Samenvatting kennis blok 3 - Management van
zorgorganisaties, week 4 t/m 8
Inhoudsopgave
Week 4.......................................................................................................................................................... 1
Aantekeningen 4.1 - Operations Management: Introductie & OM van Units.....................................................1
Aantekeningen 4.2 - Management Accounting & Control - Introductie en responsibility accounting................5
Opgaven 4.4 - OM: Operations Management van units....................................................................................11
Week 5........................................................................................................................................................ 12
Opgaven 5.1 – Management Accounting & Control..........................................................................................12
Aantekeningen 5.2 – Informatiemanagement...................................................................................................13
Opgaven 5.4 – Informatiemanagement.............................................................................................................17
Aantekeningen 5.5 - Management Accounting & Control - budgetteren en verschillenanalyse.......................20
Week 6........................................................................................................................................................ 23
Opgaven 6.1 - Management Accounting & Control...........................................................................................23
Aantekeningen 6.2 - Operations Management van processen en ketens.........................................................25
Opgaven 6.3 - Operations Management van processen...................................................................................31
Aantekeningen 6.4 - Management Accounting & Control - motivatietheorieën en prestatiemanagement.....32
Aantekeningen 6.5 - Operations Management Analyse van units en processen..............................................38
Week 7........................................................................................................................................................ 42
Opgaven – MAC..................................................................................................................................................42
Aantekeningen 7.2 – Informatiemanagement...................................................................................................44
Opgaven 7.3 - OM Tools TQM en kwantitatieve analyse van units en processen.............................................47
Aantekeningen 7.4 - Management Accounting & Control - Theory of Constraints...........................................48
Opgaven 7.6 – informatiemanagement.............................................................................................................50
Aantekeningen 7.7 - (Her)ontwerpen en verbeteren in Operations Management...........................................53
Week 8........................................................................................................................................................ 57
Opgaven 8.1 – MAC............................................................................................................................................57
Opgaven 8.3 - OM Verbeterconcepten Lean Management, TOC en Six Sigma.................................................58
,Week 4
Aantekeningen 4.1 - Operations Management:
Introductie & OM van Units
Leerdoelen
Verschillen tussen goederen- en productielogistiek en servicelogistiek
Onderscheid tussen afdelingslogistiek, proceslogistiek en netwerklogistiek uitleggen
Afdelingen typeren op basis van hun logistieke karakteristieke
Belangrijkste principes van operations management van afdelingen toepassen
Logistieke performance indicatoren toepassen voor een afdeling
Bezettingsgraad van een unit berekenen en interpreteren
Verplichte literatuur
Pintelon en Van Puyvelde (2011) Zorglogistiek Basisboek. H1
Pintelon en Van Puyvelde (2011) Zorglogistiek Basisboek. H3 (behalve par 3.2.4)
Vissers and Beech, H4 Logistics, blz. 51-63, tot ‘Sessions as a batch processing mechanism’.
Special Delivery Unit. Technical Guidance Introducing Demand and Capacity, blz. 8-26
Video
Logistiek (<1997): alle voorbereidingen en handelingen die nodig zijn om de troepen op de
meest doeltreffende wijze van goederen en voorraden te voorzien en onder de gunstige
omstandigheden te doen strijden
Logistiek: beheersing van alle goederenstromen, personen- en dataverkeer, nodig om een
bedrijf enz. te laten functioneren.
Operations management (Operationeel beheer): de beheersing van de activiteiten die
betrokken zijn bij het produceren van goederen en het verlenen van diensten, en het
bestuderen van de beste manier om dit te doen
Verschillen productielogistiek en (health) servicelogistiek
In servicelogistiek is de klant (patiënt) aanwezig, processen anders organiseren, klant
onderdeel van proces grote variatie want elke klant anders, bij productielogistiek
zelfde steeds. Bij productie vooral kwaliteitseisen eindproduct, bij service gaat om
hele proces eisen.
Niet op voorraad produceren bij service (pas als klant komt),
wel bij productie
Klantwaarde patiënt staat centraal (met heel veel aspecten van
zorgverlening te maken, ervaart de patiënt het ook zo?)
Bij operations management gaat om afstemmen processen en
capaciteiten op elkaar. Elke afdeling rol in, samen leveren ze hele
service proces.
In operations management onderscheid tussen afdelingen (units),
processen en netwerken. Processen gebruik van/komen voor op
bepaalde afdelingen (soms specifiek voor 1 proces, soms meer).
Unit: afdeling in (zorg)organisatie die hetzelfde type activiteiten uitvoert.
