PSYCHOLOGIE HC1 | E-mail: j.verhoeven-ab@fontys.nl/j.reincke@fontys.nl
Hoofdstuk 1
● Psyche = Oud Grieks voor ‘geest’ ‘ologie’ = ‘gebied van studie’
● Psychologie = wetenschap van gedrag (extern) en mentale (intern) processen
○ nadruk opleiding op onderzoeksmethoden; psychologische invalshoek
○ Cliënt
○ evidence based; kennis verworven door het doen van wetenschappelijk onderzoek
3 soorten psychologen
1. Experimenteel; onderzoek elementaire psychologische processen
2. Docent; primaire taak onderwijs geven HBO/Uni
3. Toegepast; gebruiken kennis van experimenteel psychologen om problemen op te lossen van mensen
Wat doen toegepast psychologen
- Arbeids- en organisatie; aanpassingen werkplek om arbeidsmoraal en productiviteit te maximaliseren
- Sport; helpen atleten prestaties en motivatie verbeteren
- School; deskundig op het gebied van lesgeven en leren
- Klinisch en counselor; helpen met zich aan te passen: sociaal-emotioneel/relaties/carrière/opleiding
- Forensisch; wets- en rechtssysteem (gevangenen/mishandelingen beoordelen)
- Omgeving; interactie milieu en omgeving verbeteren
- Geronto; ouderen helpen gezondheid/welzijn behouden; omgaan leeftijdsgerelateerde problemen
sychologie?
Wat is géén p
● Psychiatrie = medisch specialisme gericht op diagnose en behandelingen mentale stoornissen
○ Kind met lastig gedrag (ADHD); vaststellen kan met discipline achtergrond
○ Medicatie toeschrijven; behandelplannen vaststellen
○ Medische studie; medische invalshoek
○ Patiënt met ziekte
● Pseudopsychologie = niet onderbouwde, psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd; gebaseerd op hoop en bevestiging van vooroordelen
○ Vinden psychologen de wetenschap die geen wetenschap is; niet bewezen; niet aantoonbaar
= geen wetenschap = geen psychologie
= Astrologie/grafologie/waarzeggerij/profeten/helderzienden/mediums
Kritisch denken
★ Bron?
★ Bewering redelijk of extreem?
★ Bewijsmateriaal?
★ Conclusie beïnvloed
○ bias = vooroordeel/vervorming van een situatie (op basis van eigen ervaringen)
○ emotionele bias = oordelen gebaseerd op gevoelens en attitudes ipv rationele analyse
○ expectancy bias = iets verwachten -opzoek gaan naar bewijs- beïnvloed onderzoek
○ confirmation bias = aangename aannamen bevestigen/tegenstrijdige bewijzen negeren
■ Astrologie
★ Veel voorkomende denkfouten vermeden?
★ Voor het oplossen verschillende invalshoeken nodig?
Opkomst van de psychologie
● Oude Grieken: combinatie van filosofie en psychologie; filosoferen over normaal gedrag en ‘gekte’,
emoties en waarnemingen; combi nu filo en psycho
● Azië: bewustzijnsverkenning via yoga, boeddhisme en meditatie; gedachten, nadenken over de geest;
processen in het hoofd
● Afrika: traditionele spirituele opvattingen
● Middeleeuwen (weinig bekend; over nagedacht)
● Geest is mysterie dat stervelingen niet in twijfel mogen trekken
○ Leefde voort tot aan de 17de eeuw
● Geest en ziel staan los van natuurwetten
○ Als mens heb je weinig te invloeden op leven tot dood; God beslist
○ Invloed van de RK Kerk
,Belangrijke mensen
Nicolaas Copernicus (1473-1543)
- De zon (niet de aarde) staat in het centrum van het universum
- Ander idee; niet psychologie
René Descartes (1596-1650)
- Verlichter; rationalisme; ratio als middel om aan wetenschap en filosofie te doen
→ Kritiek: empiristen vinden denken onnodig/storend → waarnemingen/ervaringen!
- Scheiding lichaam(biologisch) en geest(denken)
- Menselijke gevoelens/gedragingen gebaseerd op lichamelijke activiteit in de hersenen
Zijn perspectief vormt later de basis voor het moderne biologisch perspectief(genen/hersenen/zenuwstelsel)
→ geest en lichaam weer samengevoegd; geest als product van de hersenen
→ ontwikkeld in 2 richtingen
1. Neurowetenschap; begrip van hoe de hersenen gedachten/gevoelens/bewustzijn etc. creëren
2. Evolutionaire wetenschap (Darwin!)
Charles Darwin (1809-1882)
- Evolutionaire psychologie; b
eschouwt gedrag en processen op basis van genetische aanpassingen
aan overleving en voortplanting
- On the origin of species"
- Natuurlijke selectie; grondlegger evolutietheorie; survival of the fittest
Wilhelm Wundt: 1879: Duitser richt het eerste psychologische laboratorium op; Leipzig
- noemde zichzelf als eerste psycholoog
- Start wetenschapspsychologie
- Bewuste waarnemingen analyseren en opdelen in de meest basale elementen
- Introspectie: b eschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
○ onderzoek naar elementen van het bewustzijn
Titchener (leerling van Wundt)
- Structuralisme; historische stroming binnen de psychologie die basisstructuren van de geest en de
gedachten trachtte te ontrafelen; zoeken naar elementen van de bewuste ervaring
- Kritiek: te subjectief; nauwkeurigheid eigen gedachten?
