100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Economische orde en politiek H 10 t/m 12 samenvatting + aantekeningen uit de les! €5,77
In winkelwagen

Overig

Economische orde en politiek H 10 t/m 12 samenvatting + aantekeningen uit de les!

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Hier is de samenvatting van H10 t/m 12 van economische orde en politiek. Ook de aantekeningen van de les (powerpoints) zijn toegevoegd. Ik heb hiermee een 6,5 gehaald.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 27 maart 2024
  • 22
  • 2021/2022
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
ninaplaisier73
Samenvatting Algemene economische
basisprincipes
Hoofdstuk 10 ‘Geld, inflatie en financiële markten’
10.1 Rol van geld in de economie
Geld: een algemeen aanvaard ruilmiddel
Indirecte ruil: handel vindt plaats in goederen en diensten met behulp van geld.
Directe ruil: het ruilen van goederen tegen goederen.
Het gebruik van geld is buitengewoon efficiënt bij het verminderen van de informatie- en
transactiekosten van handel.

3 functies geld in de economie:
1. Ruilmiddel;
2. Rekeneenheid;
3. Oppotmiddel en spaarmiddel;

Chartaal geld: tastbaar geld.
Giraal geld: ontastbaar geld.
Virtuele valuta’s: bitcoins etc.


10.2 Aanbod van geld
Geldscheppende instellingen: algemene banken.
Spaartegoeden vormen geen geld, omdat je hiermee niet direct kunt betalen. Pas als iemand
het tegoed contant opneemt of naar zijn betaalrekening overschrijft, kan hij ermee betalen.
Maatschappelijke geldhoeveelheid (M1): geeft weer hoeveel chartaal en giraal geld in
handen is van het publiek. Het geld in de kassen van geldscheppende instellingen maakt
geen deel uit van de maatschappelijke geldhoeveelheid, omdat dit een dubbeltelling op zou
leveren.
Substitutie: de hoeveelheid chartaal geld neemt af, de hoeveelheid giraal geld neemt toe. Dit
komt door bijvoorbeeld het storten van geld bij de bank naar je rekening.
Liquiditeitspercentage: de verhouding tussen de hoeveelheid kasmiddelen van de bank en
de girale tegoeden van de rekeninghouders.

Primaire liquiditeiten: chartaal en giraal geld, omdat er meteen mee betaald kan worden.
Secundaire liquiditeiten: kortlopende vorderingen van het publiek op geldscheppende
instellingen die gemakkelijk in grote hoeveelheden zonder koersverlies in primaire
liquiditeiten zijn om te zetten.
Geldhoeveelheid in ruime zin (M3).

3 bronnen waardoor M3 kan veranderen:
1. De bank kan M3 laten toenemen door kredietverlening
2. De centrale overheden kunnen geld scheppen door hun financieringstekorten te
financieren door korte leningen op te nemen bij banken. In de eurolanden is dit verboden.
3. Het buitenland is ook een bron van geldschepping. Als buitenlandse valuta’s in euro’s
worden omgewisseld, vindt er geldschepping plaats.
1

,10.3 Financiële instellingen
De inkomsten van de financiële instellingen bestaan uit de rentemarge bij de
kredietverlening en de provisie die zij vragen voor de andere diensten. De rentemarge is het
verschil tussen de rente op aangetrokken gelden als spaargelden en rekening-
couranttegoeden en de rente op de verleende kredieten.
De belangrijkste functie van de centrale bank is het vaststellen en het uitvoeren van het
monetair beleid.
Monetair beleid: de centrale bank probeert de omvang van de maatschappelijke
geldhoeveelheid te beïnvloeden.
Door toezicht op de kredietverlening door de banken te houden, probeert de centrale bank
te voorkomen dat de geldhoeveelheid te sterk groeit.
Bedrijfseconomisch toezicht: Belangrijke functie van DCB. Doel hiervan is het vertrouwen
van het publiek in het bankwezen en het financiële systeem te handhaven.
De liquiditeit geeft aan of banken tijdig aan de opvragingen van rekeninghouders kunnen
voldoen. De solvabiliteit geeft aan of banken voldoende eigen vermogen hebben om de
risico’s die aan kredietverlening zijn verbonden te kunnen opvangen.

