College 1, 9 februari
Thema 1: referentiekader en actoren
Aggregatieniveaus
Het onderwijs omschrijven op 3 niveaus
Micro (concrete leersituaties, 1 op 1 relaties) -> meso (leerkracht/school/rooster) -> macro
(basisbeurs, onderwijsstelsel, adviezen, het hele systeem)
Maar; het heeft allemaal invloed op elkaar, alle niveaus interacteren met elkaar
- Die grenzen zijn niet zo heel helder. Bijvoorbeeld, de locatie van je school heeft invloed
op het advies dat je krijgt, wat op mesoniveau gebeurt en op macroniveau bepaald
wordt.
Organisatiedimensies, factoren die ertoe doen
OD: Actoren concrete personen of organisaties (stakeholders)
-Denk aan iedereen die bij scholing betrokken is, dus niet alleen leerling en leraar, maar ook
ouders, decanen, politici, toetsmakers, vakbonden en onderzoekers.
-Geen van deze mensen staan volledig neutraal in het onderwijs; iedereen heeft er een
opvatting over.
-Tegenwoordig zit overal wel begeleiding in, van studiebegeleiders tot leergemeenschappen van
docenten.
Processen= Zaken die over de tijd heen verlopen
Variabelen= kenmerken die verschillende waarden kunnen hebben
OD: Organisatie
Hoe is het onderwijs georganiseerd
- Onderwijsstelsel
- Tijd, infrastructuur
OD: Didactisch handelen, hoe wordt onderwijs gegeven
Concrete activiteiten die actoren (meestal instructieverantwoordelijke) opzetten om leeractiviteit
uit te lokken. Instructieactiviteit.
Vaak vanuit de docent/organisatie vastgesteld:
● Doelstellingen
● Leerstof
● Werkvormen
● Media = gematerialiseerde vorm van leerstof
● toetsing
,OD: Leeractiviteiten
Wat meer in de handen ligt van de lerende
- spaced practice (leren/schoolwerk verdelen) versus blokken
- Zelfregulatie (jezelf aansturen)
- oefentoetsen
- gezamenlijk leren
OD: Context
- Alles buiten het echte onderwijs dat invloed heeft op het onderwijs
- Politiek
Bijv. NL als voertaal universiteiten
- Wetenschap
Bijv. lees en rekenniveaus
Referentiekader
Gaat om de interactie tussen het micro, meso en macro niveaus.
- onderwijskunde is niet één samenhangend wetenschapsgebied, maar heeft veel
subdisciplines
- Referentiekader is een voorstel van ordening van actoren, processen en variabelen.
- Het referentiekader helpt de focus op onderwijskunde als wetenschapsgebied te
versterken
Wetenschap kenmerkt zich door:
1.Een afgelijnd subject
2.Een eigen terminologie
3.Eigen methoden en technieken
- Referentiekader is een beslissingsmodel om keuzes te maken bij het ontwerp van
onderwijs
- Het referentiekader is niet totaal arbitrair, het is namelijk evidence based.
Evidence based onderwijskundig referentiekader
Onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek
Er wordt hierbij gebruik gemaakt van meta-analyses
Effect sizes
Als je twee groepen vergelijkt, bijvoorbeeld met en zonder een bepaalde lesmethode, geeft de
effect size aan hoe groot het verschil is.
Gemiddelde exp. - gemiddelde contr. / standaarddeviatie
Reverse effects: negatief
Developmental effects : low
Teacher effects: tussen 0,1 en 0,4
Zone of desired effects: >0,4
,Caveat (waarschuwing)
- Veel van wat hier en in het boek gepresenteerd worden, zijn afkomstig van
meta-analyses.
Een meta-analyse is een optelsom van artikelen die min-of-meer hetzelfde hebben gemeten
om zo uitspraken te kunnen doen op niet slechts één studie.
- Maar dat wil niet zeggen dat alle of zelfs de meeste studies ook een degelijke kwaliteit
hebben.
- Een probleem dat het werk van Hattie te verduren krijgt, is dat er veel onduidelijkheid is
over de kwaliteit van de meta-analyses en onderliggende studies.
