Monosacchariden Glucose C6H12O6 Druivensuiker / dextrose
Belangrijkste brandstof, omgezet in
1 glucose eenheid glycogeen
Fructose ,, Vruchtensuiker
Ketohexose
o.a. voor in zoete vruchten
Galactose ,, Rechtsdraaiende monosachariden
Aldehexosen
In vetachtige stoffen hersenweefsel en
zuivelproducten.
Disacchariden Maltose C12H22O11 Glucose + glucose
Reducerende suiker
2 glucose Dimeer dat kan ontstaan bij afbraak door
eenheden het enzym amylase, van zetmeel dat
dezelfde glycosebinding heeft
Sucrose C12H22O11 Glucose + fructose
‘tafelsuiker’
Gewonnen uit suikerbieten, suikerriet of
suikerpalm dmv raffinageproces.
Lactose C12H22O11 Glucose + galactose
‘ melksuiker ‘
Komt voor in melk van alle zoogdieren.
Komt ook voor in enkele tropische planten,
verder niet in plant. Producten.
Oligosachariden Maltodextrine C6H(10n+2)O(5n+1) Gewonnen uit mais
GOS Een glucose-eenheid verbonden met een
<10 glucose Galacto- keten van 1 tot 8 galactose-eenheden.
eenheden oligosacharide Komt van nature voor in melk en wordt bv.
toegevoegd aan babymelk.
(prebioticum-> niet door lichaam verteerd)
FOS Prebioticum
Fructo- Zit o.a. in prei, uien, sojabonen
oligosachariden
Inuline C6H10n+2O5n+1 Fructosehoudende polysachariden
(fructanen).
Kunnen vertakt of recht zijn
Komt voor in wortels planten die groeien in
koud-gematigde gebieden, bv. aardpeer,
bataat.
Polysacchariden Glycogeen C6H10O5 Kh dat vooral in lever en spieren wordt
opgeslagen. Bestaat uit groot aantal
>10 glucose eenheden glucose.
eenheden Snel beschikbare energie voorraad/
secundaire langdurige energieopslag
Zetmeel C6H10O5 Complexe polymeren glucose en kh, die in
natuur dienen als voedselreserve voor
planten.
-Amylose: enkele honderden tot duizenden
in een regelmatig onvertakte keten
-Amylopectine: enkele duizenden tot een
miljoen in onregelmatige vertakkende
boomvorm
Vezels C6H10O5 Diverse kh die niet in de dunne darm
worden verteerd.
Onoplosbare en oplosbare
Achtergrond van de aanbevelingen over koolhydraten
-Ongeveer 50% van de E die je nodig hebt
-Levert E voor de hersenen, andere zenuwcellen
-Nodig voor ontwikkeling rode bloedcellen
,-Gluconeogenese: vorming glucose uit eiwitten(ook glycerol en lactaat)
-Stijging vetverbranding->vorming ketonlichamen
Aanbevolen hoeveelheid
-Bepaalde hoeveelheid koolhydraten in voedsel nodig om afbraak weefseleiwit te voorkomen
-Als de voeding geen koolhydraten bevat en de glycogeenvoorraad is uitgeput, is de eiwitafbraak het hoogst(-
>endogene glucoseproductie)
Ongeveer 200 g/dag = 800 kcal
40en% voor volwassenen
Vanaf jonger dan 9 jaar minder kh nodig
Bij een inname van 1,4 x vd gemiddelde endogene glucoseproductie is de afbraak van weefseleiwitten minimaal
