Kunstgeschiedenis samenvatting
Hoofdstuk 17: De Late Renaissance en Maniërisme in 16e eeuw-
Italië
Maniërisme: Oorsprong: Florence, 1520s. Bepaalde manier/stijl > bouwde
verder op Raphael en Michelangelo. Het benadrukt technische virtuositeit,
erudiete onderwerpen, mooie fguren en vrijwillig complexe composities.
Het werd een stijl van verfjndheid, benadrukte elegantie, variatie en
virtuoos display, i.p.v. helderheid en eenheid. Zochten nieuwe defnities
van schoonheid > experimenteerde met proporties, ideale lichamen en
ongewone composities. Ze wilde originaliteit en persoonlijke expressie.
Waarom deze weg ingeslagen? Onbekend: misschien protest, wilde ze
anders zijn, of door tijden van culturele crisis/spirituele crisis, of nieuwe
smaak van de elite. Een van de eerste: De afdaling van het kruis, Rosso
Fiorentino. > heel dramatisch, door extreme gelovige aangevraagd.
Scherpe hoeken, gespierde lijven, donkere hemel, contrasten kleuren,
instabiele compositie, emotioneel geladen.
Michelangelo werkte voor paus Clement VII (Medici) aan de kerk van San
Lorenzo. > Tombes maken: Nieuwe Sacristy. > Nooit echt afgekomen, niet
zijn beste werk en veel onduidelijkheid. De Laurentian Library: klassieke
stijl met een twist door Michel.
Giorgio Vasari kreeg van Cosimo I de’ Medici de opdracht een nieuw
hofhuis te maken in 1559: gebouw van de Ufzi. > mix van Romeins en
Michelangelo. Bartolommeo Ammanati mocht de tuin maken (inspiratie
van de Colosseum): Palazzo Pitti. Boboli Gardens > vol gezet met Griekse
goden/mystieke beelden.
De Medici gebruikte kunst om hun nieuwe status te benadrukken. Bijv.
portret van vrouw en kind Medici > status, opvolging, referentie naar
Maria + kind. Door Agnolo Bronzino > dichter en schilder. Ook zijn
Allegorie van Venus is maniërisme: technische bekwaamheden, complexe
afbeeldingen en inventieve composities. Dit ook te zien in de zout/peper
strooier van Benvenuto Cellini > Allegorie van Aarde en Neptunes.
Cosimo sponsorde de Academie van Design, 1563, opgezet door Bronzino
en Giorgio Vasari. Focus op lichamen. Belangrijke student: Giovanni
Bologna > belangrijkste beeldhouder in Florence, einde 16e eeuw.
Ook de Paus in Rome wilde Michelangelo om kunst te gebruiken in de
‘reformatie’ > alle regels omtrent religie vastgelegd. Dramatische
compositie, gepropt, felle kleuren > ook Maniërisme. Zijn laatste jaren
focuste hij meer op architectuur: Campidoglio > Marcus Aurelius
monument in het midden: eerste Romeinse keizer die christendom
promootte en de bron van de pauselijke machtsclaim. Michel kon heel
goed stedelijke ruimtes (vaak voor publiek gebruik) vormen > invloed op
andere stadsplanners in Europa. Bouwde ook verder aan de St. Peters.
,Jezuïeten kwamen op > verdedigden het katholicisme in de wereld, bijna
altijd intellectuelen: hun kerk: Il Gesù. Hier heel erg met licht gespeeld,
zodat er een hele sterke emotionele focus komt in de kerk.
De Marquise familie van noord-Italië: Gonzaga familie > maakte
indruk/status door rijkdom in kunsten te showen. Het Palazzo del Te: door
Giulio Romano versierde villa. > uitdrukking van dramatische macht, heel
veel illusie. In hun paleis in Mantua vroeg hij Antonio Allegri da Correggio
> invloed van alle grote meesters, kon extreem sensueel schilderen: Nymf
Io verleid door Jupiter, vermomd als wolk.
Door het samenkomen van steeds meer gebieden in Italië > steden steeds
rijker. Meer lokale patronen vroegen om kunst. Ook Parma kwam op:
vroegen Correggio: maakte een zieke illusie van een hemel op een plafond
> fguren zijn energiek, van vlees en bloed.
Ook Parmigianino kwam uit Parma > heel verfjnd, geskilld, kon goed
illusies schilderen. Zijn Madonna met de Lange Neck is een voorbeeld van
Maniërisme: de fguren hebben uitgerekte ledematen, ivoren huid en de
ruimte is samengeperst. > Het laat zijn skills zien. Geen balans > alles
naar links, heel uitgerekt.
Sofonisba Anguissola van Cremona: zeldzame vrouwelijke schilders,
dochter van nobelman. Gehuurd door het Spaanse hof.
