Samenvatting literatuur artikelen complex system
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1................................................................................................................................................. 1
Rose, T (2016). De mythe van het gemiddelde. Amsterdam: Bruna Hoofdstuk 1-2-3........................................2
‘IamYu’ toont hoe het écht met jongere gaat......................................................................................................2
Hoorcollege 2................................................................................................................................................. 3
Rose, T (2016). De mythe van het gemiddelde. Amsterdam: Bruna Hoofdstuk 4-5-6........................................3
Hoorcollege 3................................................................................................................................................. 4
Olthof, M., Hasselman, F., Maatman, F. O., Bosman, A., & Lichtwarck‐Aschoff, A. (2023). Complexity Theory
of Psychopathology. Journal of psychopathology and clinical science, 132(3), 314–323.
https://doi.org/10.1037/abn0000740.................................................................................................................4
The Content of Personalised Network-Based Case Formulations Robin van den Bergh and Merlijn Olthof
made equal contributions. Benjamin G. Aas and Anna Lichtwarck-Aschoff made equal contributions............14
Hoorcollege 4............................................................................................................................................... 21
Hufford, M. R., Witkiewitz, K., Shields, A. L., Kodya, S., & Caruso, J. C. (2003). Relapse as a nonlinear dynamic
system: Application to patients with alcohol use disorders. Journal of Abnormal Psychology, 112,219-227.
Doi:10.1037/0021-843X.112.2.219....................................................................................................................21
Hoorcollege 5............................................................................................................................................... 21
Nind, M., & Kellett, M. (2002). Responding to individuals with severe learning difficulties and stereotyped
behaviour: Challenges for an Inclusive Era. European Journal of Special Needs Education, 17(3), 265–282.
https://doi.org/10.1080/08856250210162167.................................................................................................21
Casus Rens en Emma..........................................................................................................................................21
Hoorcollege 6............................................................................................................................................... 27
WIJNANTS, M. L., HASSELMAN, F., COX, R. F. A., BOSMAN, A. M. T., & VAN ORDEN, G. (2012). AN
INTERACTION- DOMINANT PERSPECTIVE ON READING FLUENCY AND DYSLEXIA. ANNALS OF DYSLEXIA, 62,
100-119..............................................................................................................................................................27
ZERA, D. A., & LUCIAN, D. G. (2001). SELF-ORGANIZATION AND LEARNING DISABILITIES: A THEORETICAL
PERSPECTIVE FOR THE INTERPRETATION AND UNDERSTANDING OF DYSFUNCTION. LEARNING DISABILITY
QUATERLY, 24, 107-118......................................................................................................................................27
THE MODULE MISTAKE Guy C. Van Orden and Heidi Kloos (1 Cognitive Systems Group, Arizona State
University; Psychology Department, University of Massachusetts Amherst)....................................................27
Hoorcollege 7............................................................................................................................................... 29
Bosman, A. (2017). Disorders are reduced normativity emerging from the relationship between organisms
and their environment. In International library of ethics, law, and the new medicine (pp. 35–54).
https://doi.org/10.1007/978-3-319-42834-5_3................................................................................................29
Linda Foget, Caoline, van Haeringen, Sanne te Meerman & Laura Batstra......................................................29
Hoorcollege 1
zie samenvatting stuvia
, Rose, T (2016). De mythe van het gemiddelde. Amsterdam: Bruna
Hoofdstuk 1-2-3
‘IamYu’ toont hoe het écht met jongere gaat
App biedt meer grip op veranderproces – Anna Lichtwarck-Aschoff, Roy Otten
We willen af van het evidencebased-practice benadering, die veelal uitgaat van een
one-size-fits-all-aanpak en geprotocolleerde behandelingen. Centraal in het nieuwe denken
staat de verschuiving naar een meer procesmatige benadering met oog voor het individu:
van classificatie naar een persoonlijke verklarende analyse; van klachten naar aandacht voor
vaardigheden en competenties in alle leefgebieden; van gestandaardiseerde
effectiviteitsmetingen naar doorlopend en gepersonaliseerd monitoren. Zorgprofessionals
missen praktische hulpmiddelen en jongeren willen graag meer inspraak, maar missen vaak
het inzicht in hun eigen veranderproces.
Persoonlijke doelen/behoeften bepalen hoe de app kan worden ingezet. Elke jongere
is uniek en wanneer je als professional echt zicht wilt krijgen op
wat er speelt, is het belangrijk aan te sluiten bij de
belevingswereld van de jongere en er samen achter te komen
wat zinvol en waardevol is om te meten. Hiervoor moeten ze
met elkaar communiceren en hebben ze een onderzoekende
houding nodig. Ze gaan als het ware samen als detectives aan
de slag om zicht te krijgen op zich herhalende patronen en hoe
verschillende elementen met elkaar samenhangen. Hiervoor
moeten gepersonaliseerde vragen worden gesteld. Dit kan
worden gecreëerd door, een netwerk van aan elkaar
gerelateerde elementen, waarmee de persoonlijke situatie van
de jongeren in kaart wordt gebracht. Dus als je eerst inzicht
krijgt in verbanden, kun je daarna gepersonaliseerde vragen
stellen. Dit sluit aan bij de netwerkbenadering, verklarende
analyses of case-conceptualisaties binnen de cognitieve
gedragstherapie.
IamYu onderscheidt zich van andere monitoringssystemen, omdat het verzamelen,
inspecteren en interpreteren van de gegevens een gezamenlijke inspanning is tussen
jongeren, professionals en iamYu onderzoekers.
