Voorblad paper
Studentnummer: x
Naam: x
Naam opleiding: HBO MWD Leerjaar 3
Opleidingscode: 7716
Modulenummer: 1844
Modulenaam: Portfolio 3.1 Kwetsbare burgers
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1
Herkansing?: ja/nee Nee
Titel literatuur: - De organisatie als hulpmiddel
- Praktijkgericht onderzoek
- De kracht van oplossingen
- Zingevende gespreksvoering
Druk: 6e Druk & 2e Druk & 3e druk
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja
toegepast:
In de opdracht zijn de verslag technieken toegepast: Ja
Paper Kwetsbare burgers Portfolio 3.1
( Online afbeelding van Canonsociaalwerk.eu, 2018)
,INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 Inleiding……….....…………………….……………………………………….2
Beschrijving doelgroep…..…………….………....……………………………….……...……3
Hoofdstuk 2 Literatuuronderzoek…...………………...…………………….................……4
Hoofdstuk 3 Uitwerking Plan….……………………………………………………………..7
Hoofdstuk 4 Reflectie….…………….…………………………………......………………..10
Literatuurlijst……………………………………………………………………………..…12
Bijlage 1 & II Vragenlijst interview …………………....……………………...………......15
, HOOFDSTUK 1 INLEIDING
Den Haag was in de 18e/19e eeuw een snel groeiende stad, gekenmerkt door industrialisatie en
bevolkingsgroei. Bijkomende problemen zoals woningtekorten en lage lonen veroorzaakten
armoede. De negentiende-eeuwse armenzorg in Den Haag was vroeger lokaal georganiseerd, en
versnipperd over kerken, gemeente, en particuliere organisaties.
Deze laatstgenoemde bestond vaak uit rijke mensen, welke bepaalde wie er recht had op hulp,
maar dat kreeg je alleen als je er niets aan kon doen dat je arm was. Bijvoorbeeld omdat je oud,
weduwe, of wees was. Men keek neer op arme mensen die tijd, die moesten maar gaan werken.
Hard werken was erg belangrijk. Als arme burger was de kerkelijke armenzorg de beste
voorziening, mits je kon voldoen aan strenge godsdienstzin en zedelijkheid. Indien dit niet voor
je was weggelegd, restte slechts de straat of het publieke Haagse armenhuis.
Willekeur en paternalisme gingen ten kosten van de kwaliteit van de hulpverlening. Landelijk
trachtte Thorbecke met zijn concept-armenwet de armenzorg onder te brengen bij de staat om de
armenzorg te verbeteren ( 1851). In Den Haag waren rond het midden van de negentiende eeuw,
naast de gemeente 73 besturen en instellingen actief in de armenzorg.
De Haage kerken waren verantwoordelijk voor het grootste aandeel in de zorg voor de armen. De
meeste kerken hadden hun eigen armbestuur, weeshuizen, gasthuizen en instellingen voor
ouderen. Kleinere spelers waren particuliere organisaties, zoals stichtingen die een hofje
beheerden, commissies die soep uitdeelden of verenigingen die kleding verschaften. De Haagse
overheid verleende alleen zorg, in die gevallen waarin de kerken en andere particuliere
organisaties te kort schoten. Interessant is dat juist particuliere organisaties, voor kwalitatieve
vernieuwing zorgden. Zij richtten zich op groepen die tussen wal en schip vielen, zoals
verwaarloosde kinderen, en experimenteerden vaak succesvol met nieuwe vormen van
hulpverlening (Canon Sociaal Werk, 2012).
Onderwerp van deze Paper zijn de kwetsbare burgers van het hedendaagse Den Haag, welke
leven op een laag inkomen. Specifiek zoom ik in op de jongeren van 15 tot 23 jaar in de Haagse
Moerwijk, waarbij o.a. schuldenproblematiek en werkloosheid spelen.
Sinds 1 januari 2015 komen alleen jongeren zonder arbeidsmogelijkheden in aanmerking voor
een Wajong uitkering. Voor deze kwetsbare doelgroep is het niet vanzelfsprekend dat zij passend
werk kunnen vinden, of een opleiding kunnen volgen en afmaken.