Sociaal Beleid
Les 1 – Signalering en structureel sociaal werk – Hoofdstuk 2 en artikel
Sociaal beleid definitie
Het geheel van maatregelen dat nodig is om mens en arbeid zodanig op elkaar af te stemmen dat de doelen van
de organisatie en die van de medewerker gerealiseerd kunnen worden. Bijv. hoe pak je de vergrijzing aan, hoe
ga je om met immigratie, welke maatregelen neem je om armoede te bestrijden?
H2 Van liefdadigheid naar marktwerking
- Sociaal werk werd vroeger vooral uitgevoerd door familie, kerk, vakbonden, liefdadigheidsinstellingen
en buurten. Dit bestond uit directe hulpverlening, dus geld en voedsel geven aan de armen i.p.v. de
dieperliggende oorzaken van armoede te veranderen.
- In de 18e (de verlichting) kreeg het maatschappelijk werk een nieuwe dimensie van zorg. De goede
burgers moesten de armen verheffen en fatsoensnormen bij brengen. Het idee was dat goede moraal
universeel was en dat iedereen een redelijk persoon kon worden.
- Aan het eind negentiende eeuw kwam er, door de industrialisering, een kwetsbare klasse: de
arbeiders. Er kwam meer spanning tussen arm en rijk en de burgermaatschappij kon deze sociale
problemen niet meer oplossen. Vanuit de overheid/de staat ontstaat sociaal werk, alsmede door
wetten en sociale zekerheidsregelingen.
- Staten in Europa werden welvaarstaten met openbare systemen van sociale zorg. Het doel is om
economische gelijkheid te creëren of gelijkwaardige levensstandaarden te garanderen.
- De staat helpt zijn burgers vanuit solidariteit en menselijkheid gebaseerd op socialistische principes.
- Vanaf 1970 deed de marktwerking zijn intrede in het sociaal werk. Kapitalisme werd het basisprincipe
van de welvaartstaat. Liberale principes, zoals individuele verantwoordelijkheid, wederkerigheid en het
kopen van hulpdiensten stonden daarbij centraal. De markt werd een kernonderdeel van het gezonde
verstand van mensen. Het maatschappelijk werk als bedrijfstak.
Focus Inkomen Service Regeling
Markt Individu Werk Kopen Wederkerigheid
Burgermaatschappij Family en Delen en Gratis zorg en Affectie en normen
gemeenschap liefdadigheid gratis liefdadigheid
Regering Regering Sociale zekerheid Gesubsidieerd Wetten
De welvaartsdriehoek van Abrahamsen
De welvaartsdriehoek van Peter Abrahamson brengt in kaart hoe de welvaartsstaat gefinancierd wordt. Er zijn
drie belangrijke financieringsstromen, ook daar schuilen ideologische verschillen achter.
1. Overheid: socialistische welvaartsideologie.
2. Markt: liberale welvaartsideologie.
3. Gemeenschap: conservatieve welvaartsideologie.
Door te kijken hoe staten zich verdelen in de welvaartsdriehoek zijn er in Europa drie soorten welvaartstaten te
onderscheiden: liberaal, conservatistisch en socialistisch.
,Drie dominante welvaartsideologieën
- Liberalisme: individuele verantwoordelijkheid, wederkerigheid en marktdenken. De staat stimuleert de
markt, actief (door subsidies aan welzijnsorganisaties) of passief (sociale zekerheidsstelsel is zo klein
mogelijk, alleen bedoeld voor degenen die daar overduidelijke behoefte aan hebben). De markt zou
van nature zichzelf reguleren en de staat moest zich bezighouden met het voorkomen dat individuen
geweld of fraude gebruikten om de handel of productie van de markt te verstoren.
- Conservatisme: weinig solidariteit vanuit de staat, gemeenschappen/families moeten voor hun
zwakkere leden zorgen. De staat bemoeit zich alleen met een persoon als de familie daartoe niet in
staat is. Het traditionele gezin is belangrijk. Volgens het conservatisme zijn sommige mensen nou
eenmaal beter dan andere mensen en kunnen zij dus beter regeren. Deze ‘betere’ mensen hebben de
verantwoordelijkheid voor het opvoeden van de ‘slechtere’ mensen.
- Socialisme: de kloof tussen ‘have’ en ‘have nots’ (degene die wat hebben en degene die niets hebben)
moet worden gedicht. De markt moet niet in het spel zijn en de staat zou verantwoordelijk moeten zijn
voor zijn kwetsbare inwoners. Sociaal beleid moet er op gericht zijn dat ieder individu (ongeacht
klasse, gender, etniciteit of religie) zijn mogelijkheden kan benutten. Kansengelijkheid. Het kapitalisme
zou macht en rijkdom oneerlijk toebedelen aan een kleine groep en een ongelijke samenleving
creëren.
Belangrijk: elke ideologie heeft een andere visie op de mens, de overheid, de markt, sociale problemen en
sociale voorzieningen.
Zorgstelsel in Nederland
Het zorgstelsel in Nederland wordt geregeld met vier stelselwetten
- De Zorgverzekeringwet (Zvw): marktwerking, betaling via zorgverzekeraars >> liberale ideologie.
- De Wet langdurige zorg (Wlz): overheid, betaling via belastingstelsel >> socialistische ideologie.
- De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): civil society, betaling via de gemeente >>
conservatieve ideologie.
- De Jeugdwet: civil society, betaling door gemeente >> conservatieve ideologie.