De jongere ontvangt middels de app directe feedback. De app vergroot het zelfinzicht, de
zelfbeschikking en betrokkenheid bij het behandelproces. Door jongere en professional kan
ook worden geïnterpreteerd. Dit zorgt ervoor dat je de huidige situatie met de jongeren kunt
bespreken, inzicht en wederzijds begrip vergroot in de voortgang van het traject en
gepersonaliseerde beslissingen kunt formuleren. Gepersonaliseerde zorg levert betere
behandelresultaten op en minder uitval, en zorgt ook voor meer tevredenheid van jongeren
over de behandeling en de therapeutische relatie.
Daarnaast geeft het inzicht t.o.v. hun eigen baseline. De instabiele periodes worden herkend.
De instabiele periodes tijdig herkennen kan belangrijk zijn, omdat mensen dan mogelijk
vatbaarder zijn voor interventies. Het detecteren van fasen van instabiliteit is een voorbeeld
van de manier waarop gedurende het behandelproces analyses uitgevoerd kunnen worden
,in de iamYu-omgeving, met als gevolg dat professional en jongere daar samen op in kunnen
spelen.
Door jongeren hun eigen verhaal als uitgangspunt te laten nemen, kan iamYu een belangrijke
bijdrage leveren aan een meer gepersonaliseerde manier van monitoren en meer inzicht
bieden in persoonlijke processen van verandering. En uiteindelijk vormt juist dat de basis
voor efficiëntere en effectievere zorg voor jeugd, waar zoveel behoefte aan is.
IamYu gepersonaliseerde app, zodat behandelaar beter kan aansluiten. Hiervoor is eerst
duidelijkheid nodig over het netwerk, voordat er gerichte vragen kunnen worden gesteld.
Hoorcollege 2
Zakzanis, K.K., & Jeffay, E. (2011). Neurocognitive variability in high-
functioning individuals: Implications for the practice of clinical
neuropsychology.
zie samenvatting stuvia
Rose, T (2016). De mythe van het gemiddelde. Amsterdam: Bruna
Hoofdstuk 4-5-6
, Hoorcollege 3
Olthof, M., Hasselman, F., Maatman, F. O., Bosman, A., & Lichtwarck‐
Aschoff, A. (2023). Complexity Theory of Psychopathology. Journal of
psychopathology and clinical science, 132(3), 314–323.
https://doi.org/10.1037/abn0000740
Complexity theroy of psychopatology
Dynamische patronen: patronen die in de loop van de tijd worden gevormd. We stellen voor
dat psychopathologie kan worden gezien als een dynamisch patroon dat ontstaat uit
zelfgeorganiseerde interacties tussen onderling afhankelijke biopsychosociale processen in
een complex adaptief systeem dat bestaat uit een persoon in zijn omgeving.
Psychopathologie is emergent in de zin dat het verwijst naar het persoon-omgevingssysteem
als geheel en niet kan worden herleid tot specifieke systeemonderdelen.
Psychopathologie als dynamisch patroon is ook zelfgeorganiseerd, wat betekent dat het
uitsluitend ontstaat uit de onderlinge afhankelijkheden in het systeem: de interacties tussen
talloze biopsychosociale variabelen. Alle mogelijke manifestaties van psychopathologie zullen
overeenkomen met een grote variatie aan dynamische patronen. Toch stellen we voor dat de
ontwikkeling van deze patronen in de tijd kan worden beschreven door algemene principes
van patroonvorming in complexe adaptieve systemen.
Psychopathologie is een inherent complex fenomeen dat wordt gekenmerkt door sterke
heterogeniteit binnen diagnostische categorieën comorbiditeit en variantie in de tijd.
In tegenstelling tot de voorspellingen van specifieke reductionistische theorieën stapelt het
bewijs zich op dat psychopathologie sterk geïndividualiseerd is en het resultaat is van een
complex samenspel tussen onderling afhankelijke biologische, psychologische en
socioculturele factoren. Deze twee aspecten zijn beide klinisch intuïtief (op gevoel) en
grotendeels overeengekomen door onderzoekers, maar hebben verassend genoeg weinig
invloed gehad op de wetenschappelijke praktijk. Het meeste onderzoek gebaseerd op
vergelijkingen op groepsniveau richten zich op specifieke biologische of psychologische
factoren. Er lijkt dus een discrepantie te bestaan tussen ons huidige begrip van
psychopathologie als een complex en geïndividualiseerd fenomeen en de manier waarop het
over het algemeen wordt bestudeerd. Hoewel concepten en ideeën uit de
complexiteitswetenschap aan populariteit winnen in psychopathologisch onderzoek, is de
toepassing ervan niet altijd in lijn met de basisprincipes van complexe systemen, wat leidt
tot conceptuele en methodologische problemen. In dit artikel proberen ze een
complexiteitstheorie van psychopathologie te geven die deze problemen kan oplossen en het
veld vooruit kan helpen. Deze theorie impliceert een radicale strategiewijziging in
psychopathologisch onderzoek, die algemene aspecten van psychopathologie zal onthullen
en klinische verandering zullen onthullen die zeer klinisch relevant zijn.
Introductie van complexe adaptieve systemen
Een complex adaptief systeem is een samenstelling van delen en gehelen waarin onderlinge
afhankelijkheden tussen delen leiden tot het ontstaan van gehelen. Alle levende systemen
worden beschouwd als complexe adaptieve systemen. Complexe systemen zijn vaak genest;