Samenvatting literatuur recente ontwikkelingen in
risicogedrag
College 1
Beschouw tabaksverslaving niet als leefstijl, maar als verslaving
Tabaksverslaving is een verslaving zoals alle andere, waarbij biologische, psychologische en
sociale factoren een interacterende rol spelen. De DSM-5 geeft criteria voor een ‘Stoornis in
het gebruik van tabak’. Door tabaksverslaving niet langer te beschouwen als een
leefstijlprobleem maar als een verslavingsziekte, zal de bereidheid van zorgmedewerkers om
het probleem bespreekbaar te maken, groter worden. Dat vergroot ook de bereidheid van
rokers om in behandeling te gaan.
Preventie van het gebruik van verslavende stoffen kan veel narigheid voorkomen.
Tabaksverslaving wordt echter, in tegenstelling tot verslaving aan alcohol en drugs, vaak ten
onrechte gezien als een ongezonde leefstijl, een leefstijlprobleem. In dit artikel wordt
beschreven waarom de zorg beter kan worden als we het niet zien als leefstijlprobleem,
maar als tabaksverslaving.
De aandoening
Van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder rookt gemiddeld 15% dagelijks. Er is een
verband tussen dagelijks roken, een lager opleidingsniveau en een lager inkomen. Roken
staat in veel landen, inclusief Nederland, op de eerste plaats van determinanten van ziekten.
DSM-5 tabaksverslaving
De kern van tabaksverslaving is controleverlies, waardoor van een keuze voor gedrag geen
sprake is. Veranderingen in de hersengebieden die betrokken zijn bij beloning en cognitieve
controle vertonen grote overlap met hersenveranderingen bij andere verslavingen.
Bovendien spelen erfelijke factoren een grote rol bij het ontwikkelen van tabaksverslaving;
75% van het risico op tabaksverslaving is terug te voeren op genetische factoren.
,Behandeling
Er is bewezen effectieve behandeling beschikbaar voor een tabaksverslaving, zowel
psychologisch als farmacologisch. In 2020 is er een volledige vergoeding gekomen voor een
eerstelijns stoppen-met-roken-programma. Hierbij krijg je kortdurende gedragsmatige
ondersteuning in combi met psycho-educatie, stoppen met roken advies (op maat), steunend
contact, motiverende gespreksvoering en cognitieve gedragstherapie. Aanvullend kan er
eventueel medicatie door de huisarts worden voorgeschreven. Er zijn drie soorten;
1. Nicotine vervangende middelen: bv nicotine pleister. Schommelingen in
nicotinespiegel voorkomen
2. Varenicline: antagonisme op de receptor vermindert het effect van het gebruik van
nicotine
3. Bupropion: effect op beloningscircuit zucht naar tabak vermindert
Vaak hebben patiënte intensieve, gespecialiseerde behandeling nodig vanuit een
multidisciplinair team.
Bewijs
- Stopkans zonder begeleiding: 5%
- Stopkans bij behandeling + cognitieve gedragstherapie en medicatie: 30%
- Grotere stopkans bij varenicline dan bij andere middelen
Tabakverslaving zien als verslaving in plaats van leefstijlprobleem zal uiteindelijk leiden tot
gezondheidswinst en verkleining van gezondheidsongelijkheid in Nederland.
Verslaving & herstel (schelleken) - Verslaving aan tabak is een echte
verslaving
Ongeveer een kwart van onze bevolking heeft een verslaving aan een of meerde
psychoactieve stoffen. De meest voorkomende zijn tabak en alcohol. Ook in dit artikel wordt
duidelijk gemaakt waarom een stoornis in tabak niet anders is dan andere verslavingen.
Symptomen van tabaksverslaving
Verslavingen worden gekenmerkt door preoccupatie (steeds eraan denken) met gebruik van
het middel in combinatie met controleverlies over het gebruik, persisterend gebruik ondanks
negatieve consequenties, risicovol gebruik en lichamelijke afhankelijkheid. In de DSM-5
worden 11 criteria beschreven voor het diagnosticeren van een stoornis in het gebruik van
tabak en weggezet onder deze drie hoofdpunten:
Controleverlies over tabaksgebruik wordt gekenmerkt door;
- Significante tijdsbesteding aan activiteiten die nodig zijn om aan tabak te komen of te
gebruiken
- Het gebruik van tabak in grotere hoeveelheden of langduriger dan de bedoeling was
- Een persisterende wens van of vergeefse pogingen om het tabaksgebruik te minderen
of in de hand te houden.
- En de belangrijkste; de hunkering, zucht, trek naar het gebruik van tabak. Dit zorgt
ook voor de terugval
- Sociale beperkingen ten gevolgen van tabaksgebruik
- Belangrijke rolverplichtingen niet worden nagekomen op werk, school of thuis.
- Sociale, beroepsmatige of vrijetijdsactiviteiten kunnen worden opgeheven vanwege
tabaksgebruik.
,Lichamelijke afhankelijkheid:
- Optreden van tolerantie of gewenning
- Onthouding of onttrekkingssymptomen bij staken van gebruik
De rol van erfelijke en omgevingsfactoren bij tabaksverslaving
Kinderen die opgroeien bij ouders die roken hebben 2-3x grotere kans om zelf ook te gaan
roken. Meer dan de helft wordt beïnvloed door de gezinsomgeving en erfelijke factoren
spelen hierbij een kleine rol. Naast genetische gevoeligheid voor een specifiek middel, zoals
nicotine, is er ook een algemenen genetische gevoeligheid voor verslaving.
