De tweeling
Tessa de Loo
1993
De Arbeiderspers, Amsterdam 20-05-2021
, Samenvatting
In een kuuroord in Spa, het Thermaal Instituut, raakt de bejaarde Lotte Goudriaan
geïrriteerd door een even oude, luidruchtige Duitse, die toenadering zoekt. Lotte
probeert haar te mijden, maar dat mislukt en al snel blijkt dat de Duitse Anna
Grosalie is, Lottes tweelingzus, van wie ze in 1922 op zesjarige leeftijd werd
gescheiden. In lange gesprekken leggen de twee hun verleden bloot, Lotte eerst
onwillig, Anna overenthousiast. In hun herinneringen staat de Tweede Wereldoorlog
centraal.
De tweeling Bamberg werd geboren in Keulen. In de prachtige omgeving van een
voormalig Casino wonen ze bij hun vader en hun tante Käthe. Maar als hun vader,
net als hun moeder, aan tbc gestorven is, worden de zusjes gescheiden. Lotte komt
terecht bij een Nederlandse tak van de familie in het Gooi, een vrij gelukkig
communistisch gezin met nog drie dochters, waar muziek centraal staat. Anna wordt
meegenomen door haar grootvader naar de voorvaderlijke boerderij in het
Teutoburgerwoud, een bekrompen milieu, waaruit haar vader destijds wist te
ontsnappen.
Al snel blijkt dat de gezonde, sterke Anna door haar pleeggezin als een goedkope
arbeidskracht wordt gezien en als dusdanig wordt behandeld. Lotte ontsnapte aan dit
lot door haar fragiele gezondheid. Anna wordt meermaals door haar tante en oom
mishandeld. Een jonge pastoor trekt zich haar lot aan en zorgt ervoor dat ze wordt
weggehaald door de kinderbescherming. Ze wordt in een nonnenschool geplaatst.
Lotte heeft minder zorgen. Zij heeft het materieel betrekkelijk goed, kan naar
hartelust zingen en geeft zelfs recitals. Bij haar familie is het meestal gezellig, onder
meer omdat veel muzikanten komen luisteren naar de uitstekende, zelf geknutselde
geluidsapparatuur van haar nieuwe vader. Slechts de huwelijksproblemen van haar
pleegouders, veroorzaakt door de egoïstische opstelling van haar stalinistische
vader, en later diens ongeluk en ziekte, verstoren het idyllische plaatje.
Ondertussen is in Duitsland Hitler aan de macht gekomen. De Duitsers staan daar
ambivalent tegenover, maar zijn aanhang wordt steeds groter. Als Anna van school
komt, is Duitsland veranderd. Op een enkeling na staat nu iedereen achter de
'zondagsschilder' die het Duitse volk zoveel belooft. Anna gelooft niet in zijn
ideologie, maar staat er ook niet afwijzend tegenover. Zij heeft haar eigen zorgen en
gaat bij de Bund Deutscher Mädel om de katholieke verenigingen te redden en slaagt
daar ook in: de BDM wordt in hun Gau als overbodig opgeheven. Pastoor
Jacobsmeyer zorgt er intussen voor dat ze huishoudschool kan gaan volgen in
Keulen. Vanaf dan is ze voorgoed los van haar familie.
Na die opleiding, op haar 21ste, kan ze in dienst bij de familie Stolz. Een veeleisende
baan, maar ze kan er troost vinden in de ruime bibliotheek, waar ze zich intellectueel
verrijkt. Het gevit en de kleinzieligheid van Frau Stolz beu, neemt ze ontslag en wordt
aangeworven door de Gräfin van Falkenau: een gemakkelijker baan bij een veel
menselijker opdrachtgeefster. In die periode bezoekt Lotte haar zuster op het
landgoed van de Falkenaus. In plaats van een gezellige oudejaarsavond wordt dat
een mislukking: de twee meisjes zijn van elkaar vervreemd.
De oorlog breekt uit en Anna leert de Oostenrijkse soldaat Martin Grosalie kennen,