Erg complete samenvatting van alle leerstof voor het tentamen BOUONO Ontwikkelen en Omgeving kennis van onderwijsperiode 6 (leerjaar 2) van de Hogeschool Rotterdam.
behandelde lessen in samenvatting
1.1 stedenbouw geschiedenis
1.2 architectuurgeschiedenis
1.3 analysemethoden voor architectuur en s...
BOUONO – Ontwikkelen en Omgeving kennis
OP6 Kennismodule – Ontwerp
Week 1.1 Stedenbouw geschiedenis
Eerste nederzettingen > door Romeinen > langs waterwegen (dient als
verdedigingslinie)
- Langs Rijn
o Maastricht ; St. Servaarsbrug
Nederzetting = kasteel of huis om mee te verdedigen
Romeinen = durfde niet hoger dan rivier te komen = hier was Zuiderzee (nu:
IJselmeer) drassig/moeras en veel meren = angst
Friezen = woning op terp (heuvel) > komt niet onder water
Kerk gebouwd = kroeg en huizen omheen > ontstaan stad
Adel ontstaat = kastelen gebouwd logische plek buiten stad = armen wonen
ernaast en vluchten erheen bij gevaar
Rotte (rivier) stroomt in nieuwe maas > dijk gemaakt
- tegen overstromingen
- handel gedreven geworden
- schepen aangemeerd (1340)
- veel nieuwe kades, groter en commerciëler in 1570 = start havenstad Rotterdam
morfologisch onderzoek = met historische kaarten terugkijken wat vroeger op die plek gebouwd is
polder verandert = sloten worden straten (kan inzakken) en weiland wordt huizen
Vlaardingen en Schiedam = in 1450 veel groter als Rotterdam
Geciviliseerde stad = met elkaar omgaan, geen overvallen meer plegen
Romeinse stad Trier = 1e voorbeeld van GRID-stad > veel
winkels, vee en woningen bewust werden georiënteerd op zon
en wind > bakermat van stedenbouwkundigheid
GRID patroon stad = Barcelona en New York = blokken met
zelfde patroon wegen, zichtlijnen
- doel > snel aanwezig bij nood, brand, maar ook als
zichtlijn op belangrijk gebouw
renaissance = 15e eeuw > nieuwe stroming betere welstand
mensen
Bourtange (groningen) = vestigingsstad > water tegen
bescherming en ophaalbrug
Industriële revolutie = 1890 = 1e keer geschiedenis > meer mensen in stad dan platteland vanwege
werk > stadsringen worden steeds groter/uitgestrekter
- machine staat centraal ipv mankracht = veel werk aan lopende band
- Enschede = textielindustrie = fabrieken en huizen staan door elkaar heen = veel zieke mense
Woningwet = 1901 bouwregelgeving, welzijn mensen
Tuindorp = veel (platteland) arbeiders uit Zeeland en Brabant verhuizen naar Rotterdam, en krijgen
tuintje bij hun huis > Heijplaat Rotterdam. Scheelt ritje met de veerboot = sneller en goedkoper voor
baas
Na oorlog = babyboom = woning nood en explosieve groei bevolking > noodwonigen (gedachte om
maar voor 10 jaar te gebruiken > slechte kwaliteit)
Gedwongen verhuur = als je groot huis had met veel kamers, om gezin in te laten trekken = verplicht
Rotterdam voor oorloog = net Amsterdam, veel grachten en kleine steegjes > na oorlog besef dat dit
niet handig is om over te doen > Rotterdam wordt moderne stad
- Kralingen = meest getroffen bommen > wordt zakencentrum
,1990 = start hoogbouwtorens binnenstad
Jaren 50 = eerste uitbreiding naar andere kant van ‘Nieuwe maas’, niet meer gekoppeld
➢ Wijken worden ‘selfsupplying’ = winkels scholen = alles in eigen wijk
Pendrecht = ontworpen als stempelplan
Hetrogene stad = stad voor alle lagen bevolking = ideale stad
Tunnelen = jaren 60, grote aantallen woning maken met betonbekisting
> alexanderpolder
Galerijflat = jaren 60/70 Bijlmer
- Licht, lucht, natuur, ruimte fijn wonen
- In begin in trek > vervolgens veel criminaliteit door weinig sociale
controle
- Jaren 90 > 5 a 6 lagen eraf gesloopt > nieuw imago creeren
1970 = veel nieuwe wijken en groeigemeenten, gescheiden door
groenzones
Doorzonwoning = reactie op ‘criminele’ flats 1965
- Doorheen kijken.