voor 97,5% van de Nederlandse bevolking
3. Glycemische index en lading: wat zegt het en is het nuttig ?
-Stijging glucoseconcentratie in het bloed(hoeveelheid koolhydraten, type koolhydraten)
GI(glycemische index): maat voor snelheid waarmee glucose uit koolhydraten in het bloed beschikbaar komt
Lage GI= tragere, geleidelijke stijging van de glucose concentratie
het idee(niet overtuigend aangetoond)
Producten met een hoge GI vaak ‘minder goed’ genoemd
Hogere postgrandiale glucosepiek zou het lichaam belasten->hogere afgifte van insuline
Een chronische verhoogde insuline behoefte kan resulteren in uitputting B-cellen(alvleesklier), waardoor
glucose-intolerantie(insulineresistentie) ontstaat
Definitie
Stijging glucoseconcentratie in het bloed gedurende 2 uur na de consumptie van een voedingsmiddel dat 50 g
koolhydraten bevat, uitgedrukt als percentage van de respons na consumptie van 50 g glucose of een
hoeveelheid wit brood die 50 g koolhydraten bevat
Invloed op GI
Koken Structuur zetmeel verandert -> spijsverteringsenzymen kunnen er beter bij
Afhankelijk van hoeveelheid water en kooktijd
Bewaren Zetmeel kan retrograderen
Zetmeelmoleculen kristalliseren weer -> spijsverteringsenzymen kunnen er slechter bij
Pureren/ uitpersen Verteringsenzymen kunnen ook beter bij de kh
Samenstelling en -Aanwezigheid wateroplosbare vezels
fysieke -Aanwezigheid vetten, eiwitten, zuren
eigenschappen -Dikte pasta
-Rijpheid fruit
Nadeel:
GI bepaald met 50 gram koolhydraten, bij bloemkool is dat bv. heel veel bloemkolen
Glycemische belasting/lading/last
Glycemische belasting=
(GI/100)* verteerbare koolhydraten per portie
Glycemische lading geeft een meer reëel beeld, omdat er rekening gehouden wordt met hoeveelheid
koolhydraten in een portie
Laag Hoog
GB <10 >20
GI <55 >70
, Controverses
GI waarde is sterk afhankelijk van allerlei factoren. Verschillende meetlabs geven verschillende
uitkomsten en daardoor kans op misclassificatie
Moeilijk te onderscheiden van andere factoren vb. vezelgehalte, daarom ook buiten beschouwing
gelaten in RGV 2015
Realiseer je dat
GI van producten zonder suiker, niet per definitie lager is dan met suiker
Producten met een hoge GI, zoals aardappelen leveren ook waardevolle voedingsstoffen
Producten met lage GI kunnen veel verzadigde vet bevatten dan een hoge GI
Over het nut voor de volksgezondheid van het hanteren van de glycemische index van
voedingsmiddelen bij het samenstellen van een voeding bestaat in de wetenschappelijke literatuur geen
consensus
Welke gezondheidseffecten hebben de verschillende soorten ?
Effecten kh op chronische ziekten: vervanging v.v. door kh = niet gunstig
Effecten suiker:
Tandcariers : gaatjes daarom niet meer dan 7 eetmomenten
Frisdranken bv. weinig verzadigd en eerder positieve energiebalans
Microvoedingsstoffen: aanwijzingen dat >20en% toegevoegd suiker ongunstig is mbt
microvoedingsstoffenvoorziening
Dranken met toegevoegd suiker: lichaamsgewicht verhogen (RCT) en verband tussen consumptie en
een hoger risico op diabetes(cohort)
‘ drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken ‘
Microvoedingsstoffen:
Aanwijzingen dat>20% en% toegevoegd suiker ongunstig is mbt microvoedingsstoffenvoorziening
Gezondheidsraad 2006(ook 2015)
-geen nadere onderbouwing voor een kwantitatieve richtlijn voor de hoeveelheid mono- en disacchariden of de
hoeveelheid toegevoegde suikers id voeding
-Energie geleverd door suikers in dranken draagt waarschijnlijk minder bij aan verzadiging dan de energie van
suikers in vaste voedingsmiddelen
-Bij kinderen: vooral bij een lage E behoefte de voorziening met microvoedingsstoffen in gevaar kan komen,
wanneer de voeding veel toegevoegde suikers bevat
In buitenland wel kwantitatieve aanbevelingen: WHO <10 en% vrije suikers(50 gr/dag)=
mono- en disachariden die worden toegevoegd aan voedingsmiddelen tijdens productie en bereiding plus de
suiker die van nature aanwezig zijn in honing, siropen, vruchtensappen
Alternatieve zoetstoffen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CelineSophie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,44. Je zit daarna nergens aan vast.