Eind examenstof aardrijkskunde havo 5
globalisering.
Globalisering
Globalisering, is het verdergaande proces van internationale uitwisseling
van goederen, kennis en kapitaal.
Landen gaan dus steeds meer met elkaar samenwerken op verschillende
vlakken.
Wereldsysteem, de economische, politieke en culturele relatie tussen
bepaalde landen. ( periferie, semi-periferie, centrumlanden)
Internationale arbeidsverdeling, is de verdeling van productie binnen
landen.
- Primaire sector, de landbouw.
- Secundaire sector, de industrie.
- Tertiaire sector, de diensten.
Interactietheorie van Ullman
- Complementariteit, alleen als je wat nodig hebt ga je handelen.
- Transporteerbaar, of het product makkelijk te transporteren is.
- Geen tussen liggende mogelijkheden, als handel goedkoper is
ergens dichtbij ga je daar eerst mee handelen.
Afstandsverval, door technieken is het steeds makkelijker om met verre
landen te handelen.
- Absolute afstand, dat zijn de km hemelsbreed.
- Relatieve afstand, afstand in tijd, geld en moeite.
Tijd-ruimtecompressie, proces waarin tijd en ruimte in elkaar worden
gedrukt. Het wereld systeem voor kleiner door de
communicatietechnieken.
Aan het einde van de 15e eeuw stichtte Europese landen koloniën met
overzeese gebieden om daar grondstoffen vandaan te halen.
, In de industriële revolutie kwam er veel vraag naar grondstoffen. Die
grondstoffen werden uit de koloniën (periferie) gehaald zodat de centrum
landen daar producten van konden maken en die weer met winst verkopen
aan de periferie.
Voordeel in centrumlanden
- Er is meer werkgelegenheid
- Goed voor de economie
Exploitatie koloniën, overzeese handels gebieden.
Vestigingskolonien, daar gaan mensen heen om te wonen, bijvoorbeeld,
Australië
Periferie, leverancier van de grondstoffen.
Semi-periferie, laagwaardige industrie.
Centrum, grondstoffen worden daar verwerkt met kennis, geld en
macht. Er is vooral hoogwaardige dienstverlening en industrie.
Ruilvoet, de waarde tussen export en import ( import – export ), want je
wil niet meer kopen dan dat je verkoopt, want dan spreek je van
ruilvoetverslechtering.
Dekolonialisatie, de kolonies werden onafhankelijk van de Europese
landen.
Hierdoor kwamen er veel:
- Burgeroorlogen
- Verschil in godsdiensten
- Verschil in etnische groepen
Daardoor ontstonden er machtsconflicten binnen een bepaald land.
Protectionisme, maatregelen om een eigen economie te beschermen
Invoerheffingen, op buitenlandse producten
Subsidies uitdelen
De oude kolonies probeerden zo hun eigen economie op te bouwen, maar
dat ging vaak fout.
Ging fout door te weinig geld en kennis.
Ze hadden een te kleine afzetmarkt. ( weinig inwoners/ niet rijk
genoeg)