Bestuurs(proces)recht werkgroep 1 14-9-2018
1.1 Werkgroepopdrachten
Vraag 1
Stelling:
Voor het toepassingsbereik van de Algemene wet bestuursrecht is het besluitbegrip van artikel 1:3,
eerste lid, Awb belangrijker dan het begrip bestuursorgaan van artikel 1:1, eerste lid, Awb.
Is deze stelling juist?
Deze stelling is onjuist want als er geen sprake is van een bestuursorgaan dan kan de Awb niet van
toepassing zijn. Maakt het bestuursorgaan geen besluit dan kan het bijvoorbeeld nog wel feitelijk
handelen en privaatrechtelijke handelen.
Vraag 2
In de gemeente Wijchen zijn, zoals in iedere gemeente, bepalingen in de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV) opgenomen inzake de verkoop van waren met wagens, mobiele kramen, tafels e.d.
Daartoe hanteert de APV het instrument van de standplaatsvergunning. De relevante bepalingen van
de APV luiden als volgt:
Paragraaf 5.2.3 Standplaatsen
Artikel 5.2.3.1 Begripsomschrijving
1. In deze paragraaf wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op of aan de weg
of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden,
verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, al dan
niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
2. Deze paragraaf is niet van toepassing op het innemen van een standplaats op de gemeentelijke
weekmarkt, als bedoeld in de Marktverordening.
Artikel 5.2.3.2 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
1. Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders een
standplaats in te nemen of te hebben.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 *) kan de vergunning worden geweigerd:
a. indien voor het aanbod van de betreffende goederen reeds een of meer andere
standplaatsvergunningen zijn verleend en het verlenen van de aangevraagde vergunning een
overconcentratie van het aanbod van deze goederen zou opleveren;
b. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen
van redelijke welstand;
c. vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan;
Artikel 5.2.3.3 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het
college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 1.8 Algemene weigeringsgronden
Een krachtens deze verordening benodigde vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde
gezag worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
,b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
A Geef aan welke hoofdstukken en/of delen daarvan van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing zijn op de verlening en eventuele weigering van de standplaatsvergunning.
Verlening standplaatsvergunnning:
- H. 1 hoort er altijd bij;
- Het is een besluit dus ook h. 2;
- h.3;
- h.4 ook van toepassing want het is een beschikking.
Analyse Awb:
H. 1 inleidende bepalingen
----------------------------→ categorie alle regels die van toepassing zijn op het handelen van bo.
H. 2 Verkeer tussen burgers en bestuursorganen (op al het overheidshandelen)
H. 3 Algemene bepalingen over besluiten (n.v.t. bij feitelijk handelen en rechtshandelingen)
H. 4 Bijzondere bepalingen over besluiten
--------------------------------------------------------------- → hierna het formele gedeelte
H. 5 Handhaving
H. 6 Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
H. 7 Bijzondere bepalingen over bezwaar of administratief beroep
H. 8 Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
H. 2 H. 3 H. 4
(al het overheidshandelen) (Geldt alleen maar voor
bepaalde categorieën
van besluiten).
Besluit Besluit Beschikkingen t. 4.1
Feitelijke handeling (in beginsel
niet van toepassing)
Privaatrechtelijke handeling
B Staan er in de gemeentelijke APV, naast de bepalingen van de Awb, ook relevante bepalingen
inzake het verlenen van de standplaatsvergunning?
Ja, er is een vergunning benodigd van burgemeester en wethouders en dat deze kan worden
geweigerd indien het in strijd is met de openbare orde, de openbare veiligheid, de
volksgezondheid of de bescherming van het milieu (art. 1.8 verordening). Ook de algemene
weigeringsgronden van art. 5.2.3.2.
Geen bevoegdhedentoekenning in Awb staan in de bijzondere wetten. Conclusie: dan moet je
dus terug naar de bijzondere wet want daar heb je die bijzondere wet.
Op de Wijchense Kasteellaan is een standplaatsvergunning verleend voor het periodiek met een kraam
verkopen van fruit e.d. Overbuurman Jansen stelt van deze kraam overlast te ondervinden; bovendien
vindt hij dat de kraam het monumentale aanzien van de Kasteellaan schaadt. Hij dient tegen de
verlening een bezwaarschrift in bij burgemeester en wethouders, dat ongegrond wordt verklaard.
, C Tegen deze ongegrondverklaring gaat Jansen in beroep bij de rechtbank Gelderland, op grond van
artikel 8:1 Awb, dat zegt dat "een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de
bestuursrechter". Wat wordt in artikel 8:1 Awb bedoeld met de begrippen: besluit, belanghebbende en
beroep?
Art. 1:3 Awb. Besluit: schriftelijke beslissing (1) van een bestuursorgaan (2) inhoudende een
publiekrechtelijke (3) rechtshandeling (4) art. 1:3 Awb.
Geen besluit? Dan geen rechtsbescherming (bezwaar en beroep).
