MARTINI ZIEKENHUIS
Student:
Studentnummer:
Stagebegeleiders:
Docentbegeleider:
Toetscode: HVVB2022BVZ
Datum: 08-09-2023
Hanzehogeschool
Groningen
BEARGUMENTEREN VAN ZORG
Praktijkleerperiode 3
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................3
1. Casuïstiek............................................................................................................................................5
1.1 Casusoverzicht..............................................................................................................................5
1.2 Complexiteit.................................................................................................................................5
2. Klinisch redeneren in zes stappen......................................................................................................7
2.1 Oriënterend op de situatie...........................................................................................................7
2.2 Klinische probleemstelling..........................................................................................................17
2.3.1 Conclusie aanvullend onderzoek.........................................................................................25
2.4.1 Beleid op respiratoire insufficiëntie en infecties..................................................................26
2.4.2 Beleid op ondervulling en ondervoeding.............................................................................26
2.5 Klinisch beloop............................................................................................................................27
2.5.3 Beloop bij mw. Zomer..........................................................................................................29
2.6 Nabeschouwing..........................................................................................................................29
2.6.1 Patiëntveiligheid..................................................................................................................29
2.6.2 Kwaliteit van beroepsuitoefening........................................................................................31
2.6.3 Ethisch dilemma..................................................................................................................32
2.6.6 Leerproces...........................................................................................................................33
3. Communicatietechnieken.................................................................................................................36
3.1 Persoonsgerichte communicatie................................................................................................36
3.2 Professionele communicatie.......................................................................................................36
3.3 Informatieve gesprekken............................................................................................................36
3.4 Motiverende gespreksvoering....................................................................................................36
3.5 Familiegesprekken......................................................................................................................37
4. Zorgtechnologieën............................................................................................................................38
Bibliografie...........................................................................................................................................40
Bijlage 1 Gezondheidspatronen van Gordon................................................................................44
Bijlage 2 Complexiteit van zorg.....................................................................................................46
Bijlage 3 Early warning score.......................................................................................................49
......................................................................................................................................................49
Eindevaluatie....................................................................................................................................50
Reflecties..............................................................................................................................................50
Antiplagiaatverklaring..........................................................................................................................52
2
,Inleiding
Voor u ligt het portfolio van de module Beargumenteren van zorg. In deze module is gewerkt aan
een hoog complexe casus op de afdeling Longgeneeskunde van het Martini Ziekenhuis. Het gaat
hier over mevrouw Zomer, een ernstig zieke vrouw die onder behandeling is voor longkanker.
Afgelopen jaar zijn er hersenmetastasen bij mw. geconstateerd die zorgden voor een verhoogde
hoeveelheid hersenvocht. Het vocht gaf zoveel klachten dat er een hersendrain bij mw. werd
ingebracht, die het vocht van de hersenen naar de maag laat aflopen. Helaas ging het vanaf dat
moment bergafwaarts. Mw. kreeg een nabloeding, had episoden van extreme verwardheid en
aanhoudende koorts. Mw. heeft de afgelopen periode niet tot nauwelijks voeding tot zich
genomen en is extreem afgevallen. Hoewel mw. haar gezondheid sinds opname leek te zijn
verbeterd, is deze sinds gisteren plots weer verslechterd. Haar situatie is op dit moment
levensbedreigend. Het is van belang dat de verpleegkundige een duidelijk klinisch beeld schetst
van de situatie en constant bezig is met het klinisch redeneren binnen de geboden zorg.
Door de inzet van o.a. ProActive nursing: klinisch redeneren in zes stappen van Marc Bakker en
Coen van Heycop ten Ham (2014) zijn op een adequate en efficiënte manier situaties beschreven,
geanalyseerd, onderzocht, aangepakt en bewaakt. Deze zes stappen worden uitgebreid
beschreven in hoofdstuk twee. De casus wordt beschreven in hoofdstuk één, deze is somatisch en
klinisch van aard waarbij uitsluitend de beschikbare gegevens uit de realiteit zijn verwerkt.