Proces: reeks bewerkingen die moeten worden uitgevoerd om bepaalde service te
produceren voor een specifieke groep patiënten.
1
,Netwerk: combinatie afdelingen en processen, meerdere groepen patiënten
Verdiepend college
Vier aspecten/manier hoe je naar een unit kan kijken
1. Planning en scheduling
2. Vraag
3. Capaciteit & resources
4. Prestatie meting
Capaciteit & resources (3)
Accommodatie
Personeel
Equipment
Specialist-tijd
Karakteristieken van resources:
Gedeelde (specifiek voor 1 patiëntengroep, diabetesverpleegkundigen) of niet-
gedeelde resources (voor hele vrede groep, radiologie)
Specialisttijd als gedeelde resource werkt op meerdere verschillende afdelingen,
rekening houden met planning met andere afdelingen, tussen verschillende units
Leidende (maakt eigen planning) en volgende resources (krijgt vraag vanuit leidende
resource, afhankelijk van leidende partij, zelf niet bepalen)
Bottleneck (knelpunt) resources niet genoeg capaciteit, wachtlijst ontstaat, kan
ook volgende resource (krijgt planning opgestuurd en zegt dat niet genoeg plek is,
leidende en volgende op elkaar afstemmen)
Continue (spoedeisende hulp, bedden op verpleegafdeling, IC-bedden) of niet-
continue beschikbare resources (polikliniek, inloopfaciliteit röntgen) twee
uiterste, tussenin (operatiekamer, diagnostische faciliteiten
Typering van capaciteit
Potentiele capaciteit (alles wat mogelijk zou zijn, alle dagen 24/7)
Beschikbare capaciteit (wat echt kan, beschikbare tijden)
Bruikbare capaciteit (nog meer afgaat, waarop we patiënten kunnen plannen,
onderhoud en opleiding bijv. neemt tijd in) met deze tijd patiënten inplannen
Gebruikte capaciteit (wat daadwerkelijk gebruikt wordt, geen ingepland of patiënt
niet gekomen bijvoorbeeld)
Productieve capaciteit (alles, tijd patiënt goed legt voor scan en hoe lang scan duurt)
Vraag (2)
Patiëntengroepen, kenmerken
Planbaarheid (weet je van tevoren)
Aankomstpatronen (kan je inschatten)
Homogene groep of grote variatie?
Spoed of electief?
Alleen overdag of ook ’s nachts
Afhankelijk van andere afdelingen
2
, Planning en scheduling (1)
Strategische planning: voldoende capaciteit en juiste resources, hoeveel mensen opleiding,
welke mensen nodig
Tactische planning: resource allocation (verdeling capaciteit over afdelingen,
specialismen, patiëntengroep)
Operationele planning: resource scheduling (toewijzing capaciteit aan patiënten
specifiek, dag tot dag)
Resource scheduling systemen:
Afspraaksysteem (patiënt bellen en plek toegewezen, meest gebruikt, zoals huisarts,
meeste zekerheid voor patiënt)
Wachtlijstsysteem (we weten nog niet precies wanneer op wachtlijst gezet
laten weten wanneer u ingepland wordt, dit doe je omdat je de agenda efficiënt wil
indelen, en op prioriteiten)
Inloopsysteem (binnen lopen nummertje trekken, wachten en eerste die
getrokken heeft is aan de beurt, bijv. bloedafname, dit systeem werkt als kort duurt,
minste zekerheid voor patiënt)
Prestatiemeting (4), prestatie indicatoren:
- Patiënten gerelateerd
- Organisatie gerelateerd
Bezettingsgraad, kijken naar aantal uren of in aantal afspraken
bezettingsgraad
verandert ook. Kan ook per patiëntengroep kijken,
en verschil tussen groepen zien. Verschil is
acceptabel, spoedpatiënten meer haast.
25
Afstemmen vraag op beschikbare activiteit 20
Vraag wachtrij service 15
Fluctuatie in vraag of fluctuatie in vraag en aanbod 10
zorgt voor achterstand, wachttijden bij fluctuatie van 5
aanbod en vraag is dat meer. 0
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
vrijdag
woensdag
woensdag
woensdag
woensdag
woensdag
donderdag
Buffers nodig om om te gaan met extra fluctuatie:
- Overcapaciteit (aanbodkant) Productie Achterstand Capaciteit Vraag (1)
- Wachttijd 25
20
15
10
5
0
Hogere pieken en
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
dalen hogere stdev.
Productie Achterstand Capaciteit Vraag (1)
3