Uitwerking hoorcolleges module Personen- en familierecht
Hoorcollege (week 1)
Het personen- en familierecht is onder te verdelen in:
Het personenrecht: regels over de rechtspositie van de natuurlijke persoon als zodanig.
Het familierecht: regels over bepaalde verhoudingen tussen natuurlijke personen
(samenlevingsvormen of afstamming).
o De vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap
vallen onder het familierecht.
Het gaat om natuurlijke personen.
Juridisch persoon: een persoon is iemand die drager kan zijn van rechten en plichten. Het moet gaan
om een rechtssubject, persoonlijkheid. Deze persoonlijkheid ontstaat door de geboorte. Zodra een
kind levend ter wereld komt, ontstaat persoonlijkheid. Dat betekent dat op het moment iemand
overlijdt, daarmee ook de persoonlijkheid niet meer bestaat. Die verdwijnt.
Persoonlijkheid: het moet gaan om een rechtssubject, persoonlijkheid. Deze persoonlijkheid ontstaat
door de geboorte. Zodra een kind levend ter wereld komt, ontstaat persoonlijkheid. Dat betekent dat
op het moment iemand overlijdt, daarmee ook de persoonlijkheid niet meer bestaat. Die verdwijnt
(art. 1:1 BW jo. art. 1:2 BW).
Family life: een ouder zonder gezag heeft recht op omgang als er sprake is van een nauwe
persoonlijke band met het kind. In de termen van het Europese hof heet dit family life. Er is
doorgaans al sprake van family life tussen een kind en de biologische ouder als deze aanwezig is
geweest bij de geboorte van het kind en daarna op zijn minst serieuze pogingen heeft gedaan om
contact te houden met het kind. Als er sprake is van family life kan de ouder zonder gezag dus een
verzoek doen om een omgangsregeling vast te stellen. In sommige gevallen komen ook grootouders
op basis van family life een recht op omgang toe (art. 8 EVRM jo. Marckx-arrest).
Een woonplaats is onder te verdelen in:
De eigenlijke woonplaats:
o De zelfstandige woonplaats: de woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich
te zijner woonstede, en bij gebreke van woonstede ter plaatse van zijn werkelijk
verblijf (art. 1:10 lid 1 BW).
o De afhankelijke woonplaats: de woonplaats die bepaald wordt door de woonplaats
van een ander, tot wie een persoon in een bepaalde afhankelijkheidsverhouding
staat (art. 1:12 BW).
De gekozen woonplaats:
o De vrijwillig gekozen woonplaats: een persoon kan een andere woonplaats dan zijn
werkelijke slechts kiezen, wanneer de wet hem daartoe verplicht, of wanneer de
keuze bij schriftelijk of langs elektronische weg aangegane overeenkomst voor een of
meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekkingen geschiedt en voor de
gekozen woonplaats een redelijk belang aanwezig is (art. 1:15 BW).
o De noodzakelijk gekozen woonplaats: een woonplaats waarbij een persoon
bijvoorbeeld in een inrichting wordt geplaatst.
Een afgeleide woonplaats geldt voor:
Een minderjarige
Een persoon die onder curatele is gesteld
Een persoon ten behoeve van wie een bewindvoerderschap is ingesteld
Een persoon ten behoeve van wie een mentorschap is ingesteld
,Zij volgen de woonplaats van de gezaghebbende, de curator, de bewindvoerder of de mentor.
De registers van de burgerlijke stand:
Er bestaan voor iedere gemeente registers van geboorten, van huwelijken, van geregistreerde
partnerschappen en van overlijden (art. 1:17 lid 1 BW).
De ambtenaar van de burgerlijke stand is belast met het opnemen in de onder hem berustende
registers van de burgerlijke stand van akten en de daaraan tie te voegen latere vermeldingen,
alsmede al datgene wat de instandhouding van de registers en de zorg voor de toegankelijkheid van
de daarin neergelegde gegevens betreft (art. 1:16a lid 1 BW).
Bewijs:
De akte van geboorte en de akte van overlijden leveren dwingend bewijs op. Ook indien het
partijverklaringen betreft (art. 1:22 lid 2 BW jo. art. 157 Rv).
Authentieke afschriften of uittreksels, in de wettige vorm opgemaakt en afgegeven door de daartoe
bevoegde bewaarder van het register, hebben dezelfde bewijskracht als het origineel, tenzij bewezen
wordt dat zij daarmede niet overeenstemmen (art. 1:22a BW).
Akte van geboorte:
Een akte van geboorte wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeente waar het kind is geboren (art. 1:19 lid 1 BW).