William James (begin 20ste eeuw)
- Functionalisme; historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische processen
het best begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie
- richten op functie van bewustzijn, niet alleen de structuur
- ideeën van Darwin interessanter dan die van Wundt
,6 perspectieven
Perspectief
= hoe men tegen het menselijk gedrag aankijkt, dus ‘kijk op de zaak’ (view)
● Elk perspectief biedt een unieke verklaring voor menselijk gedrag
○ Je kunt niet zeggen de een is beter dan de ander; wel verschillende meningen
○ Meer zijn waar; bewijzen vinden voor meerdere
● Helpen een holistisch beeld van menselijk gedrag te ontwikkelen
○ totaliteit belangrijker dan de som der delen
● Elk perspectief is een belangrijk ‘instrument’ in de ‘psychologische gereedschapskist’ die je nodig hebt
om menselijk gedrag te leren begrijpen
○ Soms moet je verklaren vanuit omgeving, biologisch, vanuit cognitief,
ontwikkelingsperspectieven
● De perspectieven zijn ook (juist) in combinatie te gebruiken: bepaald gedrag is namelijk niet altijd
enkel te verklaren door één perspectief
○ Alle 6 goed kennen! Elke toets een casus over een perspectief!
○ Uit elkaar kunnen houden; meerdere kunnen toepassen
,1. Biologisch perfectief HC5
Biopsychologie
= specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de omgeving bestudeert
● biopsychologen werken samen met cognitief psychologen, biologen, computerwetenschappers,
chemici, neurologen, linguïsten en geïnteresseerden in de relatie van hersenen en geest
● gedrag / gedachten / emoties worden veroorzaakt door biologische processen in het lichaam
○ = biologisch correlaat
● Descartes de grondlegger hiervan; sterke wortels binnen geneeskunde en biologie
● Persoonlijkheid, gedrag en vaardigheden komen voort uit lichamelijke eigenschappen
○ Oorzaken gedrag ligt in het zenuwstelsel, het endocriene stelsel en de genen
○ Bepaald hoe je je gedraagt/denkt
● Erfelijk (genen) en gedrag (Charles Darwin)
○ evolutie / natuurlijke selectie
● Hersenen en gedrag
○ Zenuwstelsel (neuronen)
○ Endocriene stelsel (hormonen)
○ Hersenkwabben
○ Limbisch systeem
○ Spiegelneuronen
● Waarom?
○ inzichten geven in denkprocessen; hoe komen die uit in gedragingen
Wij zijn ons brein
- verklaringen voor ons gedrag moeten niet meer v ooral in onze omgeving gezocht worden, maar in
onze biologische opmaak
- de biologie bepaalt onze aanleg (biologische predispositie), omgeving bepaalt of en hoe die aanleg tot
uiting komt
Evolutie
= het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort doordat die zich succesvol aanpast aan zijn
omgeving
Creationisme
= religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en al het leven op aarde hun ontstaan te danken hebben
aan een bijzondere scheppingsdaad
Natuurlijke selectie
= drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de omgeving de best aangepaste organismen ‘selecteert’
- individuen die zich het best hebben aangepast aan de omgeving zullen eerder voortplanten
- een soort verandert geleidelijk als deze zich steeds weer aan de veranderende eisen aanpast
Adaptief kenmerk
= kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op aanpassing aan een specifieke omgeving
- de mens: ontwikkelen grote hersenen die aan taal zijn aangepast
, Genotype Fenotype
Kenmerken van een organisme zoals die genetisch Waarneembare fysieke kenmerken van een organisme,
zijn vastgesteld (erfelijke factoren); genetisch ook gedrag, maar: fenotype = genotype + invloed van
patroon waarin je verschilt van alle andere mensen; buitenaf: huidskleur en beïnvloed door de zon. Maar
de blauwdruk ook de chemie van je hersenen
Chromosoom (23 paar) DNA
Lange, dunne en spiraalvormige draad waarlangs de Lang, complex molecuul dat informatie bevat over alle
genen zijn gerangschikt als de kralen van een genetische eigenschappen. De genetische code is
ketting. Bestaan uit DNA. Eén van die 23 paar is een hierin vastgesteld. Chromosoom bestaat uit DNA.
geslachtscel (X of Y)
Genoom Genen
Het genoom van een organisme omvat één Een gen is een gedeelte van een chromosoom. Elk gen
complexe set van 23 chromosomen, complete is opgebouwd uit een stukje van je DNA
genetische samenstelling van een organisme (of cel)
Geslachtschromosoom Autosoom
Chromosoom dat geslachtskenmerken bepaalt Dit is geen geslachtschromosoom; dus bij de mens niet
Vrouw: 2 x-chromosomen het x- of y-chromosoom, maar een chromosoom uit de
Man: 1 x-chromosoom en 1 y-chromosoom 22 paar andere chromosomen
Histoon Epigenoom
Een specifiek eiwit waar het DNA zijn spiralen Reeks chemische codes die ‘aanvullende ervaringen’
omheen wikkelt op het DNA vormen. Past zich aan de omgeving en
ervaring aan door genen ‘aan en uit’ te zetten
1. Genen en gedrag
Een deel van ons gedrag wordt verklaard door genen. Hierdoor blijkt dus een deel van het gedrag in zekere
mate erfelijk te zijn. Discussie “vrije wil(sociaal gedrag)” versus “determinisme (erfelijk)”
- Psychische stoornissen; sterk onderzocht in hoeverre erfelijk
- Tweelingstudies
Er bestaan wel aanwijzingen om vast te stellen in hoeverre gedrag erfelijk is, maar dat is moeilijk
- niet alles is erfelijk, je kunt je identiteit ook ‘sturen’ door omgevingsfactoren
- hoe sterk genetische invloed en omgevingsinvloed?
- (hockey, ouder); beïnvloed door omgeving; aanleg fenotype versterkt
Elke cel bevat genomen, opgebouwd uit chromosomen, die DNA bevatten. DNA is opgebouwd uit korte
segmenten; genen. De bevatten de bouwinstructie van een organisme.