Venetië bleef een republiek > de heersende families vroegen veel kunst
aan + lieten veel gebouwen maken. Jacopo Sansovino mocht gebouwen
ontwerpen: erg extravagant.
Andrea Palladio mocht in Venetië de Benedictine Kerk van San Giorgio
Maggiore maken. En de Villa Rotonda > gracieus, mooi, elegant,
harmonieus, eenheid. Hij schreef ook het boek: The Four Books on
Architecture > heel populair, veel inspiratie voor kunstenaars vooral
gebaseerd op de oudheid.
Titiaan bleef in Venetië domineren > werk verspreidde snel en veel, mede
door leerlingen. Zijn Rape of Europa (Europa wordt weggevoerd door de
verleidende Jupiter vermomd als witte stier. > heel dramatisch,
perspectief, interactie tussen god en stervelingen > ‘wedstrijd’ met
dichters.
Na Titian > 2 grote schilders in Venetië:
Paolo Veronese > naturalisme van Titan, maar voegde details van
alledaagse realiteit toe. Weinig mystieke of psychologische diepte.
Schilderde een soort laatste avondmaal > heel veel kritiek van de kerk,
omdat hij de mensen heel dronken, vulgair zou afbeelden, dus veranderde
de naam naar het Feest in het Huis van Levi.
Jacopo Robusti/Tintoretto: The Last supper > mix van Titan en
Michelangelo > visionaire efecten, energieke composities. Heel erg met
, licht gewerkt en perspectief. Perfect voor de aanmoediging van de
eucharistie.
Hoofdstuk 18: Renaissance en Reformatie in 16e eeuw Noord-
Europa
Invloed van Renaissance, welvaart en de reformatie (seculaire thema’s) >
op de kunst.
Frankrijk: veel invloed van Italië > toegepast op koninklijke structuren in
Frankrijk. Kastelen werden (om)gebouwd tot paleizen, vaak geïnspireerd
door Italiaanse architectuur. Bijv. Kasteel het Louvre, door Pierre Lescot
(grotendeels). Glas en geweven doeken > belangrijk medium voor elite
patronen, meestal seculaire of allegorische thema’s (bijv. eenhoorn).
Gevangen eenhoorn: staat mogelijk voor christus/bruidengom (eenhoorn
alleen gevangen door maagd). Pomgranaten boom: symbool
vruchtbaarheid en eeuwigheid.
Koning Francis I > belangrijke patroon van grote projecten. School van
Fontainebleau: Italiaanse artiesten die werkte voor de koning, meestal
Maniëristische stijl. Thema’s uit de oudheid > vergelijking Alex de grote
met de koning. Liet graftombe bouwen voor hem en zijn vrouw (Catherine
de’ Medici), door Germain Pilon > beeldde ze af in eeuwige schoonheid,
houding van Venus en Christus.
Spanje: Filips vroeg heel veel kunst aan (Spanje, Italië, Vlaams,
Nederlands), o.a. Bosch (Garden of Earthly Delights) en liet dit in zijn
paleis plaatsen: Escorial. Paleis geïnspireerd op San Lorenzo, maar Filips
had zelf de schaal en minimalisme ingebracht. Heftig spirituele sfeer >
alles anti-ketterij (inquisitie). Bekendste: El Greco > grote invloed van de
meesters op hem, heel emotioneel geladen: De begrafenis van Graaf
Orgaz.
Centraal-Europa: beïnvloed door de reformatie, iconoclasme, technologie
(print) en humanisme > nieuwe vormen van kunst op. Nog steeds ook
katholieke, bijv. kunstenaar Grünewald. Groot altaarstuk waar zieke hoop
uit konden putten > jezus gewond en somber, als het werd geopend de
hemel, genezing te zien. Hele individuele benadering (voor zowel de zieke
als de verzorgende monniken was dit een persoonlijk stuk), olie techniek,
heel goed gebruik van kleur en detail. Andere belangrijke Duitser: Albrecht
Dürer: mix naturalisme en Italië > vond dat kunstenaars intellectuelen
moesten zijn. Vooral zijn prints maakte hem rijk. Hij speelde in op
populaire angst/thema’s: De 4 Horsemen van de Apocalyps (War,
Conquest, Famine and death) en Adam en Eva (als Apollo en Venus,
perfectie van lichaam). Hij was een Luthers volger > zag dit in zijn kunst,
De vier apostelen > inspiratie van Raphael (veel gewaden).
Steeds meer gebruik van tekst > tekst boven beeld voor veel
protestanten. Lucas Cranach: hervormer/vriend van Luther en hofschilder
> vaak pro-protestantse afbeeldingen, bijv. katholieken vs protestanten,
en mythische en portretten.