Fiscale eenheid – nu en toekomst
- Huidige regime.
- Spoedreparatie fiscale eenheid (terugwerkend tot 1-1-2018).
- Nieuw regime?
- Kennis van en inzicht huidig regime absoluut noodzakelijk om nieuw regime te kunnen
doorgronden.
Huidige regime geldt nog. We hebben een spoedreparatie gehad. De achtergrond daarvan
zijn Europeesrechtelijke arresten die zeggen dat het fiscale eenheid regime in strijd is met
Europees recht. Daar moet wat aan gebeuren en daarom de spoedreparatie maatregelen.
We krijgen straks een nieuw regime. Wat we nu hebben, gaat op de schop. Maar je moet de
oude wet nu goed kennen, maar straks de nieuwe wet goed te begrijpen.
Indeling bepalingen fiscale eenheid
- Art. 15 lid 1: wezen van de f.e.
- Art. 15 overig: voorwaarden voor totstandkoming/verbreking f.e.
- Art. 15aa: definities.
- Art. 15ab: regels bij voeging: De Vries week 5.
- Art. 15ac: regels winstberekening tijdens f.e.: Lohuis week 4.
- Art. 15ad: regels over renteaftrek.
- Art. 15ae: regels verliesverrekening over voegingstijdstip heen.
- Art. 15af en 15ag: regels verliesverrekening over ontvoegingstijdstip heen.
- Art. 15ah: winstsplitsing tijdens fiscale eenheid.
- Art. 15ai en 15aj: regels bij ontvoeging: De Vries week 6.
Art. 15 overig: wat waren de voorwaarden voor een fiscale eenheid?
1) Minimaal 95% van de aandelen, stemrechten, economisch en juridisch eigendom,
winstrechten. Je moet van alles 95% hebben om een fiscale eenheid te kunnen
vormen.
2) Andere voorwaarden in lid 4 sub a t/m f:
- Hetzelfde boekjaar.
- Moeder moet een bepaalde rechtsvorm hebben.
- Dochter moet een bepaalde rechtsvorm hebben.
- Niet als voorraad houden.
Stel dat je bijvoorbeeld bij oprichting van een dochter nog niet hetzelfde boekjaar hebt, en je
wilt die dochter in fe voegen. Dan kun je niet voegen, want de dochter heeft een ander
boekjaar. Waar ga je naartoe als je dit soort praktische dingen moet oplossen? Besluit fiscale
eenheid. Als je er op grond van de wet niet uitkomt, dan ga je naar het Besluit. Je moet altijd
even naar het Besluit als je het hebt over bezitseisen. Altijd kijken of er nog iets bijzonders in
het Besluit staat.
Art. 15aa: definities. Wat is een belangrijke definitie die je vaak tegen komt? Ontvoeging.
Welke uitzondering heb je op ontvoeging? Een ontvoeging uit fe treedt elke keer op als een
,entiteit niet meer in die fe zit, behalve als het plaatsvindt o.g.v. een liquidatie of een
ontbinding. Dit is een belangrijke uitzondering op de ontvoeging. Ook belangrijk:
voegingstijdstip: wanneer ga je deel uit maken van de fe?
Art. 15ab: week 5.
Art. 15ac: regels voor tijdens het bestaan van de fe.
Art. 15ad: afgeschaft per 1 januari 2019.
Art. 15ae: komt niet echt aan de orde. Gaat over verliesverrekening over het voegingstijdstip
in. Wat is hier de hoofdregel? Stel je hebt een moeder en die draait mooie winsten en daar
komt een dochter in fe bij in, die in het verleden verliezen heeft geleden. Welke verliezen
kun je dan wel verrekenen en welke niet? Je kunt zo’n voorvoegingsverlies aan verrekenen
met winsten van de fe, voor zover die winsten ook echt toerekenbaar zijn aan die dochter.
De verliezen gaan dus niet verloren, maar de dochter moet wel echt zelf winst maken om die
oude verliezen te kunnen gebruiken. Dit is de bottom line van art. 15ae.
Art. 15af en 15ag: regels voor verliesverrekening over ontvoegingstijdstip heen. Dus je hebt
een fe en die heeft verliezen geleden en op een gegeven moment wil je daar een dochter uit
ontvoegen. Wat is dan de bottom line? Wat is de regel voor verliezen die binnen fe zijn
geleden en daarna wordt er ontvoegd? De verliezen blijven bij de moeder, maar ze kunnen
op twee manieren toch mee naar de dochter. Voorvoegingsverliezen: als de dochter al met
verliezen de fe in is gekomen en die zijn in de tussentijd niet verrekend, die
voorvoegingsverliezen gaan dan weer mee bij ontvoeging met de dochter, die horen bij de
dochter. Die moeten mee met de dochter. Wanneer mogen de verliezen ook mee met de
dochter bij ontvoeging? Op verzoek. Verliezen mogen mee met de dochter voor zover de
verliezen zijn toe te rekenen aan de dochter. Je moet dan gaan kijken of de dochter verliezen
heeft geleden binnen fe en of deze verliezen nog niet zijn verrekend binnen fe. Als je dat
aannemelijk kan maken als belastingplichtige, dan mogen de verliezen op verzoek mee met
de dochter. Wanneer heb je daar behoefte aan om verliezen mee te geven met de dochter?