Belangrijke functies centrale bank:
1. Bankier van de banken;
2. Kassier van de banken;
3. Circulatiebank; De centrale bank zorgt ervoor dat er voldoende chartaal geld in omloop is.

10.4 Vraag naar geld
De transactievraag naar geld wordt bepaald door de ontwikkeling van het nationaal
inkomen.

Verkeersvergelijking van Fisher: M x V = P x T
M = de geldhoeveelheid
V = de omloopsnelheid van het geld
P = Het gemiddelde prijspeil
T = Het aantal transacties

Waarde goederenstroom P x T
Waarde geldstroom M x V

De omloopsnelheid van het geld is het aantal malen dat één eenheid geld van eigenaar
wisselt gedurende een bepaalde periode.

Obligatie: De voornaamste soort vastrentende waardepapieren. Overheden en grote
bedrijven nemen vaak leningen op in de vorm van obligatieleningen. De rente op
obligatieleningen wordt couponrente genoemd. De couponrente is vast. De koers verandert
wel. Aan het einde van de looptijd wordt de obligatie afgelost tegen de nominale waarde.




2

, Bij laagconjunctuur is er weinig geld nodig om goederen en diensten te kunnen verhandelen,
bij hoogconjunctuur veel. De speculatievraag naar geld wordt groter naarmate de rente
verder daalt.

10.5 Inflatie
Prijsinflatie: de stijging van het gemiddelde prijspeil.
Een stijging van het gemiddeld prijspeil houdt automatisch in dat de koopkracht van het geld
afneemt.
Inflatie gaat gepaard met geldontwaarding.

Indexcijfer koopkracht geld: (indexcijfer nominale waarde geld / prijsindexcijfer) x 100

Inflatie wordt gemeten met behulp ban de consumentenprijsindex (CPI).


10.6 Oorzaken en gevolgen van inflatie
De oorzaken van inflatie kunnen zowel aan de vraagzijde als de aanbodzijde van de
economie liggen.
De oorzaak ligt aan de vraagzijde als de vraag naar goederen en diensten groter is dan het
aanbod van goederen en diensten. (Bestedingsinflatie)
Aan de aanbodzijde kan stijging van het prijspeil veroorzaakt worden door een stijging van
de productiekosten per eenheid product (Kosteninflatie)

Oorzaken kosteninflatie:
1. Stijging van de lonen (loonkosteninflatie)
2. Prijsstijgingen van geïmporteerde goederen en diensten (geïmporteerde kosteninflatie)
3. Veranderingen van de tarieven van directe en indirecte belastingen en van de sociale
premies door de overheid.

Doelstelling macro-economisch beleid: nastreven van prijsstabiliteit.
Voor alle schuldeisers geldt dat door het optreden van inflatie de aflossing van de verstrekte
lening minder koopkracht heeft dan het oorspronkelijk verstrekte bedrag van de lening.
Door inflatie daalt de reële rente. Dat maakt sparen onaantrekkelijk.
Ook de internationale concurrentiepositie van bedrijven kan door inflatie worden aangetast.
Dit is het geval als de inflatie in landen met bedrijven die met Nederlandse bedrijven
concurreren, lager is dan in Nederland.

Als de geldhoeveelheid veel sterker stijgt dan de productie van goederen en diensten, kan de
inflatie ontaarden in hyperinflatie, extreem hoge inflatie.


10.7 Deflatie
Deflatie: het gemiddelde prijspeil daalt.
De koopkracht van geld neemt dan toe.
Sparen wordt aantrekkelijk en lenen wordt onaantrekkelijk.




3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninaplaisier73. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,77. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,77
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd