Sociologie
Belangrijke leerpunten sociologie:
Ui-model = cultuuruitngen
6 culturele dimensies
Cultuurrelativisme
Collecteive mentale programmering
H.1 De regels van het sociale spel
1.1 Verschillen in denken, maar gemeenschappelijke problemen
Mensen, ivolken en groepen die op een andere manier denken, handelen en ivoelen hebben dikwijls
conficten met elkaar. ket is echter noodzakelijk dat er tussen iverschillende culturen wordt
samengewerkt om militaire, ecologische, economische, meteorologische en hygiënische problemen
op te lossen. Voorwaarde ivoor deze samenwerking is dat we de iverschillen in denken, handelen en
ivoelen leren begrijpen.
1.2 Cultuur als mentale programmering
Ieder mens beschikt oiver bepaalde patronen ivan denken, handelen en ivoelen. Deze patronen
noemen we ook wel “mentale programma’s”. De bronnen ivan mentale programmering komen uit
onze sociale omgeiving en onze leivenserivaring. De programmering begint eerst in het gezin en wordt
daarna uitgebreid. Mentale programma’s noemen we ook wel ‘cultuur’. Cultuur kunnen we in enge
zin definiëren als beschaiving en de geivolgen hierivan. In ruime zin zien we cultuur als een mentale
programmering. Cultuur in ruime zin is de collecteive mentale programmering die groepsleden of
mensen ivan een bepaalde categorie onderscheidt ivan anderen.
Cultuur wordt aangeleerd en is niet erfelijk. We kunnen drie niiveaus ivan mentale programmering
onderscheiden: de menselijke natuur, cultuur en persoonlijkheid. De menselijke cultuur is alles wat
alle mensen met elkaar gemeen hebben. De persoonlijkheid ivan een mens is de eigen mentale
programmering die met niemand anders wordt gedeeld.
1.3 Cultuurrelativisme
Cultuurrelativisme is het ontbreken ivan criteria om de handelingen ivan een andere cultuur achterlijk
of superieur te noemen. ket is belangrijk dat een cultuur wel zijn eigen activiteiten met deze
begrippen kan beoordelen.
1.4 Symbolen, helden, rituelen en waarden
Culturele iverschillen komen op iverschillende manieren tot uitng. We gebruiken hierivoor ivier termen
(ivan opperivlakkig naar diep, ui-afpellend):
1. Symbolen: woorden, afeeldingen, gebaren of objecten die een betekenis dragen die alleen
door leden ivan een bepaalde cultuur begrepen wordt. Symbolen zijn ivrij opperivlakkig omdat
ze eenivoudig iverivangen of oivergenomen worden.
2. kelden: leivende of dode mensen, fictef of echt bestaan. Zij hebben kenmerken die in een
cultuur gewaardeerd worden en fungeren als gedragsmodellen.
3. Rituelen: collecteive activiteiten die niet noodzakelijk een doel hoeiven te realiseren maar die
omwille ivan zichzelf plaatsivinden.
, 4. Waarden: een waarde is een gemeenschappelijke tendens om een bepaalde gang ivan zaken
boiven andere te prefereren. Waarden hebben een plus- en minkant: slecht - goed, ivuil -
schoon, abnormaal – normaal, enzoivoorts. Waarden worden kinderen impliciet aangeleerd.
Normen zijn standaarden ivan waarden die gelden binnen een categorie of groep mensen.
1.5 Niiveaus ivan cultuur
Mensen maken ivan iverschillende groepen en categorieën
deel uit en hebben dus meerdere niiveaus ivan sociale
programmering. Deze niiveaus kunnen bijivoorbeeld op
natonaal, regionaal, etnisch, religieus, generate, sociaal-
klasse, sekse of taal slaan.
1.6 Verschillen in natonale cultuur
Menselijke gemeenschappen zijn minstens tenduizend jaar
oud en we mogen aannemen dat de eerste mensen een nomadisch bestaan leidden. ‘Staten’ zijn nog
relatef jong en mogen we niet gelijk stellen aan samenleivingen. ven samenleiving is een historisch,
organisch gegroeide sociale organisateivorm. ven staat is een politeke eenheid waarin elk land ivan
de wereld is opgedeeld en waartoe elk mens toe moet behoren.
1.7 Dimensies ivan natonale culturen
De Amerikanen Alex Inkeles en Daniel Leivinson stelden dat alle culturen een aantal problemen met
elkaar deelden:
1. De iverhouding tot het gezag
2. ket beeld dat mensen ivan zichzelf hebben, ivooral wat betref de iverhouding tussen indiividu
en gemeenschap en de rollen ivan de man en ivrouw.
3. Omgangsmanieren bij botsingen, inclusief de beheersing ivan agressie en uitng ivan
geivoelens.
Deze fundamentele probleemgebieden staan ivoor culturele dimensies. ven dimensie is een
cultuuraspect waarmee we een cultuur met een andere cultuur kunnen ivergelijken. We kunnen deze
dimensies samenivaten in de termen: machtsafstand, collectivisme, indiividualisme, feminiteit iversus
masculiniteit en onzekerheidsivermijding. In plaats ivan dimensies kunnen we ook gebruik maken ivan
typologieën. ven typologie beschrijf ideaaltypen die men zich eenivoudig ivoorstellen kan. ven
ivoorbeeld hierivan is de indeling in een verste, Tweede en Derde Wereld.
1.8 Cultuuriverschillen naar regio, religie, sekse, generate en klasse
vtnische en religieuze groepen trekken zich weinig aan ivan politeke landsgrenzen en ivormen
minderheden die zich beivinden op de kruising tussen de oiverheersende cultuur ivan het land en hun
eigen traditonele groepscultuur. ket aanhangen ivan een religie lijkt zowel geivolg als oorzaak te zijn
ivoor het bestaan ivan cultuuriverschillen.
Sekserollen zien we ivaak niet als culturen. Als we zien dat er binnen een cultuur een
mannensubcultuur kan bestaan die iverschilt ivan die ivan de ivrouwen, wordt ook meteen iverklaard
waarom traditonele sekserollen zo moeilijk iveranderd kunnen worden. Voor iveel mensen is het
logisch dat symbolen, rituelen, helden en waarden per generate iverschillen, maar deze iverschillen
, zijn ivaak minder groot dan ze lijken. Zo werd er duizend jaar geleden ook al geklaagd oiver het
ontbreken ivan respect ivoor ouders bij jongeren. Verschillen kunnen wel ontstaan door bepaalde
historische gebeurtenissen. Waarden en normen worden niet altjd beïnivloed door de techniek of
haar producten.
Sociale klassen laten iverschillen in klassencultuur zien. De sociale klasse waartoe iemand behoort
staat in iverband met zijn onderwijskansen en zijn beroep of bezigheid.
Omdat het bij sekse, generate en klassencultuur niet gaat om organische groepen maar om
categorieën ivan mensen, kunnen we deze begrippen maar tot op zekere hoogte indelen aan de hand
ivan dimensies die ivoor natonale culturen beschikbaar zijn. Categorieën als generate, klasse en sekse
zijn onderdelen ivan sociale systemen die alleen kunnen werken in betrekking tot andere onderdelen.
1.9 Organisateculturen
De organisatecultuur ivan een bedrijf is een zachte factor, maar deze heef ivergaande geivolgen. ket
is het psychologische eigenkapitaal ivan een organisate waarmee men kan ivoorspellen hoe oiver ivijf
jaar het financiële eigenkapitaal zal zijn. ven organisatecultuur is iets heel anders dan natonale
culturen en moet dus ook anders benaderd worden dan natonale culturen.
H.2 De studie van cultuurverschillen
H.3 Gelijker dan anderen (machtafstand, grote versus kleine macht)
3.1 Ongelijkheid in de samenleiving
vlke samenleiving kent ongelijkheid. ket ontbreken ivan oivereenstemmening tussen iverschillende
ivormen ivan ongelijkheid wordt soms als problematsch beschouwd. Sommige samenleivingen
proberen iverschillende soorten ivan status meer met elkaar oivereen te stemmen. Zo hebben politci
iveel macht, maar iverweriven ze ook status door het ivele geld dat zij iverdienen. Deze tendens
ivergroot de algemene ongelijkheid binnen een samenleiving. ket ontbreken ivan oivereenstemming
wordt in andere culturen juist weer als positef erivaren. ket hebben ivan een hoge posite moet dan
gecompenseerd worden door het hebben ivan een lage posite op een ander iveld. Op deze manier
ontstaat een middenklasse.
3.2 ket meten ivan maatschappelijke ongelijkheid: de Machtsafstandsindex
De Machtsafstand is een dimensie waarmee men natonale culturen kan beoordelen en is de mate
waarin zwakkere leden ivan organisates of organisates in een land iverwachten en aanivaarden dat
macht niet gelijk is iverdeeld. We zien dat de Romaanstalige, Aziatsche en Afrikaanse landen hoge
Machtsafstandswaarden hebben. Lagere waarden zijn terug te ivinden in de Verenigde Staten, de
ivoormalige Dominions, Groot-Britannië en het oiverige niet-Romaanse deel ivan vuropa.
3.3 Machtsafstand nader bekeken
De scores op de Machtsafstandsindex bieden gegeivens oiver de afankelijkheidsrelates in een land.
Wanneer een land een kleine Machtsafstand heef, betekent dit dat ondergeschikten in beperkte
mate afankelijk zijn ivan hun chefs. vr ivindt meer oiverleg plaats en er lijkt sprake te zijn ivan
wederzijdse afankelijkheid tussen chef en ondergeschikte. Landen met een grote Machtsafstand
worden gekenmerkt door de afankelijkheid ivan ondergeschikten. Ondergeschikten iverkiezen deze
afankelijkheid, of wijze deze af (contra-afankelijkheid). De Machtsafstand wordt iverklaard ivanuit
de waardensystemen ivan minder machtge leden. De machtsiverdeling wordt toegeschreiven aan het
gedrag ivan de leden met de meeste macht.