- Garbage in -> garbage out.
Referentiekader microniveau instructieverantwoordelijke -> lerende
Factoren die wel en niet goed werken
● Microteaching en helderheid/duidelijkheid zijn goed vanuit de
docent
tegenstelling
● Training van leerkrachten en verbeteren van kennis van
docenten zijn veel minder sterk
Maar een getrainde docent met vakkenkennis kan misschien helder
communiceren
● Eigen inschatting van leerlingen stimuleringsprogramma's ook
positief
Tegenstelling
● Ziekte en persoonlijkheid doen er eigenlijk veel minder toe.
Maar, een leerling die erg consciëntieus werkt, is wellicht beter in staat het eigen leren in te
schatten?
Referentiekader mesoniveau
Organisatorisch (De actoren: groepen, teams, klassen)
Context: bundelt personen en organisaties
- Denk aan de omgeving rondom school, maar ook wat de leerlingen vanuit hun
thuissituatie meebrengen naar school. Hierbij gaat het erom op wat voor manier de
totale school geconfronteerd wordt met zulke contextgegevens.
Versnellingsprogramma's en op gedragsgerichte interventies lijken het goed te doen.
Prestatie Groeperingen en inclusief onderwijs veel minder.
Maar; wat dan als interventies zich richten op gedrag van een prestatiegroep?
Instructie
- Aanleren metacognitie en formatieve evaluatie (tussendoor evaluatie) doen het goed
- Mentoren en bevorderen studenten controle veel minder
, Maar; dat betekent dat de vaardigheden en ruimte om zelf dingen te doen goed zijn, maar het
daadwerkelijke controle geven aan leerlingen niet.
Mensen controle geven, maar die controle is een illusie. Werkt goed totdat mensen het
doorhebben want dan werkt het averechts.
Referentiekader macroniveau
Organisatie, beleid, vakbonden
- Geen meta analyse op macroniveau, dus geen goed empirisch onderzoek
- De politiek geeft eigenlijk alle invulling (context)
- Het kader lijkt vooral om kwalificaties en competenties te draaien, maar daarbij gaat het
ook elk jaar om zelf soortige vaardigheden met weer andere namen.
- Ook hier nog instructieverantwoordelijken
- Voor de lerenden: leerlingverenigingen, studentenbonden
Tussentijdse conclusie
> Er zijn duidelijk interventies die meer effect laten zien dan andere interventies.
> Maar dat kan liggen aan
- De mogelijke impact die het kan hebben (potentiële impact).
- De kwaliteit van de interventie (gerealiseerde impact).
> De faux pas die vaak gemaakt wordt, is wat ik net deed; vooral inzetten op de hoog scorende
aspecten en de laag scorende aspecten negeren, zonder daarbij het geheel te bekijken binnen
de
> Dit soort bevindingen zijn voor de grote gemene deler; niet voor elke situatie.
> Tegelijk is dit de wetenschappelijke evidentie die er is en moet niet genegeerd worden.
Rapport: de leerling centraal? (stof buiten college)
Inleiding van dit onderwerp
- Adviesrapport van de onderwijsraad aan het onderwijsveld, hoe kunnen we ervoor
zorgen dat de leerling meer centraal staat
- Gaat hier om politieke wil en minder om wetenschappelijk bewijs
Aanleiding leerling centraal
- One-size fits all zou niet werken en flexibiliteit in onderwijs is belangrijk. Dat lukt niet
vooral door organisatie. De leerling moet meer gepast onderwijs krijgen.
- Goed aansluiten bij de individuele leerling zou diens motivatie verhogen, wat leidt tot
hogere prestaties
- Meer gelijke kansen in het onderwijs. Iedereen wordt anders behandeld.
Vanuit pedagogen komt deze wens tot meer leerling centraal in het onderwijs steeds terug.
Maar de pedagoog is niet gespecialiseerd in het onderwijs.
Waar stel je de leerling centraal?
● Het stelsel
● Doel en bedoeling