Week 1
Hoofdvraag:
Hoe en waarom zijn Europeanen modern geworden?
Modern: meer zoals wij
Lange 19e eeuw (1789-1914): 3 revoluties
● Politisch: autoritair -> democratisch
● Economisch: agrarisch -> industrieel
● Cultureel: religie -> seculier
Er is veel discussie over de periodisering van de lange 19e eeuw. Over het algemeen wordt
1914 als het eind geaccepteerd, maar over het begin kan men het niet eens worden.
Sommigen vinden dat de Franse revolutie als begin moeten worden genomen, maar
anderen vinden dat de gebeurtenissen die daartoe leidden er ook nog bij horen en gaan
zelfs zover terug als de renaissance en verlichting.
De modernisering van Europa dwong de rest van de wereld ook te moderniseren
● Moderniseren om niet achter te raken op Europa (‘vrijwillig’)
● Moderniseren omdat ze letterlijk (militair) worden gedwongen door Europeanen
Presentism = het heden terugzien in het verleden
Whig history = het verleden is een onontkoombare progressie naar het heden (vrijheid en
verlichting)
Europa vormt alleen op geografisch gebied een volledige eenheid.
Week 2
Kern
● Revolutionair proces (geweld, conflict)
● Plotseling proces
● Geleidelijk proces
Politieke revolutie: autoritair -> democratie
Democratie = demos kratos = kracht van het volk
Vandaag: representatieve democratie
Welke democratische revolutie?
● Europa had lange tijd een autocratisch bestuur
○ Absolute monarchie: in theorie heeft de koning absolute macht en maakt alle
beslissingen. Door praktische zaken is zijn macht echter beperkt (FR).
○ Constitutionele monarchie: macht in handen van het parlement. Macht van de
koning zeer beperkt (GB).
○ Oligarchie: land bestuurd door elite van regenten, die elkaar kiezen (NL).
● Autocratisch -> democratisch
Hoe is het gebeurd?
● Revolutie = gewelddadige omverwerping van een overheid of sociale orde, ten
gunste van een nieuw systeem
○ Niet alle processen naar een democratie zijn een revolutie geweest (GB)
○ In de meeste gevallen is het proces wel veel revolutionairder geweest (GB
atypisch)
● Het gaat om een hele reeks revoluties, dus het is een langzaam proces
● 3 belangrijke mijlpalen
○ De Atlantische revoluties tweede helft 18e eeuw
○ 1848 en zijn nasleep
, ○ WO I
Atlantische Revoluties
● Amerikaanse Revolutie (1776)
Onvrede over ongeconsulteerde belastingen (beroofd van vrijheid). Was een
voorbeeld voor beide andere revoluties.
● Patriottentijd (1783)
Regenten geven de rest van NL niet genoeg vrijheid
● Franse Revolutie (1789), boos over belastingen
● Eerste pogingen op grote schaal om lost te komen van het Ancièn Regime en een
democratie in te voeren. Democratie:
○ Geen vrouwen
○ Geen zwarte mannen
○ Beperkt voor witte mannen
Na de Atlantische Revoluties een periode van Restauratie (herstel Ancièn Regime)
Mogelijk gemaakt door:
● Militaire macht van sommige vorsten
● Ideologie: de Terreur wordt als voorbeeld gebruikt van wat er gebeurt als je een
democratie probeert in te voeren
1848 en zijn nasleep:
● Februari: Frankrijk komt in opstand tegen oligarchische bestuur van de restauratie
1851: eindigt met een coup van Napoleons neef Lodewijk Napoleon
● Door angst voor meer revoluties wordt het stemrecht uitgebreid (indirect
democratiserend effect)
● Voorbeeldfunctie: na de nederlaag van de Frans-Duitse oorlog in 1970 wordt
Napoleon weggewerkt -> herstel republiek van voor 1848
● Duitsland: keizerrijk onder leiding van Bismarck
WO I en zijn nasleep:
● Na WO I vallen keizerrijken Duitsland en Oostenrijk -> democratiseren
Duitse Revolutie (1918-1919)
Waarom is het gebeurd?
● Sociaal-economisch
○ FOUT: democratisering gaat gepaard met conflict en geweld (revoluties) die
werden gebaseerd op conflicten tussen groepen met verschillende
economische belangen
Economische transitie: feodaal -> kapitalistisch -> opkomst nieuwe klasse:
bourgeoisie
Bourgeoisie wil meer politieke macht
○ Franse revolutionairen waren geen kapitalisten, maar hadden hetzelfde socio-
economische profiel als de contrarevolutionairen
○ Revoluties waren het resultaat van de stijging van de voedselprijzen
● Culturele verklaring
○ Verlichting (indirecte oorzaak)
■ Richt zich tegen de macht van de kerk
■ Durf te denken: niet de vorst of kerk voor je laten denken, maar zelf
doen
■ Niet voortgaan op de autoriteit van de adel
● Contingente (toevallige) factoren
○ WO I
Week 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lfem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.