Belang besluitbegrip: toepasselijkheid gedeelte Awb. Vooral over h.3 en h.4 want h. 2 is voor
elk bestuurshandelen van toepassing.
Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken art. 1:2 Awb.
Belang:
1. Rechtsbescherming (niet belanghebbende en geen bestuursrechtelijk: niet-
ontvankelijk)
2. Aanvraag: moet een belanghebbende zijn.
- Belanghebbende om überhaupt een aanvraag te doen, zonder belanghebbende dus
ook geen aanvraag (art. 1:3 lid 3 Awb).
- Art. 1:3 lid 2 Awb beschikking is afwijzing van een aanvraag, maar als iemand
geen belanghebbende is dan is er dus ook geen aanvraag.
3. Toepasselijkheid art. 4:7 en 4:8 Awb.
Beroep: het instellen van administratief beroep of het beroep bij de bestuursrechter art. 1:5 lid
3 Awb.
D Geef aan welke hoofdstukken en/of delen van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn
op de indiening van het bezwaarschrift alsmede het instellen van beroep bij de rechtbank Gelderland.
H. 2 gaat over het verkeer tussen burger en bestuursorgaan.
H. 6 algemene bepalingen over bezwaar en beroep
H. 7 bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep
H. 8 Bijzondere bepalingen over het wijze van procederen bij de bestuursrechter
Beslissing op bezwaar ook een beschikking. Wat is erop van toepassing?
H. 4. Titel 1. Bij beschikking is niet heel h.4 van toepassing want het gaat soms ook over
subsidies en beleidsregels.
H. 2 en h.3 ook, want het een beschikking en dus een besluit.
Vraag 3
A Op welke bestuurshandelingen is het verbod van vooringenomenheid van artikel 2:4, eerste lid
Awb van toepassing?
Alle bestuurshandelingen want het is een algemeen hoofdstuk.
B Is het gebod van een goede belangenafweging (artikel 3:4, eerste lid Awb) ook van toepassing,
indien de gemeente Nijmegen de St. Annastraat openbreekt om een nieuwe riolering aan te brengen?
Het betreft hier een feitelijke handeling en geen besluit en art. 3:4 Awb is opgenomen in h. 3
dat alleen gaat over besluiten. Maar let op schakelbepaling → art. 3:1 lid 2 Awb. Dus van
overeenkomstige toepassing, in beginsel niet maar door schakelbepaling toch.
, C Vóór de derde tranche Awb (1998) was de eis van een deugdelijke motivering geregeld in hoofdstuk
4 Awb (artikel 4:16 - 4:20 Awb). Bij de derde tranche is de regeling in hoofdstuk 4 komen te vervallen
en is de eis van een deugdelijke motivering overgebracht naar hoofdstuk 3 Awb, nl. naar de artikelen
3:46 - 3:50 Awb. Wat is het gevolg van deze verplaatsing geweest?
Dat de deugdelijke motivering nu in het algemene hoofdstuk van besluiten is opgenomen en
van toepassing op alle besluiten en niet meer alleen voor beschikkingen uit h. 4.
Van toepassing op alle besluiten maar volgens art. 3:1 lid 1 Awb zijn op de AVV afdelingen
3.6 en 3.7 niet van toepassing.
1.2 Zelfstudievragen
Geef aan, wat de onderlinge verhouding is tussen hoofdstuk 6 Awb (Algemene bepalingen over
bezwaar en beroep), hoofdstuk 7 Awb (bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep)
en hoofdstuk 8 Awb (beroep bij de rechtbank).
Gelaagde structuur
- Van algemeen naar bijzonder. Je gaat van groot (alles van de Awb op alles van
toepassing) naar klein (kleine gedeelte op Awb van toepassing).
Awb en bijzondere wetgeving
- Awb is algemeen, daar tegenover staat de bijzondere wetgeving.
- Algemeen altijd van toepassing en bijzondere wetten niet zonder meer toepassing. Vb.
Wabo, Vreemdelingenwet.
- Is Awb alles? Nee ook ongeschreven regels zoals vertrouwensbeginsel.
Met de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Awb is dat ook het geval.
Hoofdstuk 6 bevat algemene bepalingen voor (i) bezwaar, (ii) administratief beroep, d.i.
beroep bij een ander bestuursorgaan en (iii) het beroep bij de rechtbank.
Hoofdstuk 7 regelt meer in het bijzonder het bezwaar en het administratief beroep, terwijl
hoofdstuk 8 bijzondere bepalingen bevat inzake het beroep bij de rechtbank.
Bestuursrecht werkgroep 2 21-9-2018
Rechtssubject
Houder van rechten en plichten. Ook wel een deelnemer aan het recht.
- Privaatrecht
o NP
o RP
- Bestuursrecht
o Bestuursorganen (nemen van besluiten)
RP kan niet in het bestuursrecht handelen. In ieder geval niet als rechtspersoon; handelt dan
als BO.
UITLEG A-orgaan
Art. 1:1 lid 1 sub a Awb
1. Orgaan van een rp