HISTORISCHE CONTEXT 2 | DE VERLICHTING
(1650-1789)
De wetenschappelijke revolutie hing samen met vier andere historische ontwikkelingen
1. ontdekkingsreizen confronteerde Europeanen met een nieuwe wereld, hierdoor leek
het oude wereldbeeld (van de Bijbel) niet meer te kloppen. ze zochten naar
verklaringen voor deze ontdekkingen en probeerden ze in te passen in een nieuw
perspectief op de wereld.
2. ontstond onder geleerde een vernieuwde interesse voor literatuur en geschiedenis
van de Griekse en Romeinse oudheid. Deze geleerden cultuur heet humanisme.
3. belangrijk debat over vergaren van kennis - het rationalisme (logische redeneringen
als meest betrouwbare bron van kennis) & het empirisme (ware kennis door
zintuiglijke waarnemingen).
4. kruisbestuiving tussen ambacht en wetenschap
verlichting → periode waarin geleerden allerlei aspecten van de maatschappij ter discussie
stelde
- begon met discussie over positie van godsdienst in samenleving
- nieuwe ontdekkingen, zoals natuurwetten van Isaac Newton
- kwamen ideeën over relatie tussen God, de natuur en de mens onder druk te staan
- kwamen tot inzicht dat geloof persoonlijke kwestie was
- verwierpen het systeem waarin de adel meer rechten bezat (iedereen was tenslotte
gelijk)
- vooruitgangsgedachte kwam tot uiting in ideeën over opvoeding en onderwijs
- kinderen moesten vanaf jonge leeftijd worden opgeleid tot kritische burgers
Locke en Rousseau gingen uit van natuurrecht → idee dat alle mensen van nature bepaalde
rechten bezitten zoals recht van leven. Ze veronderstelde dat de macht uiteindelijk bij het
volk lag.
Verlichte denkers en hun ideeën
→ Locke had de gemeenschap een overeenkomst gesloten met de koning. Volk moest
trouw blijven aan vorst, vorst bood bescherming en geen misbruik van macht, als hij dat wel
deed mocht het volk hem afzetten, volk = geestelijken en edelen
→ Rousseau ging uit van algemene wil: de wetten in een land moest direct overeenkomen
met wat alle burgers samen wilden, onderwijs moest er zijn voor iedereen
→ Het algemene wil zou daarom het beste tot uiting komen in een directe democratie.
Burgers stemde zelf over wetgeving dus zou altijd overeenkomen met wat mensen echt
willen.
Rousseau geloofde dat hierdoor de positie van armen en slaven zou verbeteren,
(gemeenschap zou stemmen op basis van de ratio en belang van iedereen) dus zou ook in
voordeel zijn van de zwakkeren. volk = alle burgers
→ Montesquieu dacht na over voorkomen van machtsmisbruik namelijk door het in de
stellen van scheiding der machten. Volgens dit systeem zou de totale macht nooit meer bij
een persoon of groep liggen. Er was namelijk wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
macht.
→ Adam Smith keerde zich tegen overmatige staatsinvloed maar dan in de sfeer van
economie. Iedereen zou volgens hem vrij moeten zijn om naar eigen inzicht zijn rationele,
,economische eigenbelang na te streven. Dat zou tot meer geluk en welvaart leiden dan
wanneer de staat in naam van gemeenschap zou ingrijpen.
❖ publieke opinie zorgde voor spanning met autoriteiten
❖ droit divin: de gedachte dat God had aangesteld om te heersen
❖ verlicht absolutisme: verlichte vorsten legitimeerde hun bestuur niet meer vanuit
geloof maar uit rationeel argument: land kon best worden bestuurd door een vorst die
vanuit verlichte ideal diende.