Indien de plaats van de geboorte van het kind niet bekend is, wordt de akte opgemaakt door de
ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is aangetroffen. Die gemeente
geldt als gemeente waar het kind is geboren (art. 1:19 lid 2 BW).
De aangifte van een geboorte kan in persoon of, als deze weg is geopend, elektronisch worden
gedaan (art. 1:19e lid 1 BW).
De verplichting tot aangifte moet worden vervuld binnen drie dagen na de dag der bevalling (art.
1:19e lid 7 BW).
De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de identiteit van de aangever vast aan de hand van een
document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op bij algemene
maatregel van bestuur te bepalen andere wijze (art. 1:19e lid 8 BW).
Akte van overlijden:
Een akte van overlijden wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden (art. 1:19f lid 1 BW).
Indien een lijk is gevonden en de plaats of de dag van overlijden niet met voldoende nauwkeurigheid
kan worden vastgesteld, wordt de akte van overlijden opgemaakt door de ambtenaar van de
burgerlijke stand van de gemeente waarin het lijk is gevonden of aan land gebracht (art. 1:19f lid 2
BW).
Tot de aangifte van een overlijden is bevoegd wie daarvan uit eigen wetenschap kennis draagt (art.
1:19h lid 1 BW).
Binnen de in artikel 16 van de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn voor de begraving of
crematie, kan de persoon die in de lijkbezorging voorziet, door een in het eerste lid bedoelde
persoon worden gemachtigd tot het doen van de aangifte. In dit geval kan de aangifte door de
gemachtigde ook elektronisch worden gedaan, als deze weg is geopend (art. 1:19h lid 2 BW).
De termijn is geregeld in art. 16 Wet op de lijkbezorging.
, Wanneer een kind levenloos ter wereld is gekomen, wordt een akte opgemaakt, die in het register
van overlijden wordt opgenomen (art. 1:19i lid 1 BW).
Wanneer een kind binnen de in artikel 19e, zevende lid, bepaalde termijn is overleden voordat
aangifte van de geboorte is geschied, wordt zowel een akte van geboorte als een akte van overlijden
opgemaakt (art. 1:19i lid 2 BW).
Hoorcollege (week 2)
Aanverwantschap ontstaat door een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Door het sluiten van
een samenlevingscontract ontstaat geen aanverwantschap.
Aanverwantschap vervalt niet na een echtscheiding of het beëindigen van een geregistreerd
partnerschap.
Vragen die onder andere behandeld worden:
Welke eisen gelden er als je wilt trouwen?
Wanneer kan een huwelijk nietig worden verklaard?
Wat is het verschil met een geregistreerd partnerschap?
Soorten huwelijksvereisten:
Inwendige vereisten: houden verband met de kring van personen tussen wie een huwelijk
kan worden gesloten en met de kenmerken van die personen.
o Om een huwelijk te mogen aangaan moeten een man en een vrouw de leeftijd van
achttien jaren hebben bereikt (art. 1:31 BW).
o Een huwelijk mag niet worden aangegaan, wanneer de geestvermogens van een
partij zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de
betekenis van haar verklaring te begrijpen (art. 1:32 BW).
o Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk
verbonden zijn (art. 1:33 BW).
o Hij die wegens gewoonte van drank- of drugsmisbruik onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder de toestemming van zijn curator (art. 1:37 lid 1 BW).
o Voor zover die toestemming niet wordt verkregen, kan zij op verzoek van de onder
curatele gestelde door toestemming van de kantonrechter worden vervangen (art.
1:37 lid 2 BW).
o Hij die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag
geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter (art. 1:38 BW).
o Heeft de rechter de toestemming verleend, dan is de termijn van beroep veertien
dagen en kan gedurende die termijn de beschikking niet worden ten uitvoer gelegd
(art. 1:39 lid 1 BW).
o Wie bezwaar maakt tegen verleende toestemming voor een huwelijk moet dit
binnen de beroepstermijn aan de ambtenaar van de burgerlijke stand laten weten
via deurwaardersexploot. Verzuimt hij dit en wordt de toestemmingsbeslissing
vernietigd nadat het huwelijk is voltrokken, dan verliest hij het recht om het huwelijk
op basis van ontbrekende toestemming nietig te laten verklaren (art. 1:39 lid 2 BW).
o Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature
hetzij familierechtelijk, bestaan in de opgaande en in de nederdalende lijn of als
broeders, zusters of broeder en zuster (art. 1:41 lid 1 BW).
o Onze Minister van Justitie kan om gewichtige redenen ontheffing van het verbod
verlenen aan hen die broeders, zusters of broeder en zuster door adoptie zijn (art.
1:41 lid 2 BW).
o Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature
hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de