In het tweede leerjaar van de opleiding Social Work heb ik een literatuuronderzoek geschreven over euthanasie bij psychisch lijden. Specifiek ging het over het taboe op euthanasie bij psychisch lijden en hoe dit bespreek gemaakt kan worden.
Ik heb een 8 gehaald voor het onderzoek.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding ..........................................................................................................................3
1.1) Aanleiding .....................................................................................................................................3
1.2) Opdrachtgever ..............................................................................................................................4
1.3) Doelstelling ...................................................................................................................................4
1.4) Vraagstellingen .........................................................................................................................5
Hoofdstuk 2. Probleemanalyse ............................................................................................................6
2.1) Macroniveau .................................................................................................................................6
2.1.1) Protocol in de GGZ .................................................................................................................6
2.1.2) Religie ....................................................................................................................................6
2.1.3) Sociale frustratie ....................................................................................................................6
2.1.4) Visie .......................................................................................................................................6
2.1.5) Taboe op psychische klachten ...........................................................................................7
2.2) Mesoniveau ..................................................................................................................................7
2.2.1) Acceptatie ..............................................................................................................................7
2.2.2) Handelingsverlegenheid ........................................................................................................7
2.2.3) Onbegrip ................................................................................................................................7
2.3) Microniveau ..................................................................................................................................7
2.3.1) Opvoeding .............................................................................................................................7
2.3.2) Schaamte ...............................................................................................................................8
Hoofdstuk 3. Aanknopingspunten voor preventie ..............................................................................9
3.1) Niet-beïnvloedbare determinanten .............................................................................................9
3.2) Beïnvloedbare determinanten .....................................................................................................9
3.3) Prioritering ..................................................................................................................................10
Hoofdstuk 4. Succes- en faalfactoren ................................................................................................11
4.1) Faalfactoren ................................................................................................................................11
4.2) Succesfactoren............................................................................................................................11
4.3) Aanknopingspunten voor preventieve interventies ..................................................................12
Hoofdstuk 5. Preventieve interventies ..............................................................................................13
5.1) Een steekje los? ..........................................................................................................................13
5.2) Gezien of niet? Verbeeldingen in de ggz ................................................................................14
5.3) Het huidige preventieaanbod .....................................................................................................14
Hoofdstuk 6. Conclusie ......................................................................................................................15
2
, Hoofdstuk 1. Inleiding
1.1) Aanleiding
In 2020 hebben de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) 6.938 aanmeldingen van
euthanasie ontvangen. Om een vergelijking te geven; in Nederland zijn er in 2020 168.566 mensen
overleden, waarvan dus 4,1% euthanasie heeft gepleegd. Kijkend naar het aantal ontvangen
aanmeldingen ten opzichte van 2019, wat 6.361 was, resulteert dit in een stijging van 9,1%
(Kohnstamm, 2021). Onder deze aanmelding in 2020 was er bij 88 zaken sprake van psychiatrische
aandoeningen, terwijl dit in 2016 'maar' 46 was (KNMG, 2021).
Euthanasie is de levensbeëindiging door artsen op verzoek van patiënten. Dit wordt ook wel
“hulp bij zelfdoding” genoemd. In de euthanasiewet (wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en
hulp bij zelfdoding (Wtl)) staan de regels die gelden om euthanasie te plegen. Er is een verschil tussen
euthanasie en hulp bij zelfdoding. Bij euthanasie krijgt de patiënt een dodelijk medicijn toegediend
door de arts en bij hulp bij zelfdoding neemt de patiënt deze zelf in (Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, 2021). Euthanasie is strafbaar, zelfs als de patiënt erom vraagt. Volgens de Wtl is en
arts niet strafbaar als hij/zij zich houdt aan de 6 zorgvuldigheidseisen (Ministerie van Algemene Zaken,
2021). Bovendien mag een arts volgens de wet een vraag om euthanasie weigeren aangezien niemand
recht heeft op euthanasie. Zelfs als er een opgeschreven wil is of als de eisen van de patiënt volgens
de eisen van de wet toepasbaar zijn (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2021). Er zijn
diverse redenen waarom mensen een aanvraag doen op euthanasie, bijvoorbeeld dementie, kanker,
een opeenstapeling van ouderdomsklachten of psychische klachten (KNMG, 2021). In dit
literatuuronderzoek wordt er voornamelijk gekeken naar de laatste groep; patiënten die psychisch
lijden.
'Ondragelijk psychisch lijden’ is persoonlijk bepaald en in vergelijking met lichamelijk lijden is
het complexer en subjectiever. Waar de één geen uitweg meer ziet zal de ander nog naar oplossingen
zoeken (Berwaerts, 2008). Personen die psychisch lijden en het euthanasie- traject willen ingaan,
moeten aan bepaalde criteria voldoen. Deze luiden als volgt:
− Het moet worden vastgesteld dat de persoon lijdt aan een ongeneselijke ziekte, in dit geval
een psychiatrische aandoening.
− Dat de persoon deze stap vrijwillig en weloverwogen neemt.
− Dat de persoon uitzichtloos en ondraaglijk lijdt als gevolg van de aandoening/ziekte.
− Er geen alternatieve behandelingen meer mogelijk zijn (Lemmens, 2019).
Het Expertisecentrum Euthanasie (hierna te noemen EE) kreeg in 2017 zo'n 67.700 verzoeken tot
euthanasie. Alleen al in juli 2021 kreeg het expertisecentrum 363 verzoeken. Al deze verzoeken zorgen
voor lange wachtrijen, voor mensen met psychische aandoeningen; soms wel zo'n twee jaar (Swart,
2021). Door het ontstaan van deze wachtrijen zijn er verschillende gevolgen zichtbaar. Ten eerste
worden patiënten die een wens tot euthanasie hebben ten gevolge van een psychiatrische aandoening
belemmerd in hun keuze om vredig te sterven. Men zegt dat zelfdoding een optie is, maar deze
argumentatie doet echter weinig recht aan het leed dat aan een suïcide voorafgaat. Hierbij moet je
vooral denken aan eenzaamheid en machteloosheid bij de patiënt en de schade die een suïcide de
nabestaanden kan aandoen (Van Veen & Widdershoven, 2020, p. 4). Dit sluit dan weer aan bij een
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrtheb1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.