Revoluties in Noord-Amerika & Frankrijk
Amerika
→ aanleiding was onenigheid over Britse belastingen
→ kolonisten vonden oneerlijk dat zij wel belasting betaalde
→ koning trok belastingplannen toch door
→ juli 1776 verklaarde dertien britse kolonie onafhankelijkheid van Britse moederland
→ committees of correspondence (om Britse machthebbers uit koloniën te verjagen)
→ Amerikaanse generaal George Washington werd leider van onafhankelijkheidsstrijd
→ De revolutie eindigde toen Groot-Brittannië de onafhankelijkheid erkende (1783)
Frankrijk
→ verlichte denkers zetten zich tegen de standensamenleving
➢ eerste stand (geestelijken)
➢ tweede stand (edelen)
➢ derde stand (andere fransen)
eerste en tweede stand hadden meer macht
→ aanleiding was financiele en politieke crisis, schatkist was leeg
→ derde stand vonden dat ze onvoldoende politieke invloed hadden, riepen eigen
wetgevende vergadering voor heel Frankrijk uit, hiermee begon Franse Revolutie
→ bestond uit twee aparte revoluties en overname door generaal Napoleon
Eerste revolutie, 1789-1792
- leidde tot drie belangrijke documenten
1. revolutionairen schreven ‘verklaring van rechten van de mensen en
burger’
2. nieuwe grondwet → Frankrijk werd constitutionele monarchie
- parlement dat volgens censuskiesrecht door rijkste burgers werd
gekozen zag daarop toe
- schafte de privileges van standen af
3. publiceerde Olympe de Gouges de ‘verklaring van de rechten van
de vrouw’
- had nauwelijks invloed
Tweede revolutie, 1792-1799
- jakobijnen (fanatieke revolutionairen) zagen zichzelf als vertegenwoordigers van
het volk en grepen de macht
- arresteerde Lodewijk XVI en lieten hem na de rechtszaak executeren
- voerde algemeen mannenkiesrecht in
- probeerde economische gelijkheid tussen burgers af te dwingen
- voerde schrikbewind in, vervolgden tegenstanders van revolutie
- stabiel bestuur was niet mogelijk
, overname van Napoleon
- gebruikte chaos om macht te grijpen
- kroonde zichzelf keizer van Frankrijk, veroverde grote gebieden in Europa
- voerde verlichte hervorming door “Code Napoleon” - vrijheid om eigen religie te
bepalen, recht om eigenaar van grond te beschikken
Nadat Napoleon zijn Europese rijk was kwijtgeraakt bij Waterloo, kwam de andere Europese
landen bijeen op het Congres van Wenen. Het doel: nieuwe vreedzame orde te scheppen
1. Herstelde zij in veel landen de monarchie met speciale rechten voor de adel en de
kerk
a. Restauratie
b. sommige landen kregen een grondwet
i. was niet erg democratisch
ii. macht lag weer bij adel en de vorstenhuizen
2. stabiliteit in Europa te garanderen
a. streven naar een machtsevenwicht tussen Europese staten
b. systeem van even grote en machtige staten
Het Koninkrijk der Nederlanden werd ook hervormd.
→ Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden werden met Luxemburg samengevoegd
→ een constitutionele monarchie
→ vorst veel macht en parlement weinig
→ De Code Napoleon bleef wel intact (iederen burger was vrij en gelijk)
EMANCIPATIEBEWEGINGEN → bewegingen die streefde naar juridische en sociale
gelijkberechtiging van burgers, arbeiders, religieuze minderheden en vrouwen
Liberalisme
- hechtte veel waarde aan vrijheid van individu ten opzichte van de staat
- staat bemoeide zich te veel met mensen levens (bvb geloof)
- streefde naar gelijke burgerrechten
- persvrijheid
- vrijheid van vereniging
- vrijheid van religie
- moest vastgelegd worden in grondwet → 1848 door Thorbecke
- radicale liberalen zetten zich voor kiesrecht
- kwamen revoluties zoals afscheiding van België
Nationalisme
- volk/staat moest eenheid vormen
- drie oorzaken van opkomst
1. Rousseaus theorie over de algemene wil (leden van gemeenschap, gezamenlijk
verantwoordelijk voor bestuur)
2. Napoleon had overal in Europa dezelfde bestuurscultuur en wetten ingevoerd,
had de overheerste staten weerstand opgeroepen en nationale gevoelens
versterkt
3. Romantici geloofde niet dat mensen puur verstandelijke wezens waren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pascaleopdelaak. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.