Neurobiologie van tabaksverslaving
Meerdere processen in de hersenen zijn betrokken bij de ontwikkeling van verslaving. Deze
processen zijn grofweg in te delen in automatische en controlerende processen en vinden
plaats in de prefrontale gebieden. Automatische processen hebben betrekking op de
hersenprocessen betrokken bij emotionele en automatische reacties, bijvoorbeeld de reactie
bij het zien van ‘triggers’ (cues) die met de verslaving te maken hebben. Onder controlerende
processen verstaan we die hersenprocessen die worden aangewend om bepaalde gevoelens
en gedragingen te onderdrukken, bijvoorbeeld het onderdrukken van de drang om te roken.
- Mensen met een tabaksverslaving zijn minder goed in het controleren en
onderdrukken van automatisch gedrag (minder hersenactiviteit in prefrontale gebied)
- Ze hebben een sterke automatische reactie in hun beloningssysteem reageren
sneller op triggers omtrent roken, maar minder sterk op andere beloningen.
- Rookgedrag bij lichte rokers wordt aangestuurd vanuit de controlerende processen,
- Rookgedrag bij tabaksverslaving wordt aangestuurd vanuit geautomatiseerde
processen
Wat te doen aan tabaksversalving?
Preventie is belangrijk. Positieve resultaten zijn er bij mensen gedragsmatige ondersteuning
krijgen en farmacotherapie. Psychologische interventies kunnen bestaan uit een combinatie
van psycho-educatie, stoppen met roken advies (op maat), steunend contact, en cognitieve
gedragstherapie (individueel of in groepsverband).
Op basis van recente reviews kan geen uitspraak gedaan worden over mogelijke effectiviteit
van de e-sigaret als interventie. In de NHG-behandelrichtlijn staat dat de e-sigaret niet is
geregistreerd als geneesmiddel en dat de kwaliteit en samenstelling wisselen en niet
gegarandeerd zijn.
Beschouwing
Er is symptomatisch (fenomenologisch) een grote overlap tussen tabaksverslaving en andere
verslavingen. Daarnaast lijkt er een gedeelde genetische kwetsbaarheid te zijn en zijn
dezelfde processen in de hersenen betrokken bij de verschillende soorten verslavingen. Ook
de bewezen effectieve preventieve en behandelinterventies zijn vergelijkbaar voor de
verschillende typen verslavingen. Tabaksverslaving is een behandelbare verslaving net als
andere verslavingen. Gezondheidsprofessionals dienen zich bewust te zijn van de ernstige
, consequenties van tabaksverslaving voor individu en maatschappij. Zij hebben een
belangrijke signalerende en adviserende rol.
College 2
Na het lezen van de artikelen met betrekking tot agressie en de collegestof moet je in staat
zijn om:
1. De belangrijkste risicofactoren voor agressie te benoemen vanuit een bio-psycho-
sociaal model en kunnen uitleggen wat interactie-effecten tussen risicofactoren zijn
2. Agressief gedrag bij jeugdigen en volwassenen te zien als de uitkomst van
transactionele processen tussen cliënt en (sociale) omgeving, waarbij
persoonsfactoren (bv. sociale informatieverwerking), kwaliteit van de context (o.a.
leefklimaat) en andere gebeurtenissen (bv. voeding) een rol spelen
Improving Our Understanding of Impaired Social Problem-Solving in
Children and Adolescents with Conduct Problems: Implications for
Cognitive Behavioral Therapy
- Noem tenminste 7 psychologische functies die geassocieerd zijn met een verhoogd
risico op gedragsproblemen bij kinderen en volwassenen en geef van elk een
voorbeeld.
Empirisch onderzoek naar psychologische functies laten zien dat de effectiviteit van CGT
verder kan worden verbeterd door meer nadruk te leggen op
1. Herkenning van het type van sociale situaties die problematisch zijn
2. Herkenning van gezichtsuitdrukkingen met het oog op het initiëren van sociale
probleemoplossing,
3. Inspannende emotieregulatie en emotiebewustzijn
4. Gedragsinhibitie en werkgeheugen
5. Interpretatie van het sociaal probleem
6. Effectieve empathie
7. Genereren van passende oplossingen
8. Resultaatverwachtingen en morele overtuigingen
9. Besluitvorming.
Mensen en adolescenten met gedragsproblemen voldoen aan de criteria van Cd of ODD of
score op klinisch niveau bij psychopathologie. Het is van belang dat er effectieve
behandelingen komen omdat er nu veel gevolgen zijn; criminaliteit, stoornissen in
middelengebruik, zelfmoordpogingen, lage leerprestaties, angststoornissen, depressieve
stoornissen, manische episode, schizofreniforme stoornis en eetstoornissen, maar ook hoge
kosten in de drie domeinen; strafrecht, gezondheid en sociaal welzijn.
De effectgrootte voor de therapie op gedragsproblemen is afgelopen jaren afgenomen, dus
er moet verandering komen. Ook CGT moet veranderd worden.
Woedebeheersing en probleemoplossing zijn kernelementen van evidence-based
behandelingen voor kinderen met gedragsproblemen.
CGT moet worden aangepast omdat ze lange tijd geleden zijn ontwikkeld en daarna alleen
maar kleine aanpassingen hebben gehad. Studies van de laatste 20 jaar zijn bij deze
ontwikkeling van CGT niet meegenomen.
Gedragsproblemen zijn heterogeen van aard. Kinderen en adolescenten met
gedragsproblemen verschillen niet alleen in karakteristieke symptomen (d.w.z. opstandig