Als je verwacht dat die dochter winsten gaat draaien en misschien de moeder wel niet. Je
hebt dus misschien een lege houdster die een werkmaatschappij met verliezen verkoopt. Je
wilt de verliezen dan meegeven met de werkmaatschappij, want daar kunnen misschien nog
winsten gemaakt worden. In de lege houdster zullen geen winsten meer worden gemaakt.
Art. 15ah: winstsplitsing tijdens fiscale eenheid. Voor veel gevallen moet je toch de winst
weten per fiscale eenheid maatschappij. Art. 15ah geeft regels voor hoe je dat moet gaan
bepalen.
Art. 15ai: richt zich tegen overdracht van vermogen binnen fe en dan ontvoegen. Wat is daar
mis mee? Je kunt binnen fe zonder realisatie van stille reserves allerlei
vermogensbestanddelen overdragen. Daar is niets mis mee. Maar als je dan binnen 6 jaar na
zo’n schuiftransactie de fe verbreekt, dan zal je toch moeten afrekenen over die stille
reserves. Welke twee mogelijkheden heb je om die stille reserve te bepalen? Er is namelijk
een keuze regime. Je mag alternatief uitgaan van twee verschillende waarden, daar mag je
zelf tussen kiezen. Je kunt kiezen voor de wev ten tijde van interne transactie, die
, schuiftransactie binnen fe, die mag je als basis nemen. Of je mag de wev op het moment van
ontvoeging nemen. Die wev op het moment van ontvoeging is een absolute. Die andere is
geen absolute, daar moet je nog correcties op toepassen. Dus als je kiest voor de wev ten
tijde van de interne schuiftransactie, dan moet je nog afschrijvingen corrigeren op die
waarde, die sindsdien plaats hadden gevonden op die hogere wev tot aan het moment van
verbreking.
Art. 15aj: je moet goed weten wat deze bepaling beoogd te doen, dan zie je ook de logica
van de toepassing van de bepaling. Bijvoorbeeld art. 15aj lid 3. Waar is deze tegen gericht?
Wat zou je anders kunnen doen? Stel je hebt een moeder en een dochter en dochter heeft
een bankschuld en met dochter gaat het niet goed en zal binnenkort failliet verklaard
worden. Waarschijnlijk zal de bank dan ook zeggen laat maar zitten dat geld en scheldt de
bankschuld dus kwijt. Waarom zegt art. 15aj lid 3 dat je de waarde van de schuld van de
dochter moet zetten op de bedrijfswaarde? Dus op een lagere waarde. Hij staat
waarschijnlijk nog voor nominaal in de boeken o.g.v. de Fokker arresten. Maar toch zegt art.
15aj lid 3 dat je net voor ontvoeging die waarde moet zetten op de bedrijfswaarde? Het
trucje is hier dat als je ontvoegt vlak voordat je die kwijtschelding krijgt, dan heb je namelijk
daarna een aparte entiteit (dochter zelfstandig belastingplichtig). Als op dat moment de
bank gaat kwijtschelden, dan heb je daar een winst ter zake van die kwijtschelding en daar
moet je belasting over betalen, maar die dochter had al niks meer. Dus van een kale kip kan
je niet plukken. Hier richt deze bepaling zich tegen en de uitwerking is dan ook logisch. Wat
is nu de uitwerking van de bepaling? Je moet herwaarderen vlak voor ontvoeging, dus waar
komt de winst dan terecht voor die schuld die vrijvalt? Bij de moeder en die heeft hopelijk
nog wel geld om de belasting te betalen. De achtergrond van deze bepaling is dus om ervoor
te zorgen dat zo’n vrijvalschuld of vrijval van een reserve niet terecht komt via het trucje van
ontvoeging in een entiteit waar geen geld meer in zit.
Besluit fiscale eenheid 2003
- Artikel 15 geeft delegatiebevoegdheid voor nadere regels voor specifieke onderwerpen.
- Besluit f.e. geeft uitvoering aan veel bepalingen van de Wet.
- Bij elke casus: Besluit erbij nemen.
- In werkcollege: met name art. 10 BFE.
Je moet elke keer naar het Besluit toe. Art. 15 geeft een delegatiebevoegdheid. Dat betekent
dat deze bepalingen ook echt verbindend zijn. Dus het is niet een Besluit waar je slechts met
een beroep op het vertrouwensbeginsel iets mee kan. Het Besluit kan ook echt tegen je
werken. Art. 15 lid 14 (lid 7 ook): hier staat dat de besluitgever voor bepaalde onderwerpen
nadere regels mag stellen. Voor zover die regels in het Besluit vallen onder deze
delegatiebevoegdheid, zijn ze volstrekt verbindend. Als ze daar buiten gaan, dan zijn ze niet
verbindend. Je moet dus eigenlijk altijd checken of die regel uit het Besluit wel echt binnen
het delegatiekader valt. Meestal zal dit wel zo zijn, maar soms kan je twijfelen.
In de weken van de Vries gaan we fe combineren met fusies. Art. 18 e.v. Besluit geeft hier
regels over.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daan123tjuh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.