Rekening houdend met de wet algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn bepaalde
gegevens aangepast, zodat er niet te herleiden valt om welke patiënt het gaat.
Klinisch redeneren is een voortdurend proces van gegevensverzameling en -analyse dat gericht is op
de vragen en problemen van de patiënt. Hierbij richt de verpleegkundige zich op het inschatten van
risico's, het vroegtijdig signaleren van problemen, het herkennen van problemen, het uitvoeren van
interventies en het monitoren van de situatie (Bakker & Van Heycop ten Ham, 2014). Aangezien elke
persoon anders reageert op ziekte en behandeling, zowel op lichamelijk, psychologisch, functioneel
als sociaal gebied, maakt de verpleegkundige gebruik van diverse informatiebronnen om de best
mogelijke zorg te verlenen. Deze bronnen zijn de patiënt zelf, zijn/haar omgeving en andere
zorgverleners. Deze informatie kan mondeling opgedaan zijn, afkomstig van observaties en
lichamelijk onderzoek, en uit overdrachten en dossiers.
Wat betreft kennis, wordt er van de verpleegkundige verwacht een solide begrip te hebben van de
anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie. Zij is bekend met ontwikkelingspsychologie, de
verschillende levensfasen van de mens, principes van zelfmanagement en coping-stijlen.
Bovendien is ze op de hoogte van theoretische modellen die ten grondslag liggen aan haar
activiteiten en interventies (Blackboard, persoonlijke communicatie, 2024). De verpleegkundige is
in staat om te werken volgens richtlijnen, maar kan ook beargumenteerd afwijken wanneer de
situatie, de wensen van de patiënt of haar eigen professionele of morele overwegingen dat
rechtvaardigen. Ze kan de patiënt ondersteunen bij persoonlijke verzorging en indien nodig deze
taken overnemen. In haar handelen houdt ze altijd rekening met de wensen, behoeften en privacy
van de patiënt en diens naasten.
Zoals eerder benoemd wordt in hoofdstuk één de casus van mw. besproken en er wordt een inkijk
gegeven in de gegevensverzameling. In hoofdstuk twee worden de zes stappen van klinisch
redeneren doorlopen, deze zijn als volgt:
2.1 Oriënteren
2.2 Klinische probleemstelling
2.3 Aanvullend onderzoek
2.4 Klinisch beleid
3
, 2.5 Klinisch verloop
2.6 Nabeschouwing
In hoofdstuk drie wordt de persoonsgerichte en professionele wijze van communiceren
beschreven. Aan het begin van elk hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over wat er
beschreven gaat worden, waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt voor een interventie of
methodiek en waar mogelijk wordt de uitwerking hiervan onderbouwd met wetenschappelijk
onderzoek. Hiermee laat de student zien rekening te houden met evidence based practice (EBP).
Tijdens beargumenteren van zorg wordt beroep gedaan op de volgende drie rollen: De
zorgverlener, communicator en reflectieve EBP-professional. Bij deze rollen zijn passende
leeruitkomsten beschreven waaraan is gewerkt (Blackboard, persoonlijke communicatie, 2024).
1. De student laat zien informatie te kunnen verzamelen en combineren vanuit diverse bronnen
in de verschillende fasen van het verpleegkundig proces binnen een authentieke hoog-
complexe context.
2. De student stelt op basis van klinisch redeneren het verpleegkundig proces vast binnen een
authentieke hoog-complexe context.
3. De student verantwoordt met gebruikmaking van EBP het verpleegkundig proces binnen een
authentieke hoog-complexe context.
4. De student voert het verpleegkundig proces zelfstandig uit en evalueert het verpleegkundig
proces binnen een authentieke hoog-complexe context.
5. De student communiceert op persoonsgerichte en professionele wijze met de zorgvrager en
diens informele netwerk, waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd.
4
