderwerpelijke vastlegging aan de
rechter in een civiel rechtsgeding maakt geen inbreuk op het recht
op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en is evenmin uit
anderen hoofde onrechtmatig.
3.5
Opmerking verdient nog dat verwerping van de stelling 'dat aan de
onderwerpelijke bandopname geen enkel bewijs mag worden
ontleend', niet zonder meer meebrengt dat de vraag of te dezen
aan die band bewijs kan worden ontleend, bevestigend moet
worden beantwoord: gezien de aan geluidsbanden eigen bezwaren
zal die vraag, waaromtrent de Rb. zich nog niet heeft uitgelaten,
nog onder ogen moeten worden gezien met inachtneming van de
behoedzaamheid welke met name bij de waardering van de
overtuigende kracht van dit soort bewijsmiddelen past.
Geparafraseerde rechtsregel Alvorens men tot de conclusie kan komen dat het maken en
openbaar maken van bandopnamen van telefoongesprekken
zonder instemming en/of medeweten van de gesprekspartner
inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer zijn ‘bijkomende
omstandigheden’ vereist. In het algemeen kan dus niet worden
gezegd dat het maken van bandopnemen in strijd met de
persoonlijke levenssfeer of anderszins onrechtmatig is. De
bandopname kan bovendien worden ingebracht als bewijs in een
civiele procedure, met dien verstande dat het aan de feitenrechter
is om dit bewijs op overtuigingskracht en betrouwbaarheid te
beoordelen.



4
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper edwin7788. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,48  1x  verkocht
  • (10)
In winkelwagen
Toegevoegd