- Casco bouwmuren met vaak allen prefab houten gevel tegenaan
met 2 kanten metsel penant tegenaan > snel bouwen
Epmtynesters = ouders met grote gezinswoning en kinderen uit huis =
veel ruimte over
Bloemkoolwijk = jaren 80
- Grote ingang
- Kleine straatjes = veilig kinderen
- Niet meer populair op gegeven moment
o Verdwaald snel
o 1< auto per huishouden > auto domineert wijk
Vinex = vierde ruimtelijke ordening extra > wet 1991
- Gebieden in nederland aanwijzen voor verstedelijking
- Gelijkmatig verdeelde woningproductie over land
- Gevarieerd aanbod (villa’s, flats, eengezinswoningen)
o Kattenbroek Amersfoort, Nesselanden Rotterdam, Waterings
veld
Crisis = gemeente en projectontwikkelaars kopen (landbouw)grond > komt
geen wijk > grond niets meer waard > gemeentes en projectontwikkelaars
failliet
Nieuwe trend = verdichten steden > Rotterdam = 40.000 woning erbij in
binnenstad voor 2030
- Uniek > kan als enige stad in NL verdichten door de ‘moderne’ opbouw
- Amsterdam > historisch = kan alleen groeien aan randen
Nederzettingen langs natuurlijke barrières Steden op strategische routes
Verstedelijking tijdens de industriële revolutie Toenemende verstedelijking in
de komende jaren
Organisch geroeide steden en ontworpen steden
Steden groeien door de eeuwen heen door uitbreiding en dan weer door verdichting.
Week 1.2 Architectuurgeschiedenis
Grieken = 3000 jaar geleden (ca. 1000 v.C.)
- Timpaan > driehoekig dak
, Romeinen = 700 v.C. – 467 n.C.
- Construeren met bogen en gewelven
o Gebaseerd op fragment van circkel
- Colosseum Rome = gebouwd 80 n.C.
Gotiek 1000 n.C. – 1500 n.C.
- Kerk staat centraal
- Spitsbogen van steen = grote constructies
- Hoogte = dichter bij god komen
- 2e deel middeleeuwen
- Stijl: Romaans
Renaissance = 14e en 15e eeuw > burgers voor eerst sterker dan kerk
- Meer kunst en wijsheid = Leonardo Da Vinci, Michelangelo
Neoclassicisme = eind 18, begin 19e eeuw > nastreven kunst grieken en
Romeinen = Mauritshuis
Barok = 17e en 18e eeuw = overweldigende/overdreven versiering kerk
- Houten kolommen schilderen alsof het marmer is
- Sterk katholiek = niet veel in Nederland
Industriële revolutie = start 1750
Jugendstil = 1895-1925
- Kijkend op natuur, niet door Grieken of Romeinen
- Sierlijke vormen en kleurrijk
Rationalisme/Berlage = 1900-1920
- Kruising tussen jugendstil en amsterdamse school
- Amsterdamse school is extremer in baksteen ornamentiek, jugendstil
is puur decoratie
Amsterdamse school = 1910-1930
- Gebaseerd op techniek van baksteen
Art Deco = 1910-1930
- Kijkend op herhaling, wiskunde > gebouw is sfinx uit egypte
- Art deco = meer symmetrie dan amsterdamse school en berlage
Traditionalisme = 1910-1950
- Sobere stijl van baksteen, traditionele vormgeving
Nieuwe bouwen = 1915-1960
- Geen versieringen, voor gezondheid personeel (Van Nelle fabriek), veel
glas en kolommen die vloeren houden
Functionalisme = 1920-1930
- Geen versieringen, eerlijk gebouw > functie staat centraal
- Open plattegrond = flexibel indeelbaar en vliesgevel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper WietsevanderSchee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.