Sociaal werkers als street-level bureaucraten
Sociaal werkers zijn street-level bureaucraten die functioneren binnen publieke of semipublieke voorzieningen
en die vorm geven aan het organisatie- en overheidsbeleid. Ze passen dit beleid toe op concrete casussen. In de
dagelijkse praktijk zien en ervaren sociaal werkers met welke problemen cliënten geconfronteerd worden, wat
de effecten zijn van bepaalde beleidsbeslissingen op de leefwereld van mensen en wat er nodig is om hierop
een antwoord te bieden. Er is een brede overeenstemming binnen het sociaal werk dat één van de kerntaken
van een sociale professional is dat hij vorm geeft aan zijn signaalfunctie.
Toch blijft er nog heel wat onduidelijkheid over de wenselijkheid en de concrete methodische invulling van deze
kerntaak:
De wenselijkheid van de signaalfunctie heeft betrekking op het feit of het wel de taak is van sociaal werkers om
tegen het beleid in te gaan, om acties op te zetten en om aan beleidsbeïnvloeding te doen.
De methodische component heeft betrekking op de wijze waarop die signaal functie ingevuld dient te worden.
Welke competenties zijn hiervoor nodig?
Twee functies van signaleren
Sluiter verwijst zowel naar het belang van een achterliggend referentiekader dat vertrekt vanuit een structurele
benadering als naar de concrete (methodische) vormgeving van de signaalfunctie.
1. Signaleren van structurele oorzaken van individuele problemen. Er wordt daarmee verwezen naar het
wijzen op gaten in het beleid en het aanklagen van sociale wantoestanden.
2. Bij signalering gaat het tevens om ‘activiteiten die tot doel hebben relevante groepen in de
samenleving zodanig te beïnvloeden dat zij zelf maatregelen nemen om die belemmerende factoren
op te heffen’.
, Sociaal werk: te lang een stille professie
Het sociaal werk is volgens Ferguson lange tijd een stille professie geweest. Te lang zijn ze er van overtuigd
geweest dat sociaal beleid in de vorm van nieuwe sociale voorzieningen of het wegwerken van drempels in
bestaande voorzieningen verlichting biedt. Maar juist omdat dit geen structurele oplossing oplevert voor
processen van marginalisering en sociale ongelijkheid, is er nu veel kritiek. Deze kritiek richt zich vooral op het
gevolg en de dominantie van het neoliberale denken. In hun ogen worden de kernwaarden van het sociaal werk
bedreigd en moeten deze verdedigd worden. Het gaat dan om solidariteit, betrokkenheid bij de meest
kwetsbare groepen, het relationele karakter van sociaal werk en sociale rechtvaardigheid. Sociaal werkers
moeten hun stem laten horen en de neoliberale overeenstemming doorbreken.
Neoliberale overeenstemming
De Nederlandse filosoof Hans Achterhuis gebruikt in zijn boek ‘de utopie van de vrij markt’ de begrippen vrije
markt en neoliberalisme als synoniemen. Het begrip neoliberalisme staat in deze visie voor privatisering, vrije
markt denken, overheidsbezuinigingen en deregulering. Ook het sociaal werk moest een bedrijf worden in deze
visie dat los van overheidssubsidies moest kunnen opereren. De gedachte is dat markt werking in de zorg leidt
tot kwalitatief betere zorg. Voor radicaal sociaal werkers is dit een fundamentele misvatting. Zij zien de
marktwerking in de zorg als de grootste bedreiging van het sociaal werk.
Drie benaderingen structureel sociaal werk
Radicale benadering >> macroniveau, problemen van de samenleving oplossen (conflictgericht)
De radicale variant van structureel sociaal werk bevraagt de legitimiteit van allerlei voorzieningen, instellingen
en economische systemen. Daarbij wijst zij erop dat een verbetering van welzijn enkel gerealiseerd kan worden
door fundamentele veranderingen in de manier waarop de samenleving economische bronnen en macht
verdeelt. Structureel sociaal werk stelt de huidige verdelingsmechanismen in de samenleving ter discussie,
omdat ze fundamenteel onrechtvaardig zijn. Deze variant hanteert een conflictbenadering.
De mindset veranderen
Mulally is van mening dat sociale verandering een traag proces is dat jaren, zelfs eeuwen kan duren. De centrale
vraag mag volgens hem daarom niet hoe ‘hoe kan ik de revolutie starten?’, maar wel ‘hoe kan ik bijdragen om
onderdrukking te ondermijnen en te weerstaan?’. Het vraagt in de eerste instantie om een uitgesproken visie op
de samenleving en ingesteldheid van de sociaal werker. Met andere woorden: de mindset is belangrijker dan de
concrete methodieken.
Radicaal humanisme <> radicaal structuralisme
- Radicaal humanisme: kiest voor de gebruikers, essentieel is dat bewustwordingsprocessen bij zoveel
mogelijk mensen worden geactiveerd.
- Radicaal structuralisme: primeert sociale transformatie. Het uitbouwen van alternatieve diensten en
voorzieningen buiten het systeem, aansluiting zoeken bij vakbonden en nieuwe sociale bewegingen,
engagement in een radicale politiek partij en het ontwikkelingen van vormen van weerstand, openlijk
protest en sociale actie.
- Beide: het accent ligt op de vorming en culturele actie in groepen, waarin bewustzijn met mensen i.p.v.
voor mensen de focus moet zijn. Deze bewustwordingsprocessen hebben tot doel dat gebruikers en
burgers inzien hoe de werkelijke machtsverhoudingen worden gereproduceerd en hoe fundamenteel
onrechtvaardig dit is.
Vier aspecten van radiaal sociaal werk
1. Zich moeten inzetten op collectieve actie en toenadering moeten zoeken tot de vakbonden.
2. Sociaal werkers moeten in dit proces naast de client staan en samen met hen strijd voeren tegen de
maatschappelijke instellingen waarin ze tewerkgesteld waren.
3. Deze organisaties moeten gedemocratiseerd worden, ten gunste van zowel de sociaal werkers als van
de gebruikers.